Sophie

Sophie

distrib > Mandriva > 9.1 > ppc > by-pkgid > 4275f27a03145c1dd735c321a30f393b > files > 6

howto-text-nl-9.0-1mdk.noarch.rpm

  De Linux Bootdisk HOWTO
  Tom Fawcett (fawcett@croftj.net) Vertaald door: Ellen
  Bokhorst (bokkie@nl.linux.org)


  v3.6, januari 2000

  In dit document wordt beschreven hoe je je eigen boot/root diskettes
  voor Linux kunt ontwerpen en bouwen. Deze disks zouden kunnen worden
  gebruikt als rescue-disks of om nieuwe systeemcomponenten te testen.
  Als je de Linux FAQ en gerelateerde documenten, zoals de Linux
  Installation HOWTO en de Linux Install Guide, nog niet hebt gelezen,
  zou je niet moeten gaan proberen om bootdiskettes te bouwen. Zie de
  Appendix ``Voorgefabriceerde bootdisks'' als je slechts een rescue-
  disk voor noodgevallen wilt.
  ______________________________________________________________________

  Inhoudsopgave
















































  1. Voorwoord

     1.1 Versie noten
     1.2 Nog te doen
     1.3 Feedback en credits.
     1.4 Distributie richtlijnen

  2. Introductie

  3. Bootdisks en het bootproces

     3.1 Het bootproces
     3.2 Disktypen

  4. Bouwen van een root bestandssysteem

     4.1 Overzicht
     4.2 Aanmaken van het bestandssysteem
     4.3 Het bestandssysteem vullen.
        4.3.1 /dev
        4.3.2 /etc
        4.3.3 /bin en /sbin
        4.3.4 /lib
     4.4 Voorzieningen voor PAM en NSS
        4.4.1 PAM (Pluggable Authentication Modules).
        4.4.2 NSS (Name Service Switch).
     4.5 Modules
     4.6 Een aantal laatste details
     4.7 Het samenpakken

  5. Kiezen van een kernel.

  6. Het bijelkaar plaatsen: Het aanmaken van de diskette(s).

     6.1 De kernel met LILO transporteren
     6.2 Transporteren van de kernel zonder LILO.
     6.3 Instellen van het ramdisk word.
     6.4 Transporteren van het root-bestandssysteem

  7. Probleemoplossing

  8. Diverse onderwerpen

     8.1 Terugbrengen van de grootte van het root-bestandssysteem
     8.2 Niet-ramdisk root-bestandssystemen
     8.3 Bouwen van een utility-disk

  9. Hoe de pro's het doen

  10. Lijst met veelgestelde vragen

  11. Bronnen en verwijzingen

     11.1 Voorgefabriceerde bootdisks.
     11.2 Rescue packages.
     11.3 Graham Chapman's shell scripts
     11.4 LILO -- de Linux loader.
     11.5 Linux FAQ en HOWTO's
     11.6 Ramdisk usage.

  12. LILO boot foutcodes.

  13. Voorbeeld rootdisk directory listings

  14. Voorbeeldlisting van een directory op een utility-disk:

  ______________________________________________________________________

  1.  Voorwoord

  Noot: Het kan zijn dat dit document is verouderd. Als de datum op de
  titelpagina van meer dan zes maanden geleden is, controleer dan
  alsjeblieft de homepage van het Linux Documentatie Project op
  <http://linuxdoc.org/HOWTO/Bootdisk-HOWTO.html> om te zien of er een
  recentere versie bestaat.

  Alhoewel dit document in tekstvorm leesbaar zou moeten zijn, ziet het
  er in Postscript (.ps) of HTML vanwege de gebruikte typografische
  notatie veel beter uit. We moedigen je aan één van deze formaten te
  gebruiken. De Info versie komt er zo beschadigd uit dat het op moment
  van schrijven niet bruikbaar is.

  1.1.  Versie noten

  Graham Chapman (grahamc@zeta.org.au) schreef de oorspronkelijke
  Bootdisk-HOWTO en hij ondersteunde het tot aan versie 3.1. Tom Fawcett
  (fawcett@croftj.net) voegde heel wat materiaal toe voor kernel 2.0, en
  hij is sinds versie 3.2 de beheerder van het document. Veel van de
  oorspronkelijke inhoud geschreven door Chapman is behouden gebleven.

  Dit document is bedoeld voor Linux kernel 2.0 en later. Als je een
  oudere kernel hebt (1.2.xx of daarvoor), raadpleeg dan alsjeblieft de
  vorige versies van de Bootdisk-HOWTO die worden gearchiveerd op de
  homepage van Graham Chapman
  <http://www.zeta.org.au/~grahamc/linux.html>.

  Deze informatie is bedoeld voor Linux op het Intel platform. Veel van
  deze informatie kan toepasbaar zijn voor Linux op andere processoren,
  maar we hebben hiermee geen ervaring, of informatie uit de eerste
  hand.  Als iemand ervaring heeft met bootdisks op andere platformen,
  neem dan alsjeblieft contact met ons op.

  1.2.  Nog te doen

  Enige vrijwilligers?


  1. Beschrijf (of link naar ander document dat beschrijft) hoe andere
     opstartbare disk-achtige, zoals CDROM's, ZIP-disks en LS110-disks
     aan te maken.

  2. Beschrijf hoe om te gaan met de zeer grote libc.so shared
     libraries. De opties zijn voornamelijk om oudere, kleinere
     library's te krijgen of om te bezuinigen op bestaande library's.

  3. Heranalyseer distributie-bootdisks. Upgrade de sectie "Hoe de Pro's
     het doen".

  4. Verwijder sectie welke beschrijft hoe een bestaande distributie-
     bootdisk te upgraden. Dit geeft gewoonlijk meer problemen dat het
     waard is.

  5. Herschrijf/stroomlijn de sectie Probleemoplossing.

  1.3.  Feedback en credits.

  We verwelkomen iedere feedback, goed of slecht, over de inhoud van dit
  document. We hebben ons best gedaan je ervan te verzekeren dat de
  instructies en de informatie hierin accuraat en betrouwbaar zijn. Laat
  het ons alsjeblieft weten als je fouten vindt of er iets in ontbreekt.


  We bedanken de vele mensen die ons hebben geholpen met correcties en
  suggesties. Hun bijdragen hebben het veel beter gemaakt dan wanneer we
  het ooit alleen zouden hebben gedaan.

  Stuur opmerkingen, correcties en vragen naar de auteur via het email-
  adres hierboven. Ik vind het niet erg vragen trachten te beantwoorden,
  maar lees alsjeblieft eerst de sectie ``Probleemoplossing''.


  1.4.  Distributie richtlijnen

  Copyright © 1995,1996,1997,1998,1999,2000 door Tom Fawcett en Graham
  Chapman. Dit document mag onder de voorwaarden uiteengezet in de
  Licentie van het Linux Documentatie Project op
  <http://linuxdoc.org/copyright.html> worden gedistribueerd.  Neem
  alsjeblieft contact op met de auteurs als het je niet lukt aan de
  licentie te komen.

  Dit is vrije documentatie. Het wordt gedistribueerd in de hoop dat het
  van nut zal zijn, maar zonder enige garantie; zonder zelfs de
  impliciete garantie van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een
  bepaald doel..

  2.  Introductie

  Linux bootdisks zijn in een aantal situaties van nut, zoals:

  ·  Bij het testen van een nieuwe kernel.

  ·  Herstellen van een storing aan de disk -- alles van een verloren
     bootsector tot een crash van de diskkoppen.

  ·  Het herstellen van een gedeactiveerd systeem. Een kleine vergissing
     als root kan je systeem onbruikbaar achterlaten, en het kan zijn
     dat je van een diskette moet booten om het te herstellen.

  ·  Upgraden van kritieke systeembestanden, zoals libc.so.

  Er zijn verscheidene manieren om bootdisks te verkrijgen:


  ·  Gebruik er één van een distributie als Slackware. Hiervan zal je op
     z'n minst kunnen booten.

  ·  Gebruik een rescuepackage om disks in te stellen die zijn ontworpen
     om als rescue-disks te worden gebruikt.

  ·  Leer wat nodig is voor de werking van ieder type disk en bouw ze
     dan zelf.

