Sophie

Sophie

distrib > Mandriva > 9.1 > ppc > by-pkgid > 4275f27a03145c1dd735c321a30f393b > files > 18

howto-text-nl-9.0-1mdk.noarch.rpm

  <! $Id: Installation-HOWTO-NL.sgml,v 1.14 2001/04/01
  19:41:39 bokkie Exp $ --> De Linux Installatie HOWTO
  door Eric S. Raymond Vertaald door Ellen Bokhorst
  v4.23, 15 mei 2000

  Dit document beschrijft hoe je Linux-software kunt verkrijgen en
  installeren. Het is het eerste document dat een nieuwe Linux-gebruiker
  zou moeten lezen om aan de slag te gaan.
  ______________________________________________________________________

  Inhoudsopgave























































  1. Introductie

     1.1 Doel van dit document
     1.2 Andere bronnen met informatie
     1.3 Nieuwe versies van dit document
     1.4 Feedback en Correcties

  2. Recente Wijzigingen

  3. De Gemakkelijkste Optie: Koop, Bouw Niet

  4. Voordat Je Begint

     4.1 Hardware vereisten
     4.2 Ruimtebenodigdheden en coéxistentie

  5. Benodigde tijd

     5.1 Kiezen van een Linux distributie

  6. Installatie Overzicht

     6.1 Eerste Installatie Stappen: De Gemakkelijke Manier
     6.2 De Eerste Installatie Stappen: De Moeilijke Manier
     6.3 De Installatie Vervolgen
     6.4 Basis Onderdelen van een Installatie Kit

  7. Installatie In Detail

     7.1 Voorbereiden op de installatie
     7.2 Boot en root diskettes aanmaken
     7.3 Herpartitioneren van je DOS/Windows drives
     7.4 Aanmaken van partities voor Linux
        7.4.1 Partitie basiskennis
        7.4.2 Grootte van partities aanpassen
     7.5 De installatiedisk booten
        7.5.1 Het kiezen van een EGA of X installatie
        7.5.2 Gebruik van fdisk en cfdisk
        7.5.3 Na-partitie stappen
     7.6 Installeren van softwarepackages
     7.7 Na het installeren van de packages
        7.7.1 LILO, de LInux LOader
        7.7.2 Maken van een productie boot disk (optioneel)
        7.7.3 Diverse systeemconfiguratie

  8. Booten van Je Nieuwe Systeem

  9. Na Je Eerste Boot

     9.1 Beginnen met Systeembeheer
     9.2 Aangepaste LILO Configuratie

  10. Administratieve zaken

     10.1 Gebruiksvoorwaarden
     10.2 Erkenningen


  ______________________________________________________________________

  1.  Introductie

  1.1.  Doel van dit document

  Linux is een vrij distribueerbare implementatie van Unix voor goedkope
  personal computers (het was ontwikkeld op 386's, en ondersteunt nu de
  486, 586, Pentium, PowerPC, Sun Sparc, ARM en DEC Alpha hardware en
  zelfs de IBM System 390 mainframe!). Het ondersteunt een groot gebied
  aan software, waaronder X-Window, Emacs, TCP/IP netwerken (inclusief
  SLIP), en veel applicaties.

  Dit document gaat er vanuit dat je van Linux hebt gehoord en het kent,
  en het nu draaiend wilt krijgen. Het richt zich op de Intel gebaseerde
  versie, welke het populairste is, maar veel van de adviezen gelden
  evengoed voor Power PC's, Sparcs en Alpha's.

  1.2.  Andere bronnen met informatie

  Er zijn verscheidene bronnen met basisinformatie over het systeem als
  Linux nieuw voor je is.  De beste plaats om hiernaar te zoeken is bij
  de homepage van het Linux Documentatie Project op
  <http://linuxdoc.org>. Je kunt de laatst bijgewerkte versie van dit
  document hier vinden, als
  <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/Installation-HOWTO.html>

  Je zult waarschijnlijk beginnen met het doorbladeren van de resources
  onder General Linux Information; de Linux INFO-SHEET
  <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/INFO-SHEET.html> en de Linux META-FAQ
  <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/META-FAQ.html>. Het document `Linux
  Frequently Asked Questions' bevat veel algemene vragen (en
  antwoorden!) over Linux---als nieuwe gebruiker moet je het beslist
  lezen.

  Voor algemene problemen kun je terecht bij de USENET nieuwsgroepen
  comp.os.linux.help en comp.os.linux.announce.

  Het Linux Documentatie Project schrijft een set handleidingen en
  boeken over Linux, deze zijn allen vrij distribueerbaar op het net, en
  beschikbaar vanaf de LDP-homepage.

  Het boek ``Linux Installation and Getting Started'' is een complete
  gids, waarin wordt beschreven hoe Linux kan worden verworven en
  geïnstalleerd, als ook hoe het systeem te gebruiken nadat je het hebt
  geïnstalleerd. Het bevat een volledige cursus over het gebruiken en
  draaien van het systeem, en veel meer informatie dan hierin staat. Je
  kunt het doorbladeren, of een kopie downloaden vanaf de LDP-homepage.

  Als laatste, is er een nogal technische gids  Guide to x86
  Bootstrapping <http://www.paranoia.com/~vax/boot.html>.  Dit document
  is eerder NetBSD-  dan Linux-geörienteerd, maar bevat bruikbaar
  materiaal over diskconfiguraties en bootmanagers voor meerdere-OS
  setups.

  Mail me alsjeblieft niet met vragen voor hulp bij de installatie.
  Zelfs al had ik de tijd om dergelijke verzoeken af te handelen,
  problemen per mail oplossen is heel wat minder efficiënt dan je lokale
  Linux gebruikersgroep om hulp vragen. Je kunt wereldwijd informatie
  zoeken over contact met Linux gebruikersgroepen via de site LDP site
  <http://linuxdoc.org/>.

  1.3.  Nieuwe versies van dit document

  Nieuwe versies van de Linux Installation HOWTO zullen periodiek worden
  gepost naar comp.os.linux.help en news.comp.os.linux.announce en
  news.answers.  Ze zullen ook naar diverse Linux WWW- en FTP-sites
  worden ge-upload, waaronder de LDP homepage.

  Je kunt de laatste versie hiervan ook bekijken op het World Wide Web
  via de URL <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/Installation-HOWTO.html>.



  1.4.  Feedback en Correcties

  Als je vragen of opmerkingen hebt over dit document, mail dan
  alsjeblieft naar Eric S. Raymond, via esr@thyrsus.com. Ik verwelkom
  alle suggesties of kritiek. Als je een fout in dit document tegenkomt,
  laat me dit dan alsjeblieft weten zodat ik deze in de volgende versie
  kan corrigeren. Bedankt.

  Mail me alsjeblieft geen vragen over hoe je hardware problemen, die je
  tijdens de installatie tegenkomt, kunt oplossen.  Raadpleeg de ``Linux
  Installation and Getting Started'', val je verkoper lastig, of
  raadpleeg de Linux nieuwsgroep comp.os.linux.setup.  Deze HOWTO is
  bedoeld als een snelle, moeiteloze gids naar een normale installatie
  -- een aparte HOWTO over hardwareproblemen en diagnoses is in
  bewerking.

  2.  Recente Wijzigingen


  ·  Toegevoegd de `Koop, Bouw Niet'.

  ·  Toegevoegd het materiaal over het booten vanaf CD-ROM.

  3.  De Gemakkelijkste Optie: Koop, Bouw Niet

  Linux is nu volwassen genoeg, dat er systeemintegrators zijn die een
  werkstation voor je zullen assembleren, Linux erop installeren en het
  configureren en een intensieve burn-in test uitvoeren, voordat het aan
  je wordt afgeleverd.  Als je meer geld dan tijd hebt, of je hebt
  strikte betrouwbaarheid of performance-eisen, voorzien deze
  integrators je in een waardevolle service door je de zekerheid te
  geven dat je geen hardware krijgt die onconventioneel is, of het na
  twee dagen `uit de doos' begeeft.

  Er zijn verscheidene van dergelijke firma's (en ik zal ze hier
  weergeven zodra ik er meer weet). De enige die ik persoonlijk ken is
  VA Research <http://www.varesearch.com>. In 1998 werd ik lid van VA's
  Board of Directors. VA bouwt topmodellen, hoge kwaliteit Linux
  werkstations met een geinig Tux-de-penguin logo op de voorkant. Ze
  hebben een vertrouwelijke band met de Linux gemeenschap; SourceForge,
  de GNU-site en het Debian-project bevinden zich op een computer in hun
  achterkamer, Linus persoonlijke computer is één van hun boxen.

  Voor degenen zonder een fantastisch budget gaat de rest van deze HOWTO
  over hoe je Linux zelf kunt installeren.

  4.  Voordat Je Begint

  Voordat je Linux kunt installeren, zul je er zeker van moeten zijn dat
  je computer Linux-capabel is, en zul je een te installeren Linux
  uitkiezen.  De Linux Pre-installatie checklijst
  <http://members.tripod.com/~algolog/lnxchk.htm> kan je mogelijk helpen
  je configuratiegegevens te organiseren voordat je begint.

  4.1.  Hardware vereisten

  Wat voor een soort systeem is nodig om Linux te draaien? Dat is een
  goede vraag; de actuele hardware-benodigheden voor het systeem
  wijzigen regelmatig. De Linux Hardware-HOWTO,
  <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/Hardware-HOWTO.html>, geeft een (meer
  of minder) volledige lijst met hardware die door Linux wordt
  ondersteund. De Linux INFO-SHEET,
  <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/INFO-SHEET.html>, voorziet in een
  andere lijst.


