<?xml version="1.0" ?> <!DOCTYPE article PUBLIC "-//KDE//DTD DocBook XML V4.5-Based Variant V1.1//EN" "dtd/kdedbx45.dtd" [ <!ENTITY % addindex "IGNORE"> <!ENTITY % Dutch "INCLUDE" > <!-- change language only here --> ]> <article id="netpref" lang="&language;"> <articleinfo> <title >Verbindingsvoorkeuren</title> <authorgroup> <author >&Lauri.Watts; &Lauri.Watts.mail;</author> &Niels.Reedijk;&Sander.Koning; </authorgroup> <date >2016-11-10</date> <releaseinfo >Frameworks 5.29</releaseinfo> <keywordset> <keyword >KDE</keyword> <keyword >kdebase</keyword> <keyword >kcontrol</keyword> <keyword >netwerk</keyword> <keyword >verlooptijd</keyword> </keywordset> </articleinfo> <sect1 id="timeouts"> <title >Verbindingsvoorkeuren</title> <para >Hier kunt u vervaltijden instellen. U wilt deze waarden misschien aanpassen als uw verbinding erg langzaam is, echter de standaard waarden zijngeschikt voor de meeste gebruikers.</para> <para >Hier zijn <guilabel >Tijdslimietwaarden</guilabel > de tijdsduren die een toepassing moet wachten op een antwoord van een netwerkoperatie.</para> <para >U kunt de volgende limieten instellen:</para> <variablelist> <varlistentry> <term ><guilabel >Lezen van een socket</guilabel ></term> <listitem> <para >Sommige toepassingen gebruiken <firstterm >sockets</firstterm > om te communiceren. U kunt zich een socket voorstellen als een waterkraan: zolang deze open is komt er water (of hier gegevens) uit, zonder interactie. Als iets de gegevenstroom onderbreekt, wacht de toepaing op meer. Dit kan erg lang duren, maar u kunt een maximale tijd instellen die een toepassing mag wachten.</para> <para >Deze instelling is uiteraard alleen op &kde;-toepassingen van toepassing.</para> </listitem> </varlistentry> <varlistentry> <term ><guilabel >Proxyverbinding</guilabel ></term> <listitem> <para >Deze optie bepaalt hoe lang er op een verbinding met een proxyserver moet worden gewacht als er een proxy is geconfigureerd. </para> </listitem> </varlistentry> <varlistentry> <term ><guilabel >Serververbinding</guilabel ></term> <listitem> <para >Deze optie bepaalt hoe lang er moet worden gewacht op een verbinding met een server. </para> </listitem> </varlistentry> <varlistentry> <term ><guilabel >Serverreactie</guilabel ></term> <listitem> <para >Deze optie bepaalt hoe lang er moet worden gewacht op een antwoord van een server. </para> </listitem> </varlistentry> </variablelist> <para >U kunt hier de <guilabel >FTP-opties</guilabel > instellen. Op dit moment zijn er twee opties:</para> <variablelist> <varlistentry> <term ><guilabel >Passieve mode (PASV) inschakelen.</guilabel ></term> <listitem ><para >Passieve &FTP; is vaak vereist als uw computer achter een firewall zit. Vele firewalls staan alleen verbindingen toe die zijn geinitieerd <quote >van binnen</quote >. Passieve &FTP; wordt geregeld vanuit de client zodat &FTP; mogelijk is door firewalls.</para ></listitem> </varlistentry> <varlistentry> <term ><guilabel >Gedeeltelijk verzonden bestanden markeren</guilabel ></term> <listitem ><para >Als deze optie ingeschakeld is, worden gedeeltelijk verzonden bestanden voorzien van een extensie <literal role="extension" >.part</literal > aan het einde van de bestandsnaam. Deze wordt verwijderd zodra de overdracht voltooid is. </para ></listitem> </varlistentry> </variablelist> </sect1> </article>