  Een aantal mensen kiest voor de laatste optie zodat ze het zelf kunnen
  doen.  Op die manier, kunnen ze er zelf uitkomen wat ze moeten doen om
  het te herstellen als er iets misgaat. Plus dat het een geweldige
  manier is om te leren hoe een Linux-systeem werkt.

  In dit document wordt er vanuit gegaan dat je bekend bent met wat van
  de concepten met betrekking tot Linux systeembeheer.  Je zou
  bijvoorbeeld bekend moeten zijn met directory's, bestandssystemen en
  diskettes. Je zou moeten weten hoe je gebruik maakt van mount en df.
  Je zou moeten weten waar de bestanden /etc/passwd en fstab voor zijn
  en hoe ze er uitzien. Je zou moeten weten dat de meeste commando's in
  deze HOWTO als root moeten worden uitgevoerd.

  Het geheel opnieuw construeren van je eigen bootdisk kan gecompliceerd
  zijn.  Als je de Linux FAQ en gerelateerde documenten, zoals de Linux
  Installation HOWTO en de Linux Installation Guide nog niet hebt
  gelezen, zou je niet moeten proberen, boot-diskettes te bouwen. Als je
  slechts een werkende bootdisk voor noodgevallen nodig hebt, dan is het
  veel eenvoudiger een voorgefabriceerde disk te downloaden. Zie
  Appendix ``Voorgefabriceerde bootdisks'', verderop in dit document,
  voor waar deze te vinden zijn.

  3.  Bootdisks en het bootproces


  Een bootdisk is eigenlijk een miniatuur, zelf-bevattend Linux-systeem
  op een diskette. Het moet veel dezelfde functies verrichten die door
  een volledig Linux-systeem worden verricht. Voordat men zijn eigen
  bootdisk gaat bouwen, zou men de basis van het Linux bootproces moeten
  begrijpen. We presenteren je hier de basis, wat voldoende is voor het
  begrijpen van de rest van het document. Veel details en alternatieve
  opties zijn achterwege gelaten.

  3.1.  Het bootproces


  Alle PC-systemen starten het bootproces door het uitvoeren van code in
  ROM (in het bijzonder, de BIOS) om de sector vanaf sector 0, cylinder
  0 van de bootdrive te laden. De bootdrive is meestal het eerste
  diskettestation (aangeduid als A: onder DOS en /dev/fd0 onder Linux).
  De BIOS probeert deze sector dan uit te voeren. Op de meeste
  opstartbare disks, bevat sector 0, cylinder 0 zowel:


  ·  code van een bootloader zoals LILO, waarmee de kernel wordt
     gelokaliseerd, het laadt en uitvoert om de boot juist te starten
     als

  ·  de start van een besturingssysteem, zoals Linux.

  Als een Linux-kernel raw naar een diskette is gekopieerd, zal de
  eerste sector van de disk de eerste sector van de Linux-kernel zelf
  zijn.  De eerste sector zal het bootproces vervolgen door de rest van
  de kernel vanaf het bootdevice te laden.

  Zodra de kernel volledig is geladen, neemt het een basisinitialisatie
  van devices door. Het probeert vervolgens vanaf een device een root-
  bestandssysteem te laden en mounten.  Een root-bestandssysteem is
  gewoon een bestandssysteem dat als ``/'' is gemount. De kernel moet
  worden verteld waar het naar het root-bestandssysteem moet zoeken; als
  het daar geen laadbaar image kan vinden, stopt het.

  In een aantal bootsituaties -- vaak wanneer vanaf een diskette wordt
  geboot --, wordt het root-bestandssysteem in een ramdisk geladen, RAM
  welke door het systeem wordt benaderd alsof het een disk is.  Er zijn
  twee redenen waarom het systeem naar ramdisk laadt.  Ten eerste is RAM
  verscheidene malen sneller dan een diskette, dus de werking van het
  systeem is snel; en ten tweede kan de kernel een gecomprimeerd
  bestandssysteem vanaf de diskette laden en het in de ramdisk
  decomprimeren, waardoor het mogelijk is meer bestanden op de diskette
  te persen.

  Zodra het root-bestandssysteem is geladen en gemount, zie je een
  melding als:


          VFS: Mounted root (ext2 filesystem) readonly.





  Op dit punt vindt het systeem het programma init op het root-
  bestandssysteem (in /bin of /sbin) en voert het uit.  init leest zijn
  configuratiebestand /etc/inittab, zoekt naar een regel aangeduid met
  sysinit, en voert het genoemde script uit.  Het sysinit script is
  meestal iets als /etc/rc of /etc/init.d/boot. Dit script bestaat uit
  een set shell-commando's waarmee basissysteemservices worden
  ingesteld, zoals:


  ·  het op alle disks uitvoeren van fsck,

  ·  het laden van de benodigde kernel-modules,

  ·  het starten van swapping,

  ·  het initialiseren van het netwerk.

  ·  het mounten van disks vermeld in fstab.

  Dit script roept vaak diverse andere scripts aan voor de modulaire
  initialisatie.  Bijvoorbeeld: in de structuur van SysVinit bevat de
  directory /etc/rc.d/ een complexe structuur aan subdirectory's waarvan
  de bestanden aangeven hoe de meeste systeemservices te activeren en af
  te sluiten.  Op een bootdisk is het sysinit-script vaak erg eenvoudig.

  Wanneer het sysinit-script klaar is, wordt de controle aan init
  teruggegeven, die dan overgaat op het standaard runlevel, aangegeven
  in inittab door middel van het sleutelwoord initdefault.  In de regel
  met het runlevel wordt meestal een programma als getty gespecifieerd,
  dat verantwoordelijk is voor het afhandelen van communicaties via de
  console en tty's.  Het is het getty programma dat de bekende
  ``login:'' prompt afdrukt. Het getty roept op zijn beurt het programma
  login aan voor de afhandeling van de login-validatie en voor het
  instellen van gebruikerssessies.

  3.2.  Disktypen

  Na het bootproces te hebben geïnspecteerd, kunnen we nu diverse
  daarbij betrokken soorten disks definiëren. We classificeren disks in
  vier typen. Bij de bespreking in dit gehele document maken we, tenzij
  anders is aangegeven, gebruik van de term ``disk'' om naar diskettes
  te refereren, alhoewel het meeste net zo goed ook voor harddisks zou
  kunnen gelden.



     boot
        Een disk met een kernel welke kan worden geboot. De disk kan
        worden gebruikt om de kernel te booten, waarmee dan een root-
        bestandssysteem op een andere disk kan worden laden. De kernel
        op een bootdisk moet gewoonlijk worden verteld waar het zijn
        root-bestandssysteem kan vinden.

        Vaak wordt met een bootdisk een root bestandssysteem vanaf een
        andere diskette geladen, maar het is mogelijk een bootdisk zo in
        te stellen dat het in plaats daarvan een root bestandssysteem
        van een harddisk laadt.  Dit wordt in het algemeen gedaan bij
        het testen van een nieuwe kernel.  (in feite zal ``make zdisk''
        een dergelijke bootdisk automatisch vanuit de kernel-source
        aanmaken).


     root
        Een disk met een bestandssysteem met bestanden die nodig zijn om
        een Linux-systeem te draaien. Een dergelijke disk hoeft niet
        noodzakelijkerwijs een kernel of een bootloader te bevatten.
        Een root-disk kan worden gebruikt om het systeem onafhankelijk
        van enige andere disks te draaien, zodra de kernel is geboot.
        Meestal wordt de root-disk automatisch naar een ramdisk
        gekopieerd. Hierdoor wordt de toegang tot de root-disk veel
        sneller en geeft het 't diskettestation vrij voor een utility-
        disk.


     boot/root
        Een disk met zowel de kernel woorden: hierop staat alles dat
        nodig is om een Linux-systeem zonder harddisk te booten en
        draaien. Het voordeel van dit type disk is dat het compact is --
        alles dat nodig is op een enkele disk.  De van alles geleidelijk
        toenemende grootte betekent echter dat het, zelfs met
        compressie, in toenemende mate moeilijker wordt alles op een
        enkele diskette te passen.


     utility
        Een disk met een bestandssysteem, maar die niet is bedoeld om
        als een root-bestandssysteem te worden gemount. Het is een
        aanvullende gegevensdisk. Je zou dit type disk gebruiken om
        aanvullende utilities mee te vervoeren voor als je teveel hebt
        voor op je root-disk.