  Voor de Intel versies is een hardware-configuratie vergelijkbaar met
  het volgende, vereist:

  Elke 80386, 80486, Pentium of Pentium II processor voldoet. Niet-Intel
  klonen van de 80386 en daarboven zullen in het algemeen werken. Je
  hebt geen math-coprocessor nodig, alhoewel het prettig is als je er
  één hebt.

  De ISA, EISA, VESA Local Bus en PCI bus architecturen worden
  ondersteund. De MCA bus architectuur (ontdekt op IBM PS/2 computers)
  wordt minimaal ondersteunt sinds de 2.1.x kernels, maar is nog niet
  helemaal gereed.

  Je hebt in je computer tenminste 4 megabyte geheugen nodig.  Technisch
  gezien, zal Linux met slechts 2 meg draaien, maar de meeste
  installaties en software vereisen 4 meg.  Hoe meer geheugen je hebt,
  des te beter.  Ik stel 8 of 16 megabyte voor als je van plan bent om
  X-Window te gebruiken.

  Natuurlijk zul je een harddisk en een AT-standaard drive controller
  nodig hebben.  Alle MFM, RLL, en IDE drives en controllers zullen
  werken. Veel SCSI drives en adapters worden ook ondersteund; de Linux
  SCSI-HOWTO bevat meer informatie over SCSI. Als je een systeem van het
  begin af aan gaat assembleren om Linux te draaien, zijn de weinige
  extra kosten voor SCSI het echt waard gezien de extra performance en
  betrouwbaarheid die het je biedt.

  Je zult een 3.5" diskdrive nodig hebben. Ondanks dat 5.25" diskettes
  onder Linux worden ondersteund, worden ze zo weinig gebruikt dat je er
  niet op hoeft te rekenen dat er disk-images beschikbaar zijn, die erop
  passen.  (Een gestripte Linux kan in werkelijkheid gedraaid worden
  vanaf een enkele diskette, maar dat is slechts bruikbaar voor
  installatie en bepaalde probleemoplossende taken).

  Je hebt ook een MDA, Hercules, CGA, EGA, VGA, of Super VGA videokaart
  en monitor nodig. Over het algemeen geldt dat als je videokaart en
  monitor onder MS-DOS werken, ze dan ook onder Linux zouden moeten
  werken. Als je echter X Window wilt draaien, dan zijn er andere
  beperkingen voor de ondersteunde video hardware.  De Linux
  XFree86-HOWTO,  <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/XFree86-HOWTO.html>,
  bevat meer informatie over het draaien van X en de vereisten ervoor.

  Je zult vast een CD-ROM willen. Als het een ATAPI, SCSI, of echte IDE
  is, zou je er geen problemen mee moeten krijgen om het werkend te
  krijgen.  (maar pas op voor advertenties "IDE" interfaces van goedkope
  drives welke geen echte IDE drives zijn). Als je CD-ROM een eigen
  interface kaart gebruikt, is het mogelijk dat de installatie kernel,
  waarmee je vanaf diskette gaat booten, het niet herkent -- en een
  ontoegankelijke CD-ROM houdt de installatie op.  Tevens werken CD-
  ROM's die op je parallelle poort zijn aangesloten helemaal niet.  Als
  je twijfelt, raadpleeg dan de Linux CD-ROM HOWTO,
  <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/CDROM-HOWTO.html> voor een lijst en
  bijzonderheden over ondersteunde hardware.

  De zogenoemde "Plug'n'Play" jumperloze kaarten kunnen een probleem
  vormen. Ondersteuning hiervoor is onder actieve ontwikkeling, maar nog
  niet aanwezig in de 2.0.25 kernel.  Gelukkig geeft dit slechts
  vermoedelijk een probleem met geluids- of Ethernet-kaarten.

  Als je een `box' gebruikt met één van de Motorola 68K processors
  (inclusief Amiga, Atari, of VMEbus computers), bekijk dan de
  Linux/m68k FAQ op  <http://www.linux-m68k.org/pub/faq/faq.html> voor
  informatie over minimumvereisten en de stand van de port. De FAQ geeft
  op dit moment aan dat m68k Linux net zo stabiel en bruikbaar is als de
  Intel versies.

  4.2.  Ruimtebenodigdheden en coéxistentie

  Je zult vrije ruimte op je harddisk nodig hebben voor Linux.  De
  hoeveelheid ruimte die je nodig hebt, is afhankelijk van hoeveel
  software je van plan bent te installeren.  De meeste installaties
  vereisen ergens tussen de 200 tot 500 meg.  Dit is inclusief ruimte
  voor de software, swap space (gebruikt als virtueel RAM op je
  computer), en vrije ruimte voor gebruikers, enzovoort.

  Het is denkbaar dat je een minimaal Linux systeem in 80 meg of minder
  kunt draaien (dit is ooit zeer gewoon geweest, toen de Linux
  distributies kleiner waren), en het is denkbaar dat je 500 meg of meer
  voor alle Linux software zou kunnen gebruiken. De hoeveelheid varieert
  nogal, afhankelijk van de hoeveelheid software die je installeert en
  hoeveel ruimte je eist. Hierover later meer.

  Linux kan naast andere besturingssystemen op je harddisk bestaan,
  zoals MS-DOS, Microsoft Windows, of OS/2. (In feite kun je zelfs
  toegang tot MS-DOS bestanden krijgen en een aantal MS-DOS programma's
  vanuit Linux draaien).  Met andere woorden, als je je station voor
  Linux partitioneert, komen MS-DOS of OS/2 op eigen partities voor, en
  Linux  bestaat op een eigen partitie.  We zullen later in meer detail
  op zulke ``dual-boot'' systemen ingaan.

  Het is NIET nodig dat je MS-DOS, OS/2, of ieder ander
  besturingssysteem draait om Linux te kunnen gebruiken. Linux is een
  compleet ander, op zichzelfstaand besturingssysteem en is voor
  installatie en gebruik niet afhankelijk van andere besturingssystemen.

  In het geheel bestaat de minimale setup voor Linux uit niet veel meer
  dan voor de meeste MS-DOS of Windows 3.1 systemen is vereist, die
  thans worden verkocht (en minder dan het minimum voor Windows 95 is
  een goede deal!). Als je een 386'r of 486'r hebt, met tenminste 4 meg
  RAM, dan zul je prima Linux kunnen draaien. Linux vereist geen grote
  hoeveelheden diskruimte, geheugen, of processor snelheden.  Matt
  Welsh, die van origine deze HOWTO schreef, was gewend om Linux op een
  386/16 MHz te draaien (de langzaamste te verkrijgen computer) met 4
  meg RAM, en was er zeer content mee. Hoe meer je wilt doen, hoe meer
  geheugen (en snellere processor) je nodig zult hebben. In onze
  ervaring heeft een 486 met 16 megabytes RAM draaiend onder Linux
  verscheidene modellen dure werkstations overtroffen.

  5.  Benodigde tijd

  Van begin tot einde kan worden verwacht, dat een moderne Linux-
  installatie zo'n 90 minuten tot drie uur duurt.

  5.1.  Kiezen van een Linux distributie

  Voordat je Linux kunt installeren, zal je uit één van de beschikbare
  Linux-distributies moeten kiezen.  Er is geen enkele standaarduitgave
  van de Linux software---er zijn veel van dergelijke uitgaven.  Iedere
  release heeft zijn eigen documentatie en installatie instructies.

  Linux distributies zijn beschikbaar via zowel anonymous FTP als via
  postorder op diskette, tape, en CD-ROM. De Linux Distribution HOWTO,
  <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/Distribution-HOWTO.html>, bevat
  beschrijvingen van vele Linux-distributies die via FTP en postorder
  beschikbaar zijn.

  In het donkere en grijze verleden toen deze HOWTO voor het eerst werd
  geschreven (1992-93), kwamen de meeste mensen via gekronkelde wegen
  aan Linux, wat lange downloads van het Internet of een BBS op hun DOS
  computers inhield, gevolgd door een ingewikkelde procedure die de
  gedownloade bestanden naar meerdere diskettes transporteerde.  Een van
  deze diskettes zou dan worden gebruikt om te booten en om het andere
  dozijn te installeren.  Met wat geluk (en geen media storingen)
  eindigde je je installatie vele uren later met een werkende Linux. Of
  misschien ook wel niet.

  Ondanks dat deze weg nog steeds mogelijk is (en je kunt één van de
  verscheidene distributies downloaden van
  <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/distributions/>), zijn er nu veel
  minder inspannende manieren. Het gemakkelijkste is om een van de
  kwalitatief hoge commerciéle Linux distributies op CD-ROM te kopen,
  zoals Red Hat, Debian, Linux Pro, of WGS.  Kenmerkend is, dat ze voor
  minder dan $50 bij je lokale boekwinkel of computershop beschikbaar
  zijn, en ze zullen je vele uren ergernis besparen.

  Je kunt ook een verzameling CD-ROM's kopen zoals de InfoMagic Linux
  Developer's Resource set. Kenmerkend is, dat deze verscheidene Linux
  distributies bevatten en een recente dump van belangrijke Linux
  archief sites, zoals metalab of tsx-11.

  Als overblijfsel van deze HOWTO zullen we ons concentreren op de
  stappen die nodig zijn om vanaf een verzamel CD-ROM te installeren, of
  één van de goedkoopste commerciéle Linuxes zonder het afgedrukte
  installatie handboek.  Als je Linux een papieren handboek bevat, zal
  het een en ander van deze HOWTO je kunnen voorzien in nuttige
  achtergrondinformatie, maar je kunt beter het handboek raadplegen voor
  gedetailleerde installatie instructies.