  In het algemeen bedoelen we wanneer we het hebben over ``het bouwen
  van een bootdisk'' het aanmaken van zowel de boot (kernel) als de root
  (bestanden).  Ze mogen zowel samen (een enkele boot/root disk) of
  apart (boot + root disks) voorkomen. De meest flexibele benadering
  voor rescue-diskettes is waarschijnlijk het gebruik van aparte boot-
  en rootdiskettes, en één of meer utility-diskettes voor datgene wat
  teveel is voor deze disks.

  4.  Bouwen van een root bestandssysteem

  Het aanmaken van het root-bestandssysteem bestaat uit het selecteren
  van de bestanden die nodig zijn om het systeem te draaien.  In deze
  sectie wordt beschreven hoe een gecomprimeerd bestandssysteem gebouwd
  kan worden.  Een minder algemene optie bestaat uit het bouwen van een
  ongecomprimeerd bestandssysteem op een diskette dat direct als root
  wordt gemount; dit alternatief wordt in de sectie ``Non-ramdisk Root
  Filesystem'' beschreven.

  4.1.  Overzicht

  Op een root-bestandssysteem moet al datgene voorkomen wat nodig is om
  een volledig Linux-systeem te ondersteunen. Hiervoor moeten op de disk
  de minimum-vereisten voor een Linux-systeem worden opgenomen:


  ·  De basis bestandssysteemstructuur,

  ·  Minimum set directories: /dev, /proc, /bin, /etc, /lib, /usr, /tmp,

  ·  Basisset utilities: sh, ls, cp, mv, enz.,

  ·  Minimum set configuratiebestanden: rc, inittab, fstab, enz.,

  ·  Devices: /dev/hd*, /dev/tty*, /dev/fd0, enz.,

  ·  Runtime library om te voorzien in basisfuncties die door utilities
     worden gebruikt.

  Uiteraard is ieder systeem slechts dan van nut als je er iets onder
  kunt draaien, en een root-diskette komt meestal alleen van pas als je
  iets kunt doen als:


  ·  Het controleren van een bestandssysteem op een andere drive, zoals
     bijvoorbeeld het controleren van je root-bestandssysteem op je
     harddrive, je van een andere drive Linux moet kunnen booten, zoals
     je dat met een root-diskette systeem kunt doen. Vervolgens kun je
     fsck op je oorspronkelijke root-drive uitvoeren zolang het niet is
     gemount.

  ·  Het terugzetten van alles of delen van je oorspronkelijke root-
     drive vanaf een backup door gebruik te maken van archief- en
     compressie-utilities zoals cpio, tar, gzip en ftape.

  We zullen beschrijven hoe een gecomprimeerd bestandssysteem te bouwen,
  het wordt zo genoemd omdat het op disk is gecomprimeerd en bij het
  booten op een ramdisk wordt gedecomprimeerd.  Met een gecomprimeerd
  bestandssysteem kunnen er veel bestanden (bij benadering zes
  megabytes) op een standaard 1440K diskette passen.  Omdat het
  bestandssysteem veel groter is dan een diskette, kan het niet op de
  diskette worden gebouwd. We moeten het elders bouwen, het comprimeren,
  en dan naar de diskette kopiëren.

  4.2.  Aanmaken van het bestandssysteem

  Om een dergelijk root-bestandssysteem te bouwen, heb je een reserve
  device nodig welke groot genoeg is om alle bestanden voor compressie
  te kunnen bevatten. Je zal een device nodig hebben dat capabel is om
  ongeveer vier megabytes te kunnen bevatten.  Er zijn verscheidene
  mogelijkheden:


  ·  Gebruik een ramdisk (DEVICE = /dev/ram0).  In dit geval wordt
     geheugen gebruikt om een diskdrive te simuleren.  De ramdisk moet
     groot genoeg zijn om een bestandssysteem van de van toepassing
     zijnde grootte bijeen te houden.  Controleer als je gebruik maakt
     van LILO, het configuratiebestand (/etc/lilo.conf) op een regel
     als:


             RAMDISK_SIZE = nnn


  waarmee het maximum-RAM is vastgesteld dat door een ramdisk in beslag
  kan worden genomen. De standaardwaarde is 4096K, wat voldoende zou
  moeten zijn.  Je zou waarschijnlijk niet moeten proberen een
  dergelijke ramdisk op een computer met minder dan 8MB aan Ram te
  gebruiken.

  Controleer voor de zekerheid of je een device hebt als /dev/ram0,
  /dev/ram of /dev/ramdisk. Als dit niet zo is, maak /dev/ram0 dan aan
  met mknod (major nummer 1, minor 0).

  ·  Als je een ongebruikte harddiskpartitie hebt die groot genoeg is
     (verscheidene megabytes), dan is dit een goede oplossing.

  ·  Gebruik een loopback device, waarmee het is toegestaan een
     diskbestand als een device te laten functioneren.  Met het gebruik
     van een loopback-device kun je een bestand van drie megabyte op je
     harddisk aanmaken en er het bestandssysteem op bouwen.

     Typ man losetup voor instructies over het gebruik van loopback
     devices.  Als je losetup niet hebt, kun je het samen met
     compatibele versies van mount en unmount ophalen vanuit het util-
     linux package in de directory
     <ftp://ftp.win.tue.nl/pub/linux/utils/util-linux/>.
     Als je op je systeem geen loop-device /dev/loop0, /dev/loop1, etc.)
     hebt, zal je het aan moeten maken met ``mknod /dev/loop0 b 7 0''.
     Zodra je deze speciale mount en umount binaire bestanden hebt
     geïnstalleerd, maak je op een harddisk met voldoende capaciteit een
     tijdelijk bestand (bv, /tmp/fsfile). Je kunt gebruik maken van een
     commando als:


       dd if=/dev/zero of=/tmp/fsfile bs=1k count=nnn


  voor het aanmaken van een nnn-block bestand.

  Gebruik hieronder de bestandsnaam in plaats van DEVICE. Bij het
  aanroepen van een mount-commando moet je de optie ``-o loop'' opgeven
  om mount aan te geven dat het een loopback-device gebruikt.
  Bijvoorbeeld:

          mount -o loop -t ext2 /tmp/fsfile /mnt



  zal /tmp/fsfile (via een loopback device) op het mountpoint /mnt
  mounten. Een df zal dit bevestigen.  Nadat je voor één van deze opties
  hebt gekozen, bereid je het DEVICE voor met:


          dd if=/dev/zero of=DEVICE bs=1k count=3000



  Dit commando vult het device op met nullen. Deze stap is belangrijk
  omdat het bestandssysteem op het device later zal worden
  gecomprimeerd, dus alle ongebruikte delen zouden voor het behalen van
  een maximale compressie met nullen moeten worden opgevuld.

  Maak vervolgens het bestandssysteem aan. De Linux-kernel herkent twee
  typen bestandssystemen voor root-disks om automatisch naar ramdisk te
  worden gekopieerd. Dit zijn minix en ext2, waarvan ext2 het
  voorkeursbestandssysteem is. Bij het gebruik van ext2, kan het zijn
  dat je het handig vindt, met de optie -i meer inodes dan de standaard
  op te geven; -i 2000 wordt aanbevolen, zodat je geen tekort zal hebben
  aan inodes. Als alternatief kan je op veel inodes besparen door veel
  van de onnodige /dev-bestanden te verwijderen.  mke2fs zal standaard
  360 inodes op een 1.44Mb diskette aanmaken.  Ik bemerk dat 120 inodes
  op mijn huidige root-diskette ruim voldoende is, maar als je alle
  devices in /dev opneemt, dan zal het de 360 makkelijk overschrijden.
  Het gebruik van een gecomprimeerd root-bestandssysteem staat een
  groter bestandssysteem toe, en vandaar standaard meer inodes, maar
  mogelijk moet je toch het aantal bestanden nog verminderen of het
  aantal inodes verhogen.

  Dus het commando dat je gebruikt, zal er ongeveer zo uitzien:

          mke2fs -m 0 -i 2000 DEVICE



  (Als je een loopback-device gebruikt, zal het te gebruiken diskbestand
  moeten worden opgegeven in plaats van dit DEVICE, mogelijk vraagt
  mke2fs om bevestiging).

  Het commando mke2fs zal de beschikbare ruimte automatisch detecteren
  en zichzelf dienovereenkomstig configureren. De -m 0 parameter
  voorkomt dat het ruimte voor root reserveert, en zorgt daarom voor
  meer bruikbare ruimte op de disk.
  Mount vervolgens het device:


          mount -t ext2 DEVICE /mnt



  (Je moet een mountpoint /mnt aanmaken als het nog niet bestaat).  In
  de resterende secties wordt aangenomen dat alle doeldirectory's zich
  relatief ten opzichte van /mnt bevinden.



  4.3.  Het bestandssysteem vullen.


  Hier is een redelijke minimumset aan directory's voor je root-
  bestandssysteem:


  ·  /dev -- Devices, vereist voor I/O

  ·  /proc -- Directory stub vereist voor het proc bestandssysteem

  ·  /etc -- Systeem configuratiebestanden

  ·  /sbin -- Kritieke systeembinary's

  ·  /bin  -- Basis binary's aangemerkt als onderdeel van het systeem

  ·  /lib -- Shared library's voor run-time ondersteuning

  ·  /mnt -- Een mountpoint voor beheer op andere disks

  ·  /usr -- Aanvullende utilities en applicaties

  (De hier gepresenteerde directory-structuur is alleen voor het gebruik
  van een root-diskette. Echte Linux systemen hebben een complexere en
  gedisciplineerde set gedragslijnen, genaamd de Filesystem Hierarchy
  Standard, voor het vaststellen waar de bestanden thuishoren).


  Drie van deze directory's zullen leeg zijn op het root-
  bestandssysteem, dus die hoeven alleen maar met mkdir te worden
  aangemaakt.  De /proc directory is in wezen een stub waaronder het
  proc bestandssysteem wordt geplaatst. De directory's /mnt en /usr zijn
  slechts mountpoints voor gebruik als het boot/root systeem éénmaal
  draait. Vandaar nogmaals, hoeven deze directory's slechts te worden
  aangemaakt.

  De resterende vier directory's worden in de volgende secties
  beschreven.





  4.3.1.  /dev



  Een /dev directory met voor alle devices een speciaal bestand om door
  het systeem te worden gebruikt is voor ieder Linux-systeem verplicht.
  De directory zelf is een normale directory en kan met mkdir op
  gebruikelijke wijze worden aangemaakt. De speciale bestanden voor de
  devices moeten echter op een speciale manier, met het commando mknod,
  worden aangemaakt.

  Er is echter een kortere weg -- het kopiëren van de inhoud van je
  bestaande /dev-directory, waarbij je de niet gewenste bestanden
  verwijdert. De enige vereiste hierbij is dat je de speciale bestanden
  voor de devices met de optie -R kopieert.  Hiermee zal de directory
  worden gekopieerd, zonder dat zal worden getracht de inhoud van de
  bestanden te kopiëren.  Zorg ervoor dat je de hoofdletter R gebruikt.
  Als je de kleine letter -r switch gebruikt, zal dit waarschijnlijk tot
  gevolg hebben dat je de gehele inhoud van alle harddisks kopieert --
  of in ieder geval zoveel als op een diskette past! Pas daarom op en
  maak gebruik van het commando:


          cp -dpR /dev /mnt



  uitgaande van een op /mnt gemounte diskette.  De dp switches zorgen
  ervoor dat symbolische links als links worden gekopieerd in plaats van
  als doelbestand, en dat de oorspronkelijke kenmerken behouden blijven,
  dus dat de informatie over de eigenaar behouden blijft.

  Als je het op de moeilijke manier wilt doen, gebruik je ls -l om de
  major en minor device-nummers voor de services, die je wilt, te tonen,
  en maak je ze met behulp van mknod aan.

  Alhoewel de devices zijn gekopieerd, loont het de moeite na te kijken
  dat eventuele door jou benodigde devices op de rescue-diskette zijn
  geplaatst.  ftape maakt bijvoorbeeld gebruik van tape-devices, dus je
  zal hiervan een kopie nodig hebben als je van plan bent je floppy
  tape-drive vanaf de bootdisk te benaderen.

  Voor ieder speciaal bestand voor een device is een inode vereist, en
  inodes kunnen zo nu en dan een schaarse bron vormen, vooral op
  diskette bestandssystemen. Het heeft daarom zin alle niet benodigde
  speciale bestanden voor de devices uit de /dev-directory van de
  diskette te verwijderen. Veel devices op specifieke systemen zijn
  klaarblijkelijk overbodig. Je kunt bijvoorbeeld met een gerust hart
  alle device-bestanden die beginnen met sd verwijderen als je geen
  SCSI-disks hebt. Op vergelijkbare wijze kunnen alle device-bestanden
  beginnend met cua worden verwijderd, als je niet van plan bent je
  seriële poort te gaan gebruiken.

  Wees er zeker van dat je in ieder geval de volgende bestanden in deze
  directory opneemt: console, kmem, mem, null, ram, tty1.


  4.3.2.  /etc


  In deze directory moeten een aantal configuratiebestanden voorkomen.
  Op de meeste systemen kunnen deze in drie groepen worden
  onderverdeeld:


  1. Ten alle tijden vereist, b.v. rc, fstab, passwd.

  2. Mogelijk vereist, maar niemand is daar echt zeker van.

  3. Rommel die er in is geslopen.

  Niet essentiële bestanden kunnen worden geïndentificeerd met het
  commando:


               ls -ltru




  Hiermee worden bestanden in omgekeerde volgorde op de laatst benaderde
  datum weergegeven, dus als eventuele bestanden niet zijn benaderd,
  kunnen ze op een root-diskette achterwege worden gelaten.

  Op mijn root-diskettes, heb ik het aantal configuratiebestanden onder
  de 15 weten te houden. Dit reduceert mijn werk tot 3 sets bestanden:


  1. Degenen die ik voor een boot/root-systeem moet configureren:


     a. rc.d/* -- systeem opstartscripts en scripts voor bij het
        wijzigen van het runlevel

     b. fstab -- lijst met te mounten bestandssystemen

     c. inittab -- parameters voor het init proces, het eerst gestarte
        proces tijdens het booten.


  2. Degenen die ik voor een boot/root systeem op zou kunnen knappen:

     a. passwd -- lijst met gebruikers, homedirectory's, enz.

     b. group -- gebruikersgroepen.

     c. shadow -- wachtwoorden van gebruikers. Mogelijk heb je deze
        niet.

     d. termcap -- de terminal capaciteiten database.


     passwd en shadow zouden moeten worden geoptimaliseerd, als de
     beveiliging van belang is, om het kopiëren van
     gebruikerswachtwoorden van het systeem te voorkomen, en zodat
     wanneer je vanaf de diskette boot, ongewenste logins worden
     verworpen.

     Zorg ervoor dat in passwd op z'n minst root voorkomt.  Zorg ervoor
     dat de directory's en shells voorkomen, als je van plan bent andere
     gebruikers in te laten loggen.

     termcap, de terminal database, is kenmerkend verscheidene honderden
     kilobytes. De versie die je op je boot/root-diskette gebruikt zou
     zo moeten worden geoptimaliseerd dat het slechts de te gebruiken
     terminal(s) bevat, wat gewoonlijk slechts de linux-console entry
     is.


  3. De rest. Ze zijn op 't moment actief, dus laat ik ze met rust.

  Daarbuiten hoefde ik slechts twee bestanden te configureren en de
  inhoud daarvan is verbazingwekkend weinig.

  ·  In rc zou moeten staan:

             #!/bin/sh
             /bin/mount -av
             /bin/hostname Kangaroo


  Zorg ervoor dat de directory's goed zijn. Het is niet echt nodig
  hostname uit te voeren -- het ziet er gewoon beter uit als je hetwel
  doet.

  ·  In fstab zou op z'n minst moeten staan:


             /dev/ram0       /               ext2    defaults
             /dev/fd0        /               ext2    defaults
             /proc           /proc           proc    defaults



  Je kunt de regels vanuit de bestaande fstab kopiëren, maar je zou geen
  van je harddisk-partities automatisch moeten mounten; gebruik hiervoor
  het sleutelwoord noauto. Het kan zijn dat je harddisk beschadigd is of
  niet meer werkt als de bootdisk wordt gebruikt.