  6.  Installatie Overzicht


  Het is verstandig om voor het installeren configuratie informatie over
  je hardware te verzamelen.  Ken de verkoper en het model nummer van
  iedere kaart in je computer; verzamel de IRQ's en DMA kanaalnummers.
  Je zult deze informatie waarschijnlijk niet nodig hebben --maar als
  het tegenzit, zul je het erg hard nodig hebben.

  Als je een "dual-boot" systeem wilt (Linux en DOS of Windows of
  beide), herschik (herpartitioneer) dan je disk om ruimte voor Linux te
  maken.  Als je verstandig bent, maak je eerst van alles een backup!

  6.1.  Eerste Installatie Stappen: De Gemakkelijke Manier

  Als je een EIDE/ATAPI CDROM hebt (normaal vandaag de dag), controleer
  dan de BIOS instellingen van je computer om te zien of het de
  mogelijkheid biedt om vanaf CD-ROM te booten.  De meeste computers die
  na half-1997 zijn gefabriceerd, kunnen dit.

  Als dit het geval is, wijzig de instellingen dan zodanig dat de CD-ROM
  als eerste wordt gecontroleerd.  Dit staat vaak in een 'BIOS FEATURES'
  submenu van de BIOS configuratie menu's.

  Voeg dan de installatie CD-ROM in. Herstart. Je bent begonnen.

  Als je een SCSI CDROM hebt, kun je hier vaak vanaf booten, maar het is
  iets meer moederbord/BIOS afhankelijk. Degene die genoeg weten te
  spenderen aan extra dollars om een SCSI CDROM drive aan te schaffen,
  weten waarschijnlijk genoeg om uit te zoeken hoe dit werkt.

  6.2.  De Eerste Installatie Stappen: De Moeilijke Manier


  1. Maak de installatie-diskettes aan.

  2. Boot een installatie mini-Linux vanaf de diskettes om toegang tot
     de CD-ROM te kunnen krijgen.


  6.3.  De Installatie Vervolgen


  1. Prepareer de Linux bestandssystemen. (Als je de diskpartitie eerder
     niet hebt gewijzigd, zul je dat in dit stadium doen).

  2. Installeer een basisproductie Linux vanaf de CD-ROM.

  3. Boot Linux vanaf de harde schijf.

  4. (Optioneel) Installeer meer packages vanaf CD-ROM.

  6.4.  Basis Onderdelen van een Installatie Kit

  Hier zijn de basisonderdelen van een installeerbare distributie:


  ·  De README- en FAQ-bestanden. Deze staan gewoonlijk in de top-level
     directory van je CD-ROM en zullen leesbaar zijn zodra de CD-ROM
     onder Linux is gemount.  (Het is mogelijk dat ze zelfs onder
     DOS/Windows bekeken kunnen worden, dit is afhankelijk van de wijze
     waarop de CD-ROM is gegenereerd).  Het is een goed idee om deze
     bestanden te lezen, zodra je ze kunt benaderen, om kennis te nemen
     van belangrijke updates of wijzigingen.

  ·  Een aantal bootdisk images (vaak in een subdirectory).  Als je CD-
     ROM niet opstartbaar is, zul je één van deze bestanden naar een
     diskette schrijven om de opstartdiskette aan te maken.  Afhankelijk
     van de soort hardware die je in je systeem hebt, kies je één van de
     bovenstaande bootdisk-images.

  Het probleem hier is dat sommige hardwaredrivers op een vreemde manier
  met elkaar in conflict raken, en in plaats van dat je probeert om
  hardware problemen op te sporen en op te lossen, is het gemakkelijker
  om een bootdisk-image te gebruiken met alleen die drivers die je nodig
  hebt. (Dit heeft het mooie neveneffect dat het je kernel kleiner
  maakt).


  ·  Een rescuedisk-image. Dit is een disk met een basiskernel en
     hulpmiddelen om na een ramp de oude toestand de herstellen voor het
     geval er iets mis gaat.

  ·  RAWRITE.EXE. Dit is een MS-DOS programma dat de inhoud van een
     bestand (zoals een bootdisk-image) direct naar een diskette zal
     schrijven, zonder het formaat in acht te nemen.

  Je hebt RAWRITE.EXE alleen nodig als je van plan bent je boot en root
  diskettes vanaf een MS-DOS systeem aan te maken.  Als je in plaats
  daarvan toegang tot een UNIX werkstation met een diskettestation hebt,
  kun je de diskettes van daaruit aanmaken, door het `dd' commando te
  gebruiken, of mogelijk een door de verkoper voorzien aangemaakt
  script.  Zie de man page voor dd(1) en vraag je plaatselijke UNIX
  goeroes om assistentie.


  ·  De CD-ROM zelf. Het doel van de boot-disk is je computer voor te
     bereiden op het laden van de root of installatie diskettes, die op
     hun beurt bestaan uit devices voor het voorbereiden van je harddisk
     en het kopiéren van delen van de CD-ROM.  Als je CD-ROM opstartbaar
     is, kun je het booten en verdergaan met het voorbereiden van je
     disk.




  7.  Installatie In Detail

  7.1.  Voorbereiden op de installatie

  Linux maakt effectiever gebruik van PC hardware dan MS-DOS, Windows of
  NT, en is overeenkomstig minder tolerant ten aanzien van onjuist
  geconfigureerde hardware.  Er zijn een paar dingen die je kunt doen
  voordat je begint, die de kans dat je door een dergelijk probleem
  wordt opgehouden, verminderen.

  Verzamel als eerste alle handboeken die je van je hardware hebt --
  moederbord, videokaart, monitor, modem, enz. -- en hou ze binnen
  handbereik.

  Ten tweede, verzamel gedetailleerde informatie over je
  hardwareconfiguratie.  Een gemakkelijke manier om dit te doen, als je
  MS-DOS 5.0 of hoger draait, is om een rapport van het Microsoft
  diagnoses utility msd.exe af te drukken.  (je kunt de TSR, driver,
  memory-map, environment-strings en OS-versie delen weglaten). Naast
  ook andere zaken, zal dit je volledige en correcte informatie over je
  videokaart en mouse type opleveren, die op een later tijdstip van nut
  kan zijn bij het configureren van X.

  Als derde, controleer je computer op configuratie problemen met
  ondersteunde hardware die tijdens de Linux installatie een
  onherstelbaar vastlopen zouden kunnen veroorzaken.


  ·  Voor een DOS/Windows systeem met IDE harddisk(s) en CD ROM is het
     mogelijk om zelfs te functioneren als de master/slave jumpers op de
     drives onjuist zijn ingesteld. Linux kan hier niet mee omgaan.
     Controleer de master-slave jumpers, als je twijfelt!

  ·  Heb je randapparatuur die is ontworpen met noch configuratie
     jumpers noch niet-vluchtig configuratie memory?  Als dit zo is, dan
     zou het kunnen zijn dat boot-time initialisatie via een MS-DOS
     utility vereist is, om op te starten, en het niet gemakkelijk
     vanuit Linux is te benaderen. Dit probleem kan voorkomen bij CD-
     ROM's, geluidskaarten, Ethernetkaarten en goedkope tape-stations.
     Als dit zo is, dan is het misschien mogelijk om dit op te lossen
     met een boot-prompt argument; zie de Linux Boot Prompt HOWTO,
     <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/BootPrompt-HOWTO.html> voor
     bijzonderheden.

  ·  Een aantal andere besturingssystemen staan toe dat een bus mouse
     een IRQ deelt met andere apparaten.  Linux ondersteunt dit niet; in
     feite zal je computer hierop vastlopen, als je dit probeert. Zie de
     Linux Bus Mouse HOWTO,
     <http://http://www.linuxdoc.org/HOWTO/Busmouse-HOWTO.html>, voor
     bijzonderheden, als je een bus mouse gebruikt.

  Als dit mogelijk is, zorg dan dat je aan het telefoonnummer van een
  ervaren Linux gebruiker komt, die je in geval van nood kunt bellen.
  Negen van de tien keer zul je het niet nodig hebben, maar het is wel
  prettig als je 't hebt.

  Veel tijd voor de installatie. Het zal voor een kaal systeem gaan om
  ongeveer een uur. Of tot wel drie uur voor een dual-boot systeem.
  (het gebeurt bij een dergelijk systeem vaker dat het niet goed opstart
  of blijft hangen).

  7.2.  Boot en root diskettes aanmaken

  (Deze stap is alleen nodig als je niet vanaf een CD-ROM kunt booten).


  Het zou kunnen dat je Linux CD-ROM wordt geleverd met daarop de
  hulpmiddelen voor de installatie die je, met behulp van interactieve
  aanwijzingen, door de processen heensluist die te maken hebben met het
  aanmaken van de boot-, root- en rescue-diskettes.  Dit kan een MS-DOS
  installatie-programma zijn (zoals het Red Hat redhat.exe programma) of
  een Unix-script of beiden.

  Als je zo'n programma hebt en het kunt gebruiken, zou je de rest van
  deze subsectie slechts ter informatie moeten lezen.  Start het
  programma op om de werkelijke installatie uit te voeren -- de auteurs
  ervan weten beslist meer van de specifieke distributie dan ik weet, en
  je zult er veel fouten mee kunnen voorkomen die bij een handmatige
  invoer al gauw neigen op te treden.

  Zie de Linux Bootdisk HOWTO  <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/Bootdisk-
  HOWTO.html>, voor meer gedetailleerde informatie over het maken van
  boot-diskettes.

  Je eerste stap bestaat uit het selecteren van een voor je hardware
  geschikte bootdisk-image.  Als je dit met de hand moet doen, zul je
  gewoonlijk merken dat of (a) de bootdisk images op je CD-ROM op een
  dusdanige wijze zijn benoemd dat het je zal helpen om de juiste eruit
  te kiezen, of (b) er zich een index-bestand vlakbij bevindt die iedere
  image beschrijft.

  Vervolgens moet je van de gekozen bootdisk en optioneel van de rescue-
  images diskettes aanmaken. Hier komt het MS-DOS programma RAWRITE.EXE
  aan bod.

  Vervolgens heb je twee of drie geformatteerde high-density MS-DOS
  diskettes nodig. (Ze moeten van hetzelfde type zijn; Dat wil zeggen,
  dat als je opstartdiskettestation een 3.5" drive is, beide diskettes
  van het high-density 3.5" formaat moeten zijn).  Je gebruikt
  RAWRITE.EXE om de bootdisk-images naar de diskettes te schrijven.

  Roep het als volgt zonder argumenten aan:


       C:\> RAWRITE


  Beantwoord de aanwijzingen voor de naam van het bestand dat moet
  worden weggeschreven en de diskette waar het naar toe moet worden
  geschreven (zoals A:). RAWRITE zal het bestand, blok-voor-blok ,
  direct naar de diskette schrijven. Gebruik RAWRITE ook voor de
  rootdisk-image (zoals COLOR144). Als je klaar bent, heb je twee
  diskettes: één met de bootdisk, de ander met de rootdisk. Let er op
  dat deze twee diskettes niet langer leesbaar zijn voor MS-DOS (het
  zijn in bepaalde zin ``Linux-formaat'' diskettes).

  Je kunt op een UNIX-systeem voor dezelfde taak het dd(1) commando
  gebruiken.  (Hiervoor zul je natuurlijk een UNIX-werkstation met een
  diskettestation nodig hebben).  Op bijvoorbeeld een Sun werkstation
  met het diskettestation op device /dev/rfd0, kun je het volgende
  commando gebruiken:



       $ dd if=bare of=/dev/rfd0 obs=18k




  Je moet op sommige werkstations (b.v., Suns) het passende uitvoer-
  argument (het `obs'-argument) voor de blokgrootte opgeven, anders
  werkt het niet. Als je hier problemen bij ondervindt, zou de man page
  voor dd(1) informatief kunnen zijn.

  Wees er zeker van dat je gloednieuwe foutvrije diskettes gebruikt. De
  diskettes mogen geen slechte blokken bevatten.

  Het is niet nodig dat je Linux of MS-DOS hebt geïnstalleerd om Linux
  te kunnen installeren. Het maakt het echter makkelijker om de boot en
  root diskettes vanaf je CD-ROM aan te maken.  Als je geen
  besturingssysteem op je computer hebt, kun je bij iemand anders Linux
  of MS-DOS gebruiken om de diskettes aan te maken, en hier vervolgens
  mee installeren.

  7.3.  Herpartitioneren van je DOS/Windows drives

  Op de meest gebruikte systemen, is de harde schijf reeds toegewezen
  aan partities voor MS-DOS, OS/2, enzovoort. Je zult de grootte van
  deze partities aan moeten passen om ruimte voor Linux vrij te maken.
  Als je een dual-boot systeem gaat gebruiken, wordt het ten zeerste
  aanbevolen dat je één of meer van de volgende mini-HOWTO's leest,
  waarin verschillende dual-boot configuraties zijn beschreven.


  ·  De DOS-Win95-OS2-Linux mini-HOWTO,
     <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/mini/Linux+DOS+Win95+OS2.html>.

  ·  De Linux+Win95 mini-HOWTO,
     <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/mini/Linux+Win95.html>

  ·  De Linux+NT-Loader mini-HOWTO,
     <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/mini/Linux+NT-Loader.html>

  Zelfs als ze niet direct toepasbaar zijn op je systeem, zullen ze je
  helpen bij het begrijpen van de met betrekking zijnde zaken.

  OPMERKING: Een aantal Linuxes zullen naar een directory op je MS-DOS
  partitie installeren.  (Dit is anders dan een installatie vanaf een
  MS-DOS partitie.  Je gebruikt in plaats daarvan het ``UMSDOS
  bestandssysteem'', dat je de mogelijkheid geeft om een directory van
  je MS-DOS partitie als een Linux bestandssysteem te behandelen.  Op
  deze manier hoef je je drive niet opnieuw te partitioneren.

  Ik raad je deze methode alleen aan als je drive reeds in vier
  partities is ingedeeld (het maximum dat door DOS wordt ondersteund),
  en het herpartioneren meer moeilijkheden op zal leveren dan het waard
  is.  (Linux zal door de overhead, ontstaan door het vertalen van de
  bestandsnamen, trager worden).

  Of als je Linux wilt uitproberen voordat je gaat herpartitioneren, is
  dit een goede manier om het te doen. Maar in de meeste gevallen zul je
  moeten herpartitioneren zoals hier beschreven.  Als je van plan bent
  om UMSDOS te gebruiken, sta je er alleen voor ---het wordt hier
  namelijk niet in detail beschreven.  Van nu af aan, gaan we er vanuit
  dat je UMSDOS NIET gebruikt, en dat je zult gaan herpartitioneren.

  Een partitie is gewoon een deel van de harde schijf die voor een
  bepaald besturingssysteem apart is gezet.  Als je alleen MS-DOS hebt
  geïnstalleerd, bestaat je harddisk waarschijnlijk slechts uit één
  partitie, volledig voor MS-DOS.  Om Linux te gebruiken moet je echter
  je drive herpartitioneren, zodat je één partitie voor MS-DOS en één
  (of meer) partities voor Linux hebt.

  Partities zijn er in drie soorten: primair, extended, en logisch. In
  het kort: primaire partities zijn de vier voornaamste partities op je
  drive.  Als je echter meer dan vier partities per drive wilt, zal je
  de laatste primaire partitie door een extended partitie moeten
  vervangen, die vele logische partities kan bevatten.  Je kunt gegevens
  niet direct op een extended partitie opslaan ---het wordt slechts als
  een container voor logische partities gebruikt.  Gegevens worden
  alleen op zowel primaire als logische partities opgeslagen.

  Anders gezegd: de meeste mensen gebruiken slechts primaire partities.
  Als je echter meer dan vier partities op een drive nodig hebt, maak je
  een extended partitie aan.  Logische partities worden dan bovenop de
  extended partitie aangemaakt, en daar heb je het---meer dan vier
  partities per drive.

  Je kunt Linux gemakkelijk op de tweede drive in je systeem installeren
  (onder MS-DOS bekend als D:). Je geeft eenvoudigweg de gepaste
  devicenaam op als je Linux partities aanmaakt.  Dit wordt hieronder in
  detail beschreven.

  Terug naar het herpartitioneren van je drive: Voorheen was er geen
  manier waarbij je de grootte van partities aan kon passen zonder dat
  de gegevens op dit partitie werden verwijderd. Tegenwoordig zijn er
  utility's voor het partitioneren die zonder verwijdering van de
  gegevens de grootte van partities kunnen wijzigen; ze zijn op de
  hoogte van de structuur van bestandssystemen, kunnen vrije ruimte op
  een bestandssysteem terugvinden, en bestandsgegevens op de partitie
  manoeuvreren om vrije ruimte te verplaatsen waar het nodig is om de
  wijziging van de grootte van de partitie goed te laten verlopen. Er
  wordt je nog steeds aangeraden een volledige backup te maken voordat
  je een dergelijke tool gaat gebruiken, voor het geval je een
  menselijke fout maakt.

  Onder Linux is het met GNU parted <http://www.gnu.org/software/parted>
  mogelijk partities aan te maken, te verwijderen, de grootte te
  wijzigen en te kopiëren. Het biedt ondersteuning voor ext2, FAT16, en
  FAT32 bestandssystemen, Linux swapdevices; het is tevens op de hoogte
  van MS-DOS disklabels. Parted is van nut bij het aanmaken van ruimte
  voor nieuwe besturingssystemen, het herorganiseren van diskgebruik,
  het kopiëren van gegevens tussen harddisks en disk-imaging. Het is
  relatief gezien nieuwe code; maar er is van gerapporteerd dat het goed
  werkt en het geen gegevens verwijdert.

  Er is een disk-herpartitioneer programma beschikbaar voor MS-DOS, met
  de naam FIPS, die de gegevens niet verwijdert.  Kijk op
  <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/install>.  Met FIPS, een
  diskoptimaliseerprogramma (zoals Norton Speed Disk), en een beetje
  geluk, zou je in staat moeten zijn om de grootte van MS-DOS partities
  aan te passen zonder de gegevens die erop staan, te verwijderen.

  De klassieke manier om partities te wijzigen, is met het programma
  FDISK.  Laten we er bijvoorbeeld vanuit gaan dat je een harde schijf
  hebt van 80 meg, die is toegewezen aan MS-DOS. Je zou het graag
  splitsen--40 meg voor MS-DOS en 40 meg voor Linux.  Dit kun je doen
  door FDISK onder MS-DOS op te starten, de 80 meg MS-DOS partitie te
  verwijderen, en opnieuw een 40 meg MS-DOS partitie ervoor in de plaats
  aan te maken.  Je kunt de nieuwe partitie vervolgens formatteren en je
  MS-DOS software vanaf je backups terugzetten.  40 megabytes van de
  drive wordt leeg gelaten.  Op een later tijdstip, maak je op het
  ongebruikte deel van de drive de Linux partities aan.