  Je inittab zou zodanig moeten worden gewijzigd dat de sysinit regel
  rc, of welk basisbootscript ook zal worden gebruikt, uitvoert.  Als je
  er tevens verzekerd van wilt zijn, dat gebruikers niet via seriële
  poorten in kunnen loggen, maak je commentaar van alle regels voor
  getty waarin een ttys of ttyS device aan het einde van de regel is
  opgenomen. Laat de tty poorten erin, zodat je op de console in kunt
  loggen.

  Een minimaal inittab bestand ziet er ongeveer zo uit:

          id:2:initdefault:
          si::sysinit:/etc/rc
          1:2345:respawn:/sbin/getty 9600 tty1
          2:23:respawn:/sbin/getty 9600 tty2



  Het bestand inittab definieert wat het systeem in diverse toestanden
  uit zal voeren, waaronder bij het opstarten, het overgaan naar multi-
  user mode, enz. Zorg ervoor de bestandsnamen in inittab zorgvuldig te
  controleren; als init het vermelde programma niet kan vinden, zal de
  bootdisk blijven hangen, en zal je wellicht zelfs geen foutmelding
  krijgen.


  Een aantal programma's kunnen niet naar elders worden verplaatst,
  omdat andere programma's hun locaties hebben ingeprogrammeerd.  Op
  mijn systeem is in /etc/shutdown, /etc/reboot hardgecodeerd. Als ik
  reboot naar /bin/reboot verplaats, en het shutdown-commando aanroep,
  dan zal de uitvoering ervan mislukken omdat het 't bestand reboot niet
  kan vinden.


  Kopieer voor de rest alle tekstbestanden in je /etc directory, plus
  alle uitvoerbare bestanden in je /etc/ directory waarvan je niet zeker
  bent of je ze niet nodig hebt. Raadpleeg als leidraad de listing in de
  Sectie ``Voorbeeld rootdisk directory listings''.  Waarschijnlijk
  volstaat het alleen die bestanden te kopiëren, maar systemen
  verschillen nogal, dus je kan er niet zeker van zijn dat dezelfde set
  bestanden op je systeem equivalent is aan de bestanden in de lijst.
  De enige zekere methode is te beginnen met inittab en uit te werken
  wat nodig is.

  De meeste systemen maken nu gebruik van een /etc/rc.d/ directory met
  shell-scripts voor verschillende run-levels. Het minimum is een enkel
  rc script, maar mogelijk is het eenvoudiger gewoon inittab en de
  directory /etc/rc.d vanaf je bestaande systeem te kopiëren, en de
  directory rc.d te ontdoen van de shell-scripts omdat de verwerking
  niet relevant is voor een systeemomgeving voor op een diskette.


  4.3.3.  /bin en /sbin


  De /bin directory is een prima plaats voor extra utilities die je
  nodig hebt voor het verrichten van basisbewerkingen, utilities zoals
  ls, mv, cat en dd.  Zie Appendix ``Voorbeeld rootdisk directory
  listings'' voor een voorbeeldlijst met bestanden voor in de
  directory's /bin en /sbin. Hierin staan geen utilities die nodig zijn
  om bestanden vanuit een backup terug te plaatsen, zoals cpio, tar en
  gzip. Dat komt doordat ik deze op een aparte utility-diskette plaats,
  om ruimte op de boot/root-diskette te besparen. Zodra de boot/root-
  diskette is geboot, wordt het naar de ramdisk gekopieerd waarbij het
  diskettestation vrij blijft om een andere diskette, de utility-
  diskette, te mounten.  Ik mount deze meestal als /usr.

  De aanmaak van een utility diskette wordt hierna in de sectie ``Bouwen
  van een utility-disk'' beschreven.  Waarschijnlijk is het wenselijk
  een kopie van dezelfde versie backuputilities, die worden gebruikt om
  de backups te schrijven, te beheren, zodat je geen tijd verspilt bij
  het proberen te installeren van versies die je backuptapes niet in
  kunnen lezen.

  Zorg er in ieder geval voor dat je de volgende programma's opneemt:
  init, getty of equivalent, login, mount, één of andere shell die je
  rc-scripts uit kan voeren, een link van sh naar de shell.




  4.3.4.  /lib


  In /lib plaats je de benodigde shared library's en loaders. Als de
  benodigde library's niet in de directory /lib zijn te vinden, zal het
  systeem niet kunnen booten. Als je geluk hebt, zie je misschien een
  foutmelding die aangeeft waarom niet.

  Bijna ieder programma heeft op z'n minst de library libc libc.so.N
  nodig, waar N het huidige versienummer is.  Kijk in de directory /lib.
  libc.so.N is meestal een symlink naar een bestandsnaam met een
  volledig versienummer:



       % ls -l /lib/libc*
       -rwxr-xr-x   1 root     root      4016683 Apr 16 18:48 libc-2.1.1.so*
       lrwxrwxrwx   1 root     root           13 Apr 10 12:25 libc.so.6 -> libc-2.1.1.so*




  In dit geval gebruik je libc-2.1.1.so. Om andere library's op te
  zoeken ga je door alle binaire bestanden die je van plan bent op te
  nemen en controleer je daarvan de afhankelijkheden met het commando
  ldd. Bijvoorbeeld:








          % ldd /sbin/mke2fs
          libext2fs.so.2 => /lib/libext2fs.so.2 (0x40014000)
          libcom_err.so.2 => /lib/libcom_err.so.2 (0x40026000)
          libuuid.so.1 => /lib/libuuid.so.1 (0x40028000)
          libc.so.6 => /lib/libc.so.6 (0x4002c000)
          /lib/ld-linux.so.2 => /lib/ld-linux.so.2 (0x40000000)



  Ieder bestand aan de rechterkant is vereist. Het bestand mag een
  symbolische link zijn.

  Een aantal library's is nogal groot en zal niet zo eenvoudig op je
  root-bestandssysteem passen. De hierboven genoemde libc.so
  bijvoorbeeld, is zo ongeveer 4 meg.  Je zal library's bij het kopiëren
  naar je root-bestandssysteem waarschijnlijk moeten strippen. Zie de
  sectie ``Terugbrengen van de grootte van het root-bestandssysteem''
  voor instructies.


  In /lib moet je ook een loader voor de library's opnemen.  De loader
  zal óf ld.so (voor a.out libraries) óf ld-linux.so (voor ELF
  libraries) zijn.  Nieuwere versies van ldd geven je exact aan welke
  loader nodig is, zoals in het voorbeeld hiervoor, maar oudere versies
  doen dit wellicht niet.  Als je niet zeker weet welke je nodig hebt,
  pas je het file commando toe op de library. Bijvoorbeeld:


          % file/lib/libc.so.4.7.2 /lib/libc.so.5.4.33 /lib/libc-2.1.1.so
          /lib/libc.so.4.7.2: Linux/i386 demand-paged executable (QMAGIC), stripped
          /lib/libc.so.5.4.33: ELF 32-bit LSB shared object, Intel 80386, version 1, stripped
          /lib/libc-2.1.1.so: ELF 32-bit LSB shared object, Intel 80386, version 1, not stripped



  De QMAGIC geeft aan dat 4.7.2 voor a.out library's is, en ELF geeft
  aan dat 5.4.33 en 2.1.1 voor ELF zijn.

  Kopieer de specifieke loader(s) die je nodig hebt naar het root
  bestandssysteem dat je aan het bouwen bent. Library's en loaders
  zouden zorgvuldig moeten worden gecontroleerd met de opgenomen binaire
  bestanden.  Als de kernel een benodigde library niet kan laden, zal de
  kernel meestal zonder foutmelding afbreken.


  4.4.  Voorzieningen voor PAM en NSS


  Mogelijk dat je systeem dynamisch geladen library's nodig heeft, die
  voor ldd niet zichtbaar zijn.


  4.4.1.  PAM (Pluggable Authentication Modules).


  Als er op je systeem gebruik wordt gemaakt van PAM (Pluggable
  Authentication Modules), moet je er een voorziening voor treffen op je
  bootdisk, ander zal je niet in kunnen loggen.  PAM, is in 't kort een
  geraffineerde modulaire methode voor de authenticatie van gebruikers
  en het beheren van de toegang aan gebruikers tot services. Een
  eenvoudige manier om vast te stellen of op je systeem gebruik wordt
  gemaakt van PAM is de directory /etc op je harddisk te controleren op
  een bestand met de naam pam.conf of op een directory pam.d; als één
  van beiden bestaat, moet je een voorziening treffen voor een minimale
  ondersteuning van PAM.  (Als alternatief voer je ldd uit op het
  uitvoerbare bestand login; als in de uitvoer libpam.so voorkomt, heb
  je PAM nodig).

  Gelukkig heb je op bootdisks vaak niets te maken met beveiliging
  aangezien iedereen die fysieke toegang tot een computer heeft, meestal
  sowieso alles ermee kan doen. Daarom kun je PAM effectief deactiveren
  door het aanmaken van een eenvoudig /etc/pam.conf bestand in je root-
  bestandssysteem dat er ongeveer zo uitziet:


  ______________________________________________________________________
  OTHER   auth       optional     /lib/security/pam_permit.so
  OTHER   account    optional     /lib/security/pam_permit.so
  OTHER   password   optional     /lib/security/pam_permit.so
  OTHER   session    optional     /lib/security/pam_permit.so
  ______________________________________________________________________



  Kopieer ook het bestand /lib/security/pam_permit.so naar je root-
  bestandssysteem. Deze library is slechts zo'n 8K dus heeft het een
  minimale overhead tot gevolg.

  Deze configuratie staat iedereen volledige toegang tot de bestanden en
  services op je machine toe. Als beveiliging op je bootdisk je om één
  of andere reden lief is, zal je wat van je of je volledige harddisk's
  PAM setup naar je root bestandssysteem moeten kopiëren. Lees in ieder
  geval zorgvuldig de documentatie van PAM door, en kopieer alle
  benodigde library's in /lib/security naar je root-bestandssysteem.

  Je moet tevens /lib/libpam.so op je bootdisk plaatsen. Maar je weet
  dit reeds aangezien je ldd op /bin/login toepaste, waarmee deze
  afhankelijkheid werd getoond.



  4.4.2.  NSS (Name Service Switch).


  Als je glibc (ala libc6) gebruikt, zal je voorzieningen moeten treffen
  voor name services anders zal je niet in kunnen loggen. Het bestand
  /etc/nsswitch.conf bestuurt voor diverse services de database lookups.
  Als je niet van plan bent services te benaderen vanaf het netwerk (bv
  DNS of NIS lookups), zal je een eenvoudig nsswitch.conf moeten
  prepareren dat er ongeveer zo uitziet:


  ______________________________________________________________________
       passwd:     files
       shadow:     files
       group:      files
       hosts:      files
       services:   files
       networks:   files
       protocols:  files
       rpc:        files
       ethers:     files
       netmasks:   files
       bootparams: files
       automount:  files
       aliases:    files
       netgroup:   files
       publickey:  files
  ______________________________________________________________________



  Hiermee wordt aangegeven dat iedere service alleen door lokale
  bestanden zal worden geleverd. Je zal ook /lib/libnss_files.so.1 op
  moeten nemen, welke dynamisch zal worden geladen om de bestands
  lookups af te handelen.

  Als je van plan bent het netwerk vanaf je bootdisk te benaderen, wil
  je wellicht een nauwgezetter nsswitch.conf bestand aanmaken.  Zie de
  nsswitch manpage voor details. Houd in gedachten dat je voor iedere
  service die je specificeert een bestand /lib/libnss_service.so.1
  opneemt.



  4.5.  Modules



  Als je een modulaire kernel hebt, zou je moeten overwegen welke
  modules je na het booten vanaf je bootdisk wilt laden.  Wellicht dat
  je de ftape en zftape modules op wilt nemen, als je backup-tapes op
  floppy tape staan, modules voor SCSI-devices als je ze hebt, en
  mogelijk modules voor PPP of SLIP ondersteuning als je in een
  noodgeval een verbinding wilt kunnen maken met het net.

  Deze modules mogen in /lib/modules worden geplaatst. Je zou ook
  insmod, rmod en lsmod op moeten nemen.  Afhankelijk van of je modules
  automatisch wil laden, wil je wellicht ook modprobe, depmod en swapout
  insluiten.  Als je kerneld gebruikt, doe deze dan samen met
  /etc/conf.modules op de diskette.

  Het belangrijkste voordeel bij het gebruik van modules is echter dat
  je niet-kritieke modules op een utility-disk kunt plaatsen en dat je
  ze wanneer nodig laadt, waarbij je dus minder ruimte verbruikt op je
  root-disk. Deze benadering verdient de voorkeur boven het bouwen van
  één zeer grote kernel met veel ingebouwde drivers, als je veel
  verschilende devices hebt.

  Om een gecomprimeerd ext2 bestandssysteem te booten, heb je ingebouwde
  ondersteuning nodig voor een ramdisk en ext2.  Hier kan niet als
  modules in worden voorzien.



  4.6.  Een aantal laatste details


  Een aantal systeemprogramma's, zoals login, klaagt als het bestand
  /var/run/utmp en de directory /var/log niet voorkomen.


          mkdir -p /mnt/var/{log,run}
          touch /mnt/var/run/utmp



  Nadat je tenslotte alle benodigde library's hebt ingesteld, voer je
  ldconfig uit om /etc/ld.so.cache op het root-bestandssysteem opnieuw
  aan te maken.  De cache vertelt de loader waar de library's te vinden
  zijn.  Voor het opnieuw aanmaken van ld.so.cache voer je de volgende
  commando's uit:


          chdir /mnt; chroot /mnt /sbin/ldconfig



  De chroot is nodig omdat ldconfig altijd de cache voor het root-
  bestandssysteem opnieuw aanmaakt.


  4.7.  Het samenpakken


  Zodra je klaar bent met het constructureren van een root-
  bestandssysteem, unmount je het, en kopieer je het naar een bestand en
  comprimeert dat:


          umount /mnt
          dd if=DEVICE bs=1k | gzip -v9 > rootfs.gz



  Wanneer dit klaar is, zal je een bestand rootfs.gz hebben, wat je
  gecomprimeerde root-bestandssysteem is.  Je zou de grootte ervan
  moeten controleren om er zeker van te zijn dat het op een diskette
  past; als dit niet zo is, zal je terug moeten gaan en wat bestanden
  moeten verwijderen.  In Sectie ``Terugbrengen van de grootte van het
  root-bestandssysteem'' staan een aantal hints voor het terugbrengen
  van de grootte van het root-bestandssysteem.



  5.  Kiezen van een kernel.


  Op dit punt heb je een compleet gecomprimeerd root-bestandssysteem. De
  volgende stap bestaat uit het bouwen of uitkiezen van een kernel. In
  de meeste gevallen zal het mogelijk zijn om je huidige kernel te
  kopiëren en je diskette daar vanaf te booten. Er kunnen echter
  situaties zijn dat je een aparte kernel wilt bouwen.

  Één reden is de grootte. Als je een enkele boot/root diskette bouwt,
  zal de kernel één van de grootste bestanden op de diskette zijn, dus
  zal je de grootte van de kernel zoveel mogelijk willen beperken. Bouw
  het om de grootte van de kernel te beperken met een minimum set aan
  faciliteiten die nodig zijn het gewenste systeem te ondersteunen.  Dit
  betekent er alles uit te laten wat je niet nodig hebt.  Ondersteuning
  voor netwerken als ook voor eventuele diskdrives en andere devices die
  je niet nodig hebt voor het draaien van je boot/root-systeem zijn
  prima achterwege te laten.  Zoals eerder uiteengezet, moet je kernel
  ingebouwde ondersteuning hebben voor ramdisk en ext2.

  Je zult uit moeten werken wat er in terug te plaatsen als je een
  minimum set faciliteiten hebt uitgewerkt om in een kernel op te nemen.
  Waarschijnlijk het meest algemene gebruik voor een boot/root-diskette
  zou zijn een systeem te bestuderen en een beschadigd root-
  bestandssysteem te herstellen, en hiervoor heb je wellicht kernel-
  ondersteuning nodig. Als bijvoorbeeld je backups allen op tape worden
  bewaard door gebruik te maken van Ftape om je tapedrive te benaderen,
  dan zal het niet mogelijk zijn vanaf je backuptapes een
  herstelprocedure uit te voeren als je je huidige root-drive en drives
  met Ftape kwijtraakt.  Je zult Linux opnieuw moeten installeren, ftape
  moeten downloaden en opnieuw moeten installleren om vervolgens je
  backups opnieuw in proberen te lezen.