  Samengevat zou je het volgende kunnen doen om de grootte van de MS-DOS
  partities met FDISK aan te passen:

  1. Maak een volledige backup van je systeem.

  2. Maak een opstartbare MS-DOS diskette aan, door gebruik te maken van
     een commando als:

       FORMAT /S A:

  3. Kopieer de bestanden FDISK.EXE en FORMAT.COM en tevens alle andere
     benodigde utilities naar deze diskette.  (Bijvoorbeeld de utilities
     om je systeem van je backup terug te zetten.)

  4. Start met de MS-DOS systeemdiskette op.

  5. Start FDISK op, mogelijk kun je hierbij de drive die je wilt
     wijzigen, aangeven (zoals C: of D:).

  6. Gebruik de menu-opties van FDISK om de partities waarvan je de
     grootte aan wilt passen, te verwijderen.  Hiermee zullen alle
     gegevens op de betrokken partities verwijderd worden.

  7. Gebruik de menu-opties van FDISK om die partities opnieuw aan te
     maken, echter nu kleiner.

  8. Verlaat FDISK en formatteer de nieuwe partities opnieuw met het
     commando FORMAT.

  9. Plaats de originele bestanden terug vanaf de backup.

  MS-DOS FDISK zal je een optie geven om een ``logical DOS-drive''aan te
  maken. Een logical DOS-drive is gewoon een logische partitie op je
  harde schijf. Je kunt Linux op een logische partitie installeren, maar
  je wilt die logische partitie niet met MS-DOS fdisk aanmaken. Dus als
  je op dit moment een logisch DOS-station gebruikt, en Linux daarvoor
  in de plaats wilt installeren, zul je de logische drive met FDISK van
  MS-DOS moeten verwijderen, en daarvoor in de plaats (op een later
  tijdstip) een logische partitie voor Linux aan moeten maken.

  Het mechanisme dat voor het herpartitioneren voor OS/2 en andere
  besturingssystemen wordt gebruikt, is vergelijkbaar.  Zie de
  documentatie van die besturingssystemen voor bijzonderheden.

  7.4.  Aanmaken van partities voor Linux

  Na het herpartitioneren van je drive, zul je partities voor Linux aan
  moeten maken. Voordat we beschrijven hoe je dat kunt doen, gaan we het
  eerst hebben over partities en bestandssystemen onder Linux.

  7.4.1.  Partitie basiskennis

  Linux vereist tenminste één partitie, voor het root- bestandssysteem,
  waarin de Linux kernel zelf wordt bewaard.

  Je kunt je een bestandssysteem voorstellen als een partitie die voor
  Linux is geformatteerd.  Bestandssystemen worden gebruikt om bestanden
  te bevatten.  Op ieder systeem moet op z'n minst een root-
  bestandssysteem voorkomen.  De meeste gebruikers geven er echter de
  voorkeur aan om meerdere bestandssystemen te gebruiken--- één voor
  ieder belangrijk deel van de directory-structuur.  Je zou bijvoorbeeld
  een apart bestandssysteem kunnen hebben waarbij alle bestanden onder
  de /usr directory worden opgeslagen. (Op UNIX-systemen, worden
  voorwaartse slashes gebruikt om directory's te scheiden en geen
  backslashes zoals met MS-DOS). In dit geval heb je zowel een root-
  bestandssysteem als een /usr-bestandssysteem.

  Ieder bestandssysteem vereist een eigen partitie.  Daarom moet je twee
  Linux-partities aanmaken, als je zowel een root- als een /usr
  bestandssysteem gebruikt.

  Tevens maken de meeste gebruikers nog een swap partitie aan, die voor
  virtueel RAM wordt gebruikt.  Als je, laten we zeggen, 4 megabytes
  memory in je computer hebt, en een 10-megabyte swap partitie, heb je
  wat Linux aangaat, 14 megabytes aan virtueel memory.

  Als je gebruik maakt van swap space, verplaatst Linux ongebruikte
  geheugen pagina's naar je harddisk. Hierdoor kun je meerdere
  applicaties tegelijkertijd op je systeem draaien.  Het swappen is
  echter vaak langzaam en het is dus geen vervanging voor echt fysiek
  RAM.  Maar applicaties die een enorme hoeveelheid geheugen vereisen
  (zoals het X window Systeem) vallen vaak terug op swap space als je
  niet voldoende fysiek RAM hebt.

  Bijna alle Linux gebruikers gebruiken een swap partitie. Als je 4 of
  minder megabytes aan RAM hebt, is een swap partitie vereist om de
  software te kunnen installeren. Het wordt ten zeerste aanbevolen dat
  je zo ie zo een swap partitie hebt, tenzij je over een flinke
  hoeveelheid fysiek RAM in je computer beschikt.

  De grootte van je swap partitie hangt af van de hoeveelheid virtueel
  geheugen die je nodig hebt.  Het wordt vaak aangeraden om tenminste 16
  megabytes virtueel memory aan te houden. Als je 8 meg fysiek RAM hebt,
  zou je dus een 8-megabyte swap partitie aan kunnen maken.  Swap
  partities kunnen niet groter zijn dan 128 megabytes.  Om die reden
  moet je meerdere swap partities aanmaken, als je meer dan 128 meg swap
  nodig hebt.  Je kunt in totaal 16 swap partities aanmaken.

  Je kunt meer theorie over swap space en het partitioneren van disks
  vinden in de Linux Partition mini-HOWTO (
  <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/mini/Partition.html>).

  Opmerking: het is mogelijk, echter wel een beetje lastig, om swap-
  partities tussen Linux en Windows in een dual-boot systeem te delen.
  Zie de Linux Swap Space Mini-HOWTO,
  <ftp://metalab.unc.edu/pub/Linux/docs/HOWTO/unmaintained/Swap-Space>,
  voor de details.

  Punt #1: Als je een EIDE-drive met een partitie na de eerste 504 MB
  hebt, is het mogelijk dat je BIOS je niet toestaat om de Linux, die je
  daarop hebt geïnstalleerd, te booten.  Dus houd je root-partitie onder
  de 504MB. Dit zou geen probleem mogen zijn voor SCSI-drivecontrollers,
  die normaal gesproken hun eigen drive BIOS firmware hebben. Zie de
  Large Disk Mini-HOWTO,  <http://www.linuxdoc.org/HOWTO/mini/Large-
  Disk.html>, voor technische details.

  Punt #2: Gebruik je IDE en SCSI drives doorelkaar?  Pas dan op.  Het
  kan zijn dat je BIOS het niet toestaat dat je direct vanaf een SCSI-
  drive opstart.

  7.4.2.  Grootte van partities aanpassen

  Naast je root- en swap-partities, wil je waarschijnlijk één of meer
  partities voor je software- en home-directory's opzetten.

  Ondanks dat je, in theorie, alles vanaf een enkele enorm grote root-
  partitie kunt draaien, doet bijna niemand dit. Meerdere partities
  geven verscheidene voordelen:


  ·  Het vermindert vaak de tijd die nodig is voor controles van het
     bestandssysteem tijdens opstarten van het systeem.

  ·  Bestanden kunnen niet over partitie grenzen `groeien'.  Daardoor
     kun je partitie grenzen als brandgangen gebruiken tegen programma's
     (zoals Usenet news) die een enorme hoeveelheid van de disk
     verbruiken, om te voorkomen, dat ze de bestandsruimte, die benodigd
     is voor je kernel en de rest van je applicaties, verdringen.

  ·  Als je ooit een slechte plek op je harddisk ontdekt, is het
     formatteren en herstellen van een enkele partitie minder erg dan
     weer van voren af aan te moeten beginnen.
  Op grote disks bestaat een goede setup tegenwoordig uit een kleine
  root-partitie (minder dan 80 meg), een middelgrote /usr partitie (tot
  ongeveer 300 meg) voor de systeemsoftware, en een /home partitie die
  de rest van je beschikbare ruimte voor home- directory's in beslag
  neemt.

  Je kunt het verfijnder uitwerken. Als je bijvoorbeeld nu al weet dat
  je Usenet news zult gaan gebruiken, zou je er een eigen partitie aan
  toe kunnen kennen om het maximaal mogelijke diskgebruik in te perken.
  Of een /var partitie aan kunnen maken voor zowel mail, news als ook de
  tijdelijke bestanden.  Maar in het regime van vandaag, van zeer
  goedkope en zeer grote harddisks lijken deze complicaties steeds
  minder nodig voor je eerste Linux installatie. Houd het vooral voor de
  eerste keer eenvoudig.

  7.5.  De installatiedisk booten

  De eerste stap bestaat uit het opstarten met de bootdisk die je hebt
  aangemaakt.  Normaal gesproken zul je op kunnen starten zonder
  gegevens in te voeren; boot-prompt van de kernel zal zichzelf na 10
  seconden vervangen.  Zo boot je normaal gesproken vanaf een IDE-disk.

  Door argumenten na de kernelnaam op te geven, kun je verscheidene
  hardware-parameters specificeren, zoals de IRQ en het adres van je
  SCSI- of drivegeometrie, voor het booten van de Linux kernel.  Dit kan
  nodig zijn als Linux bijvoorbeeld je SCSI-controller of geometrie van
  de harddrive niet herkent.