  Het punt hier is dat, dat welke I/O ondersteuning je ook aan je kernel
  hebt toegevoegd om backups te ondersteunen dit ook in je boot/root
  kernel toegevoegd zou moeten zijn.



  De procedure voor het werkelijk bouwen van de kernel is beschreven in
  de documentatie die met de kernel wordt geleverd. Het is tamelijk
  eenvoudig te volgen, dus begin door het kijken in /usr/src/linux.  Als
  je bij het bouwen van een kernel problemen ondervindt, zou je
  eigenlijk niet moeten proberen boot/root systemen te bouwen.  Denk er
  aan de kernel met ``make zImage'' te comprimeren.



  6.  Het bijelkaar plaatsen: Het aanmaken van de diskette(s).


  Op dit punt heb je een kernel en een gecomprimeerd root-
  bestandssysteem.  Controleer de grootte als je een boot/root-disk aan
  het maken bent om er zeker van te zijn dat ze beiden op één disk
  passen.  Controleer het root-bestandssysteem als je er zeker van wilt
  zijn dat het op een enkele diskette past als je een uit twee disks
  bestaande boot+root set aan het maken bent.

  Je zou een beslissing moeten nemen of je LILO wilt gebruiken om de
  bootdisk kernel te booten. Het alternatief is de kernel direct naar de
  diskette te kopiëren en zonder LILO te booten.  Het voordeel bij
  gebruik van LILO is dat het je de mogelijkheid biedt een aantal
  parameters aan de kernel te leveren die mogelijk nodig zijn om je
  hardware te initialiseren (Controleer op je systeem het bestand
  /etc/lilo.conf. Als het voorkomt en er een regel in staat als
  ``append=...'', heb je deze feature waarschijnlijk nodig). Het nadeel
  van het gebruik van LILO is dat het bouwen van de bootdisk wat
  gecompliceerder is en wat meer ruimte in beslag neemt. Je zult een
  klein apart bestandssysteem in moeten stellen, wat we het kernel
  bestandssysteem zullen noemen, waarnaar we de kernel en een paar
  andere bestanden die LILO nodig heeft zullen transporteren.


  Lees verder, als je LILO gaat gebruiken; ga naar sectie ``Zonder
  gebruik van LILO'' als je de kernel direct gaat transporteren.


  6.1.  De kernel met LILO transporteren


  Het eerste wat je doen moet is een klein configuratiebestand voor LILO
  aanmaken. Het zou er ongeveer zo uit moeten komen te zien:


  ______________________________________________________________________
          boot      =/dev/fd0
          install   =/boot/boot.b
          map       =/boot/map
          read-write
          backup    =/dev/null
          compact
          image     = KERNEL
          label     = Bootdisk
          root      =/dev/fd0
  ______________________________________________________________________



  Kijk in de gebruikersdocumentatie van LILO, voor een uitleg van deze
  parameters.  Je zal waarschijnlijk tevens een append=... regel aan dit
  bestand toe willen voegen vanaf je harddisk's bestand /etc/lilo.conf.

  Bewaar dit bestand als bdlilo.conf.


  Je zal nu een klein bestandssysteem aan moeten maken, wat we een
  kernel bestandssysteem zullen noemen, om het te onderscheiden van het
  root-bestandssysteem.

  Zoek als eerste uit hoe groot het bestandssysteem zou moeten zijn.
  Neem de grootte van je kernel in blokken (de grootte weergegeven door
  ``ls -l KERNEL'' gedeeld door 1024 en naar boven afgerond) en tel daar
  50 bij op. Vijftig blokken is bij benadering de ruimte die nodig is
  voor inodes plus nog wat andere bestanden.  Je kunt dit aantal exact
  berekenen als je dit wilt, of gewoon 50 gebruiken.  Als je een diskset
  bestaande uit twee disks aan het maken bent, kun je de ruimte net zo
  goed te hoog ramen, aangezien de eerste disk toch slechts alleen wordt
  gebruikt voor de kernel.  Noem dit aantal KERNEL_BLOCKS.

  Plaats een diskette in de drive (ter vereenvoudiging gaan we uit van
  /dev/fd0) en maak er een ext2 kernel bestandssysteem op aan:


          mke2fs -i 8192 -m 0 /dev/fd0 KERNEL_BLOCKS




  De ``-i 8192'' geeft aan dat we één inode per 8192 bytes willen. Mount
  vervolgens het bestandssysteem, verwijder de directory lost+found, en
  maak de dev en boot directory's voor LILO aan:


          mount /dev/fd0 /mnt
          rm -rf /mnt/lost+found
          mkdir /mnt/{boot,dev}



  Maak vervolgens de devices /dev/null en /dev/fd0 aan.  Je kunt in
  plaats van de device-nummers op te zoeken, ze vanaf je harddisk
  kopiëren door gebruik te maken van de -R:


          cp -R /dev/{null,fd0} /mnt/dev



  LILO heeft een kopie van de bootloader boot.b nodig, die je van je
  harddisk kan halen. Het wordt gewoonlijk in de directory /boot
  bewaard.


          cp /boot/boot.b /mnt/boot



  Kopieer tenslotte het configuratiebestand van LILO dat je in de
  laatste sectie aanmaakte samen met je kernel. Beiden kunnen in de
  root-directory worden geplaatst:


          cp bdlilo.conf KERNEL /mnt



  Alle benodigdheden voor LILO bevinden zich nu op het kernel-
  bestandssysteem, dus je bent er klaar voor het uit te voeren.  LILO's
  -r vlag wordt gebruikt voor het installeren van de bootloader op een
  andere root:

          lilo -v -C bdlilo.conf -r /mnt



  LILO zou zonder fout moeten draaien, waarna het kernel-bestandssysteem
  er ongeveer zo uit zou moeten zien:


  ______________________________________________________________________
  total 361
    1 -rw-r--r--   1 root     root          176 Jan 10 07:22 bdlilo.conf
    1 drwxr-xr-x   2 root     root         1024 Jan 10 07:23 boot/
    1 drwxr-xr-x   2 root     root         1024 Jan 10 07:22 dev/
  358 -rw-r--r--   1 root     root       362707 Jan 10 07:23 vmlinuz
  boot:
  total 8
    4 -rw-r--r--   1 root     root         3708 Jan 10 07:22 boot.b
    4 -rw-------   1 root     root         3584 Jan 10 07:23 map
  dev:
  total 0
    0 brw-r-----   1 root     root       2,   0 Jan 10 07:22 fd0
    0 crw-r--r--   1 root     root       1,   3 Jan 10 07:22 null
  ______________________________________________________________________




  Maak je geen zorgen als de bestandsgroottes bij jou iets anders
  uitpakken.

  Laat de disk nu in de drive en ga naar sectie ``Instellen van het
  ramdisk word''.


  6.2.  Transporteren van de kernel zonder LILO.


  Transporteer de kernel met het dd-commanod als je geen gebruik maakt
  van LILO:


          % dd if=KERNEL of=/dev/fd0 bs=1k
          353+1 records in
          353+1 records out



  In dit voorbeeld schreef dd 353 volledige records + 1 gedeeltelijk
  record weg, dus de kernel neemt de eerste 354 blokken van de diskette
  in beslag.  Noem dit aantal KERNEL_BLOCKS en denk er aan het in de
  volgende sectie te gebruiken.

  Stel het root-device zo in dat het de diskette zelf is, en stel de
  root dan in dat het read/write zal worden geladen:


          rdev /dev/fd0 /dev/fd0
          rdev -R /dev/fd0 0




  Wees voorzichting door de hoofdletter -R te gebruiken in het tweede
  rdev commando.


  6.3.  Instellen van het ramdisk word.


  Binnenin de kernel-image bevindt zich het ramdisk word dat aangeeft
  waar het root-bestandssysteem te vinden is, samen met nog wat andere
  opties. Het word kan worden benaderd en ingesteld via het commando
  rdev, en de inhoud ervan wordt als volgt geïnterpreteerd:


          bits  0-10:     Offset start ramdisk, in 1024 byte blokken
          bits 11-13:     ongebruikt
          bit     14:     Vlag aangevend dat ramdisk wordt geladen
          bit     15:     Vlag aangevend een melding te geven alvorens rootfs
                          te laden



  Als bit 15 is ingesteld, zal je tijdens het booten worden gevraagd een
  nieuwe diskette in de drive te doen. Dit is nodig voor een uit twee
  disk bestaande bootset.