  In het bijzonder vereisen vele BIOS-loze SCSI controllers dat je het
  poort-adres en IRQ tijdens de systeemstart opgeeft.  Bovendien slaan
  IBM PS/1, ThinkPad, en ValuePoint computer-drivegeometrie niet op in
  de CMOS, en moet je deze gegevens daarom tijdens de systeemstart
  opgegeven.  (Op een later tijdstip, zul je in staat zijn om je
  produktiesysteem zodanig te configureren dat het dergelijke parameters
  zelf toevoegt).

  Bekijk de meldingen als het systeem boot. Ze zullen de hardware die je
  Linux installatie detecteert opsommen en beschrijven. In 't bijzonder,
  zou je een opsomming moeten zien van de gedetecteerde SCSI-hosts, als
  je een SCSI- controller hebt. Als je de melding



       SCSI: 0 hosts




  ziet, dan werd je SCSI controller niet gedetecteerd, en zal je uit
  moeten zoeken, hoe je de kernel kunt laten weten waar 't te vinden is.

  Het systeem zal ook informatie weergeven over de gedetecteerde drive-
  partities en apparaten. Als iets aan deze informatie niet juist is, of
  ontbreekt, zul je het detecteren van je hardware moeten forceren.

  Als aan de andere kant alles goed gaat en het erop lijkt dat je
  hardware wordt gedetecteerd, kun je naar de volgende sectie aan, ``Het
  laden van de root-disk.''

  Om het detecteren van de hardware te forceren, zal je met behulp van
  de volgende syntax de juiste parameters achter de boot-prompt in
  moeten voeren:




  linux <parameters...>




  Er zijn een aantal van dergelijke parameters beschikbaar; we sommen
  een aantal van de meest gebruikelijke hieronder op.  Moderne Linux-
  bootdisks zullen je, vaak voordat je opstart, de optie geven om
  helpschermen te bekijken die de kernel-parameters beschrijven.


  ·  hd=cylinders,heads,sectoren Specificeer de drive-geometrie.
     Vereist voor systemen zoals de IBM PS/1, ValuePoint, en ThinkPad.
     Als je drive bijvoorbeeld 683 cylinders, 16 heads, en 32 sectoren
     per spoor heeft, vul je in



       linux hd=683,16,32




  ·  tmc8xx=memaddr,irq Specificeer adres en IRQ voor BIOS-loze Future
     Domain TMC-8xx SCSI controller. Bijvoorbeeld,



       linux tmc8xx=0xca000,5






  Het voorvoegsel 0x moet worden gebruikt vóór alle hex waardes die
  worden opgegeven.  Dit geldt voor alle volgende opties.

  ·  st0x=memaddr,irq Specificeer adres en IRQ voor BIOS-loze Seagate
     ST02 controller.

  ·  t128=memaddr,irq Specificeer adres en IRQ voor BIOS-loze Trantor
     T128B controller.

  ·  ncr5380=port,irq,dma Specificeer poort, IRQ, en DMA kanaal voor
     algemene NCR5380 controller.

  ·  aha152x=port,irq,scsi_id,1 Specificeer poort, IRQ, en SCSI ID voor
     BIOS-loze AIC-6260 controllers. Dit is inclusief de Adaptec 1510,
     152x, en Soundblaster-SCSI controllers.

  Als je vragen over deze boot-time opties hebt, lees dan alsjeblieft de
  Linux SCSI HOWTO door, deze zou op ieder Linux FTP archief beschikbaar
  moeten zijn (of vanwaar je dit document hebt verkregen).  De SCSI
  HOWTO legt Linux SCSI compatibiliteit gedetailleerder uit.

  7.5.1.  Het kiezen van een EGA of X installatie

  Oudere Linuxes (waaronder Slackware) gaven je op dit punt een shell en
  vereisten dat je de installatie commando's in een voorgeschreven reeks
  met de hand invoerde.  Dit is nog steeds mogelijk, maar nieuwere
  versies starten een schermgeoriénteerd installatieprogramma op waarmee
  je interactief de stappen doorloopt, en je daarbij veel hulp geven.

  Je zult waarschijnlijk de optie krijgen om X gelijk proberen te
  configureren zodat het installatieprogramma grafisch verder kan.  Als
  je voor deze weg kiest, zal het installatieprogramma je vragen stellen
  over je mouse en monitor type voordat je naar de eigenlijke
  installatie gaat. Zodra je je produktie Linux hebt geïnstalleerd,
  zullen deze instellingen voor je worden bewaard. Je zult later in de
  gelegenheid worden gesteld om je monitor's performance beter af te
  stellen, dus in dit stadium is het verstandig om te beginnen met een
  basis 640x480 SVGA-mode.

  X is niet noodzakelijk voor installatie, (er vanuit gaande dat je
  voorbij de mouse en monitor configuratie komt), maar veel mensen
  vinden de grafische interface gemakkelijker te gebruiken.  En je zult
  X toch willen installeren, dus het heeft zin om dit al in een vroeg
  stadium te proberen.

  Volg gewoon de aanwijzingen in het programma op. Het leidt je door de
  benodigde stappen om je disk voor te bereiden, de eerste gebruikers
  accounts aan te maken, en softwarepackages vanaf de CD-ROM te
  installeren.

  In de volgende subsecties zullen we een aantal van de lastige gebieden
  in de installatie-reeks beschrijven alsof je ze met de hand deed. Dit
  zou je mogelijk kunnen helpen bij het begrijpen van wat het
  installatieprogramma doet, en waarom.

  7.5.2.  Gebruik van fdisk en cfdisk

  Je eerste installatie stap zal zodra de root-disk Linux is opgestart,
  bestaan uit het aanmaken of wijzigen van de partietabellen van je
  disks. Zelfs als je FDISK gebruikte om je partities eerder in te
  stellen, zul je nu naar de partitie tabel terug moeten en enige Linux-
  specifieke informatie in moeten vullen.

  Om Linux partities aan te maken of te wijzigen, gebruiken we de Linux
  versie van het fdisk programma, of de schermgeoriénteerde variant
  cfdisk.

  Gewoonlijk zal het installatieprogramma zoeken naar een reeds
  bestaande partitietabel en je aanbieden om fdisk of cfdisk voor je op
  te starten. Van de twee is cfdisk beslist gemakkelijker in het
  gebruik, maar huidige versies ervan zijn ook minder tolerant ten
  aanzien van een niet bestaande of beschadigde partitietabel.

  Daarom kan het zijn (vooral als je op ongebruike hardware installeert)
  dat je constateert dat je met fdisk moet beginnen om in een zodanige
  situatie te geraken dat cfdisk ermee om kan gaan. Probeer cfdisk op te
  starten; als het klaagt, start je fdisk op. (Een juiste manier om
  verder te gaan als je een systeem opzet met alleen Linux, en cfdisk
  klaagt, is om fdisk te gebruiken om alle bestaande partities te
  verwijderen en vervolgens cfdisk opstart om de lege tabel te
  wijzigen).

  Een aantal opmerkingen gelden voor zowel fdisk als cfdisk. Beide nemen
  als argument, de naam van de drive waar je Linux partities op aan wilt
  maken.  Harddrive devicenamen zijn:


  ·  /dev/hda Eerste IDE drive

  ·  /dev/hdb Tweede IDE drive

  ·  /dev/sda Eerste SCSI drive

  ·  /dev/sdb Tweede SCSI drive

  Om bijvoorbeeld Linux partities op een eerste SCSI-drive in je systeem
  aan te maken, zul je het commando
       cfdisk /dev/sda


  gebruiken (of je installatie programma zou het kunnen genereren vanaf
  een menukeuze).  Als je fdisk of cfdisk zonder een argument gebruikt,
  zal het uitgaan van /dev/hda.

  Om Linux partities op de tweede drive op je systeem aan te maken,
  specificeer je, als je fdisk opstart, eenvoudigweg /dev/hdb (voor IDE
  drives) of /dev/sdb (voor SCSI drives).

  Je Linux-partities hoeven niet allemaal op dezelfde drive voor te
  komen.  Het zou bijvoorbeeld kunnen dat je een partitie voor je root-
  bestandssysteem op /dev/hda aan wilt maken en je swap partitie op
  /dev/hdb.  Om dit te doen start je voor iedere drive fdisk of cfdisk
  eenmalig op.

  In Linux krijgen partities namen die gebaseerd zijn op de drive aan
  welke ze toebehoren. De eerste partitie bijvoorbeeld op drive /dev/hda
  is /dev/hda1, de tweede is /dev/hda2, en zo verder. Als je enkel
  logische partities hebt, zijn ze zodanig genummerd dat ze beginnen met
  /dev/hda5, /dev/hda6 enz.

  OPMERKING: Verwijder of maak geen partities aan voor andere
  besturingssystemen dan Linux met Linux fdisk of cfdisk. Dat wil
  zeggen, verwijder of maak geen MS-DOS partities aan met deze versie
  van fdisk; gebruik in plaats daarvan de FDISK versie van MS-DOS.  Als
  je een MS-DOS partitie met Linux fdisk probeert aan te maken, bestaat
  de kans dat MS-DOS de partitie niet zal herkennen en niet op de juiste
  wijze opgestart kan worden.

  Hier is een voorbeeld van het gebruik van fdisk. We hebben hier een
  enkele MS-DOS partitie met 61693 blokken op de drive, en de rest van
  de schijf is vrij voor Linux. (Onder Linux, is een block 1024 bytes.
  Dus 61693 blocks is ongeveer 61 megabytes). We zullen gewoon twee
  partities in dit voorbeeld aanmaken, een swap en een root.  Je zult
  dit waarschijnlijk uitbreiden naar vier partities overeenkomstig de
  hierboven genoemde aanbevelingen: één voor het root bestandssysteem,
  één voor de systeem software, en een home directory gebied.

  Eerst gebruiken we het ``p'' commando om de huidige partitie tabel te
  tonen.  Zoals je kunt zien, is /dev/hda1 (de eerste partitie op
  /dev/hda) een DOS partitie van 61693 blocks.


       Command (m for help):   p
       Disk /dev/hda: 16 heads, 38 sectors, 683 cylinders
       Units = cylinders of 608 * 512 bytes

            Device Boot  Begin   Start     End  Blocks   Id  System
         /dev/hda1   *       1       1     203   61693    6  DOS 16-bit >=32M

       Command (m for help):




  Vervolgens gebruiken we het ``n'' commando om een nieuwe partitie aan
  te maken. De Linux root partitie zal 80 meg groot zijn.







  Command (m for help):  n
  Command action
      e   extended
      p   primary partition (1-4)
  p




  Hier wordt ons gevraagd of we een extended of primaire partitie aan
  willen maken.  In de meeste gevallen zul je een primaire partitie
  gebruiken, tenzij je meer dan vier partities op een drive nodig hebt.
  Zie de sectie ``Herpartitioneren'' hierboven, voor meer informatie.



       Partition number (1-4): 2
       First cylinder (204-683):  204
       Last cylinder or +size or +sizeM or +sizeK (204-683): +80M




  De eerste cylinder zou de cylinder moeten zijn NA die waar de laatste
  partitie eindigde.  In dit geval eindigde /dev/hda1 bij cylinder 203,
  dus we beginnen de nieuwe partitie op cylinder 204.

  Zoals je kunt zien, wordt een partitie ter grootte van 80 meg
  aangegeven, als we de notatie ``+80M'' gebruiken.  Op vergelijkbare
  wijze, geeft de notatie ``+80K'' een partitie ter grootte van 80
  kilobyte aan, en ``+80'' zou een 80 byte partitie specificeren.



       Warning: Linux cannot currently use 33090 sectors of this partition




  Als je deze waarschuwing ziet, kun je hem negeren. Het is overgebleven
  van een oude beperking dat Linux bestandssystemen slechts 64 meg groot
  konden zijn. Dit is echter met de nieuwere bestandssystemen niet meer
  het geval...de omvang van partities kunnen nu tot 4 terabytes groot
  zijn.

  Vervolgens maken we onze 10 megabyte swap partitie, /dev/hda3.



       Command (m for help): n
       Command action
           e   extended
           p   primary partition (1-4)
       p

       Partition number (1-4): 3
       First cylinder (474-683):  474
       Last cylinder or +size or +sizeM or +sizeK (474-683):  +10M




  We tonen nogmaals de inhoud van de partitietabel. Zorg ervoor dat je
  de getoonde informatie opschrijft, vooral de grootte van iedere
  partitie in blokken. Je hebt deze informatie op een later tijdstip nog
  nodig.
       Command (m for help): p
       Disk /dev/hda: 16 heads, 38 sectors, 683 cylinders
       Units = cylinders of 608 * 512 bytes

            Device Boot  Begin   Start     End  Blocks   Id  System
         /dev/hda1   *       1       1     203   61693    6  DOS 16-bit >=32M
         /dev/hda2         204     204     473   82080   83  Linux native
         /dev/hda3         474     474     507   10336   83  Linux native




  Merk op dat de Linux swap partitie (hier, /dev/hda3) van het type
  ``Linux native'' is. We moeten het type van de swap partitie wijzigen
  in ``Linux swap'' zodat het installatieprogramma het als zodanig zal
  herkennen.  Gebruik hiervoor het fdisk ``t'' commando:



       Command (m for help): t
       Partition number (1-4): 3
       Hex code (type L to list codes): 82




  Als je ``L'' gebruikt om de soort codes te tonen, zul je zien dat het
  type 82 correspondeert met Linux swap.

  Gebruik het ``w'' commando, om uit fdisk te gaan en de wijzigingen te
  bewaren naar de partitietabel.  Gebruik het ``q'' commando om uit
  fdisk te gaan ZONDER de wijzigingen te bewaren.

  Nadat je uit fdisk bent gegaan, is het mogelijk dat het systeem je
  laat weten dat je je systeem opnieuw dient op te starten, om er zeker
  van te zijn dat de wijzigingen effect hebben.  In het algemeen is er
  geen reden om na het gebruik van fdisk opnieuw op te starten---moderne
  versies van fdisk en cfdisk zijn slim genoeg om de partities zonder
  opnieuw opstarten bij te werken.

  7.5.3.  Na-partitie stappen

  Nadat je de partitietabellen hebt gewijzigd, zou je installatie
  programma ernaar moeten kijken en je de mogelijkheid geven om je swap
  partitie voor je te activeren.

  (Hier is een vraag van gemaakt, in plaats van het automatisch te doen,
  vanwege de kans dat je een dual-boot systeem draait en één van je
  niet-Linux partities op een swap volume zou kunnen lijken).

  Vervolgens zal het programma je vragen om namen aan de Linux
  bestandssystemen (zoals /, /usr, /var, /tmp, /home, /home2, enz.) toe
  te kennen aan alle niet-swap partities die je zult gaan gebruiken.

  Hier is slechts één regel voor. Er moet een root bestandssysteem zijn,
  met de naam /, en het moet opstartbaar zijn.  Je kunt je andere Linux
  partities noemen zoals je wilt.  Maar er zijn een aantal conventies
  over hoe je ze benoemt en die het je waarschijnlijk later eenvoudiger
  zullen maken.

  Eerder raadde ik een setup van drie partities aan met een kleine root,
  een middelgrote systeem-software partitie, en een grote home-directory
  partitie. Traditiegetrouw zouden deze /, /usr, en /home worden
  genoemd. De tegen-intuïtive `/usr' naam is een historisch overblijfsel
  uit de tijd dat (veel kleinere) Unix-systemen uit systeem- en
  gebruikers-software op een enkele niet-root partitie bestonden.
  Sommige software rekent daarop.

  Als je meer dan één home-directory gebied hebt, is het gebruikelijk om
  deze /home, /home2, /home3, enz. te noemen.  Dit zou aan de orde
  kunnen zijn als je twee fysieke disks hebt.  Op mijn eigen systeem,
  bijvoorbeeld, ziet de lay-out er als volgt uit:



       Filesystem         1024-blocks  Used Available Capacity Mounted on
       /dev/sda1              30719   22337     6796     77%   /
       /dev/sda3             595663  327608   237284     58%   /usr
       /dev/sda4            1371370    1174  1299336      0%   /home
       /dev/sdb1            1000949  643108   306130     68%   /home2




  De tweede disk (sdb1) is niet geheel voor /home2; de swap partities op
  sda en sdb worden in dit overzicht niet getoond.  Maar je kunt wel
  zien dat /home het grote vrije gebied op sda is en /home2 het
  gebruikersgebied van sdb.

  Als je een partitie voor variabele gegegevens, spool, tijdelijke,
  mail, en news bestanden aan wilt maken, noem het dan /var.  Anders zul
  je waarschijnlijk een /usr/var aan willen maken en een symbolische
  koppeling met de naam /var aanmaken, die ernaar verwijst.  (het kan
  zijn dat het installatie programma je de mogelijkheid geeft om dit
  voor je te doen).

  7.6.  Installeren van softwarepackages

  Zodra je het voorbereiden van je disk hebt gehad, zou de rest van de
  installatie bijna automatisch moeten gaan.  Je installatie programma
  (of het nu gebaseerd is op EGA of X) zal je door een serie menu's
  begeleiden die je de mogelijkheid geven de CD-ROM aan te geven, waar
  je van gaat installeren, de te gebruiken partities, enzovoort.

  We gaan hier dit specifieke deel van de installatie niet documenteren.
  Het is één van de delen die het meest verschilt tussen de
  verschillende Linux distributies (traditiegetrouw concureren verkopers
  door hier extra's toe te voegen), maar ook het eenvoudigste deel.  En
  de installatie programma's zijn redelijk zelf-uitleggend, met goede
  hulp op het scherm.

  7.7.  Na het installeren van de packages

  Nadat de installatie is voltooid en als alles goed is gegaan, zal het
  installatie programma je een aantal opties laten doorlopen voor het
  configureren van het systeem voordat het voor de eerste keer vanaf de
  harde schijf wordt opgestart.

  7.7.1.  LILO, de LInux LOader

  LILO (wat staat voor LInux LOader) is een programma dat je de
  mogelijkheid zal geven om Linux (als ook andere besturingssystemen,
  zoals MS-DOS) vanaf je harde schijf op te starten.

  Je krijgt mogelijk de optie om LILO op je harde schijf te installeren.
  Tenzij je OS/2 gebruikt, antwoordt je hier met `yes'.  OS/2 heeft
  speciale eisen; zie ``Aangepaste LILO Configuratie'' hieronder.

  LILO als je primaire loader installeren, maakt een aparte boot
  diskette overbodig; in plaats daarvan kun je LILO iedere keer dat je
  je systeem opnieuw opstart, opgeven welke OS moet worden opgestart.

  7.7.2.  Maken van een productie boot disk (optioneel)

  Het kan ook zijn dat je de mogelijkheid krijgt om een ``standard boot
  disk'' aan te maken, die je kunt gebruiken om je zojuist
  geïnstalleerde Linux systeem mee op te starten.  (Dit is een oudere en
  iets minder geschikte methode die er vanuit gaat dat je normaal
  gesproken DOS zult booten, en de opstartdiskette gebruikt om Linux op
  te starten).

  Hiervoor heb je een lege, geformatteerde MS-DOS diskette nodig van het
  type waarmee je je systeem boot.  Doe gewoon de diskette in het
  station als je hiervoor een aanwijzing krijgt en er zal een bootdisk
  worden aangemaakt.  (Dit is niet hetzelfde als een installatie-
  bootdisk, en je kunt de één niet voor de ander verwisselen!).

  7.7.3.  Diverse systeemconfiguratie

  De post-installatie procedure kan je ook door verscheidene menu-items
  loodsen om je de gelegenheid te geven je systeem te configureren.  Dit
  betreft het aangeven van je modem en mouse device, als ook je
  tijdzone.  Volg de opties in het menu.

  Het kan ook zijn dat je een aanwijzing krijgt om gebruikersaccounts
  aan te maken of een wachtwoord voor het root-account (administratie)
  in te voeren. Dit is niet ingewikkeld en je kunt gewoonlijk de
  instructies op het scherm volgen.

  8.  Booten van Je Nieuwe Systeem

  Als alles is gegaan zoals gepland, zou het nu moeten lukken om Linux
  met gebruik van LILO vanaf de harde schijf te booten.  Als
  alternatief, zou je in staat moeten zijn om Linux vanaf je
  opstartdiskette op te starten (niet de originele opstartdiskette, maar
  de diskette aangemaakt na het installeren van de software).  Log na
  het booten in als root. Gefeliciteerd! Je hebt je eigen Linux-systeem.

  Als je LILO gebruikt voor het opstarten, probeer dan de shift- of
  control-toets tijdens het booten vast te houden.  Hierdoor krijg je
  een boot-prompt; druk op tab om een lijst met opties te krijgen. Op
  deze manier kun je Linux, MS-DOS, of wat dan ook, direct vanuit LILO
  booten.

  9.  Na Je Eerste Boot

  Je zou nu naar een login-prompt van een nieuwe Linux moeten kijken,
  net vanaf je harddisk opgestart. Gefeliciteerd!

  9.1.  Beginnen met Systeembeheer

  Afhankelijk van hoe de installatie-fase is verlopen, kan het nodig
  zijn dat je accounts moet aanmaken, je hostname wijzigen, of X in dit
  stadium (her)configureren.  Er zijn veel meer zaken die je in kunt
  stellen en configureren, waaronder backup-devices, SLIP/PPP-
  koppelingen naar een Internet Service Provider, enz.

  Een goed boek over UNIX systeemadministratie zou daarbij kunnen
  helpen. (Ik raad je Essential Systems Administration van O'Reilly en
  Associates aan). Je zult deze zaken in de loop van de tijd oppikken.
  Je zou diverse andere Linux HOWTO's moeten lezen, zoals de NET-3-HOWTO
  en de Printing-HOWTO, voor informatie over andere te configureren
  taken.

  9.2.  Aangepaste LILO Configuratie

  LILO is een bootloader, die kan worden gebruikt om tijdens het
  opstarten van het systeem te kiezen voor Linux, MS-DOS of een aantal
  andere besturingssystemen.  De kans bestaat dat je distributie
  automatisch LILO tijdens de installatie fase voor je installeert
  (tenzij je OS/2 gebruikt, is dit wat je zou hebben moeten gedaan).
  Als dit zo is, kun je de rest van deze sectie overslaan.

  Al je LILO als de primaire boot loader hebt geïnstalleerd, zal het het
  eerste stadium van het bootproces voor alle besturingssystemen op je
  harddisk afhandelen.  Dit werkt goed als MS-DOS het enige
  besturingssyteem is dat je hebt geïnstalleerd.  Mogelijk gebruik je
  OS/2, en die heeft zijn eigen Boot Manager.  In dit geval, wil je
  waarschijnlijk dat de OS/2 Boot Manager je primaire bootloader is, en
  LILO (als de tweede bootloader) slechts gebruiken om Linux op te
  starten.

  Een belangrijk punt voor mensen die EIDE-systemen gebruiken: je
  bootsectoren voor ieder OS moeten zich, vanwege een BIOS beperking, op
  één van de eerste twee disks bevinden.  Anders zal LILO blijven hangen
  na de letters "LI" te hebben geschreven, ongeacht vanwaar je het
  uitvoert.

  Als je LILO handmatig moet configureren , houdt dit het wijzigen van
  het bestand /etc/lilo.conf in. Hieronder laten we een voorbeeld van
  een LILO configuratiebestand zien.  De Linux root-partitie bevindt
  zich op /dev/hda2, en MS-DOS is op /dev/hdb1 (op de tweede harde
  schijf) geïnstalleerd.



       # Laat LILO weten zichzelf als de primaire boot loader op /dev/hda te
       installeren.
       boot = /dev/hda
       # De te installeren boot image; je zult dit waarschijnlijk niet hoeven wijzigen
       install = /boot/boot.b

       # De opdrachten voor het opstarten van Linux.
       image = /vmlinuz       # De kernel bevindt zich in /vmlinuz
         label = linux        # Geef het de naam "linux"
         root = /dev/hda2     # Gebruik /dev/hda2 als het root-bestandssysteem
         vga = ask            # Geef een aanwijzing voor VGA-mode
         append = "aha152x=0x340,11,7,1"  # Voeg dit toe aan de boot-opties.
          # voor het detecteren van de SCSI-controller

       # De opdrachten voor het opstarten van MS-DOS
       other = /dev/hdb1      # Dit is de MS-DOS partitie
         label = msdos        # Geef het de naam "msdos"
         table = /dev/hdb     # De partitie-tabel voor de tweede drive




  Start /sbin/lilo als root op, nadat je het bestand /etc/lilo.conf hebt
  gewijzigd.  Hiermee zal LILO op je drive worden geïnstalleerd.  Let
  erop dat je /sbin/lilo iedere keer dat je je kernel hercompileert
  opnieuw op moet starten, om LILO naar de juiste bootloader te laten
  verwijzen.  (iets waarover je je nu nog geen zorgen hoeft te maken,
  maar houd het in gedachten).

  Let er op hoe we gebruik maken van de optie append om bootparameters
  in /etc/lilo.conf op te geven net zoals we dit bij het booten van de
  bootdisk deden.

  Je kunt je systeem nu vanaf de harddisk opstarten. Standaard zal LILO
  het besturingssysteem booten dat als eerste in het configuratiebestand
  voorkomt, wat in dit geval Linux is.  Om ervoor te zorgen dat er een
  opstartmenu verschijnt, om andere besturingssystemen te kunnen
  selecteren, houd je de shift of ctrl -toets vast terwijl je het
  systeem opstart; je krijgt dan een aanwijzing zoals

       Boot:


  Geef hier de naam van het besturingssysteem op dat je op wilt starten
  (gegeven door de label regel in het configuratiebestand; in dit geval,
  linux of msdos), of druk op tab voor een lijst.

  Stel dat je LILO als tweede bootloader wilt gebruiken; als je
  bijvoorbeeld Linux vanaf de OS/2's Boot Manager op wilt starten.
  Helaas moet je een partitie met het programma FDISK van OS/2 (niet die
  van Linux) aanmaken om een Linux partitie vanaf de OS/2 Boot Manger te
  kunnen booten, en de partitie als FAT of HPFS formatteren, zodanig dat
  OS/2 het herkent. (Dat is IBM voor jou).

  Je zult LILO slechts in je Linux root bestandssysteem (in het
  voorbeeld hierboven is dat /dev/hda2) te hoeven installeren om Linux
  vanuit de OS/2 bootmanager met behulp van LILO op te kunnen starten.
  In deze situatie zal je LILO configuratiebestand er ongeveer als volgt
  uitzien:



       boot = /dev/hda2
       install = /boot/boot.b
       compact

       image = /vmlinuz
         label = linux
         root = /dev/hda2
         vga = ask




  Let op de wijziging in de boot regel. Na het uitvoeren van /sbin/lilo
  zou je in staat moeten zijn om de Linux partitie aan de Boot Manager
  toe te voegen.  Dit mechanisme zou tevens moeten werken voor
  bootloaders die door andere besturingssystemen worden gebruikt.

  10.  Administratieve zaken

  10.1.  Gebruiksvoorwaarden

  Dit document valt onder het copyright 1998 door Eric S. Raymond. Je
  mag het gebruiken, verspreiden, en het vrij reproduceren, op
  voorwaarde dat:


  ·  Je deze copyright-vermelding niet wijzigt of verwijdert (je mag het
     vertalen).

  ·  Je het versienummer en de datum niet wijzigt of verwijdert.

  ·  Je de verwijzing naar de huidige WWW versie van dit document niet
     wijzigt of verwijdert.

  ·  Duidelijk als zodanig aangeeft als het om een gewijzigde of
     ingekorte versie gaat.

  Deze beperkingen zijn bedoeld om mogelijke lezers te beschermen tegen
  oude of verminkte versies. Als je denkt dat je een goede reden voor
  een uitzondering hebt, vraag me hier dan om.


  10.2.  Erkenningen

  Mijn dankbare erkenning aan Matt D. Welsh, die oorspronkelijk deze
  HOWTO schreef. Ik heb veel van de Slackware-specifieke inhoud
  verwijderd en de rest van het document besteed aan de CD-ROM
  installatie, maar een substantieel deel van de inhoud is nog steeds
  van hem afkomstig.

  De 4.1 versie werd wezenlijk verbeterd door een aantal suggesties van
  David Shao <dshao@best.com>.