  Er zijn twee situaties, afhankelijk van of je een enkele boot/root-
  diskette aan het bouwen bent of een dubbele ``boot+root'' diskette-
  set.


  1. Als je een enkele disk aan het bouwen bent, zal het gecomprimeerde
     root-bestandssysteem direct achter de kernel worden geplaatst, dus
     zal de offset het eerste vrije blok zijn (wat hetzelfde zou moeten
     zijn als KERNEL_BLOCKS). Bit 14 zal worden ingesteld op 1, en bit
     15 zal nul zijn.

     Stel bijvoorbeeld dat je een enkele disk aan het bouwen bent en dat
     het root-bestandssysteem begint op blok 253 (decimaal).  De ramdisk
     word waarde zou 253 (decimaal) moeten zijn met bit 14 ingesteld op
     1 en bit 15 ingesteld op 0. Voor het berekenen van de waarde kun je
     de decimale waarden eenvoudigweg bij elkaar optellen. 253 + (2^14)
     = 253 + 16384 = 16637. Als je niet geheel begrijpt waar dit nummer
     vandaan komt, tik het dan in in een wetenschappelijk rekenmachine
     en converteer het naar binair.

  2. Als je een diskset bestaande uit twee disks aan het bouwen bent,
     zal het root-bestandssysteem beginnen op blok nul van de tweede
     disk, dus zal het offset nul zijn. Bit 14 zal op 1 zijn ingesteld
     en bit 15 zal 1 zijn.  De decimale waarde zal in dit geval 2^14 +
     2^15 = 49152 zijn.




  Stel het met rdev -r in na het zorgvuldig te hebben berekend van de
  waarde voor het ramdisk word. Wees er zeker van de decimale waarde te
  gebruiken. Het argument aan rdev zou hier het gemounte kernel path,
  b.v. /mnt/vmlinuz, moeten zijn, als je LILO gebruikte; als je in
  plaats daarvan de kernel met dd kopieerde, gebruik dan de naam van het
  diskette-device (b.v., /dev/fd0).


          rdev -r KERNEL_OR_FLOPPY_DRIVE  VALUE



  Unmount de diskette nu als je LILO gebruikte.



  6.4.  Transporteren van het root-bestandssysteem


  De laatste stap bestaat uit het transporteren van het root-
  bestandssysteem.


  ·  Als het root-bestandssysteem op dezelfde disk zal worden geplaatst
     als de kernel, transporteer het dan met behulp van dd met de optie
     seek, waarmee wordt opgegeven hoeveel blokken over te slaan:


             dd if=rootfs.gz of=/dev/fd0 bs=1k seek=KERNEL_BLOCKS



  ·  Verwijder de eerste diskette en plaats de tweede diskette in de
     drive als het root-bestandssysteem op een tweede disk zal worden
     geplaatst, en tranporteer het root-bestandssysteem er dan naar:


             dd if=rootfs.gz of=/dev/fd0 bs=1k



  Gefeliciteerd, je bent klaar!  Je zou een bootdisk voor dat je het
  opzijlegt voor een noodgeval altijd moeten proberen! Lees verder als
  het niet lukt ervan te booten.



  7.  Probleemoplossing



  Bij het bouwen van bootdisks, zal het systeem bij de eerste pogingen
  waarschijnlijk niet booten. De algemene benadering bij het bouwen van
  een root-disk is componenten vanuit je bestaande systeem te
  assembleren, en het op een diskette gebaseerd systeem te krijgen en
  uit te proberen tot op het punt waar het berichten op de console
  weergeeft. Zodra het éénmaal met je begint te communiceren, is het
  halve leed geleden omdat je dan kunt zien waar het problemen mee
  heeft, en kun je individuele problemen herstellen net zolang tot het
  systeem soepel werkt.  Als het systeem zonder verklaring hangt, kan
  het uitzoeken van de oorzaak moeilijk zijn. Om een systeem geboot te
  krijgen tot die fase waarin het met je zal communiceren, is het
  vereist dat verscheidene componenten aanwezig zijn en correct zijn
  geconfigureerd. De aanbevolen procedure voor het onderzoeken van het
  probleem waar het systeem niet met je zal communiceren is als volgt:


  ·  Mogelijk zie je een melding als:


     Kernel panic: VFS: Unable to mount root fs on XX:YY



  Dit is een algemeen probleem en het kan slechts door een paar dingen
  worden veroorzaakt. Vergelijk allereerst het device XX:YY met de lijst
  device-codes; is het 't juiste root-device?  Als dit niet zo is, heb
  je waarschijnlijk de rdev -R niet uitgevoerd, of paste je het toe op
  het verkeerde image.  Als de device-code correct is, controleer dan
  nauwkeurig de device-drivers die in je kernel zijn gecompileerd.
  Overtuig jezelf ervan dat er ingebouwde ondersteuning voor een
  diskette, ramdisk en ext2 bestandssysteem in de kernel voorkomt.
  ·  Controleer of de root-disk echt die directory's bevat waarvan je
     denkt dat ze er op voorkomen. Het is heel eenvoudig op het
     verkeerde niveau iets te kopiëren waardoor je op je root-diskette
     uiteindelijk eindigt met iets als /rootdisk/bin in plaats van /bin.

  ·  Controleer of er een /lib/libc.so met dezelfde link die voorkomt in
     je /lib directory op je harddisk is.

  ·  Controleer of alle symbolische links in je /dev directory op je
     bestaande systeem ook voorkomen in het bestandssysteem op je root-
     diskette, waar die links naar devices zijn die je op je root-
     diskette hebt opgenomen.  In het bijzonder zijn de /dev/console
     links in veel gevallen essentieel.

  ·  Controleer of je /dev/tty1, /dev/null, /dev/zero, /dev/mem,
     /dev/ram en /dev/kmem bestanden hebt opgenomen.

  ·  Controleer je kernelconfiguratie -- ondersteuning voor alle bronnen
     die nodig zijn tot op het punt van inloggen mogen geen modules
     zijn, maar zijn ingebouwd. Dus ramdisk en ext2 ondersteuning moeten
     zijn ingebouwd.

  ·  Controleer of je kernel root-device en ramdisk instellingen correct
     zijn.

  Nu dat we deze algemene aspecten éénmaal hebben gehad, zijn hier nog
  een aantal specifiekere bestanden om te controleren:


  1. Zorg ervoor dat init is opgenomen als /sbin/init of /bin/init. Zorg
     ervoor dat het uitvoerbaar is.

  2. Voer ldd init uit om op de library's van init te controleren.
     Meestal is dit gewoon libc.so, maar controleer het toch maar.  Zorg
     ervoor dat je de benodigde library's en loaders hebt opgenomen.

  3. Zorg ervoor dat je de juiste loader voor je library's hebt -- ld.so
     voor a.out of ld-linux.so voor ELF.

  4. Controller /etc/inittab op het bestandssysteem van je bootdisk op
     aanroepen naar getty (of een op getty-lijkend programma, zoals
     agetty, mgetty of getty_ps).  met inittab op je harddisk.
     Controleer de manpages van het te gebruiken programma om er zeker
     van te zijn dat deze zin hebben. inittab is mogelijk het lastigste
     onderdeel omdat de syntax en inhoud ervan afhangen van het in
     gebruik zijnde init programma en de natuur van het systeem. De
     enige manier om het aan te pakken is de manpages van init en
     inittab te lezen en exact uit te werken wat je bestaande systeem
     doet wanneer het boot.  Controleer voor de zekerheid of
     /etc/inittab een systeeminitialisatie-entry heeft. Hierin zou een
     commando moeten staan voor het uitvoeren van het systeem
     initialisatiescript, dat voor moet komen.

  5. Voer net als met init, ldd uit op getty om te zien wat het nodig
     heeft, en zorg ervoor dat de benodigde library-bestanden en loaders
     in je root-bestandssysteem zijn opgenomen.

  6. Zorg ervoor dat je een shell-programma hebt ingesloten (b.v., bash
     of ash) die capabel is in het uitvoeren van al je rc-scripts.

  7. Als je een bestand /etc/ld.so.cache op je rescue-disk hebt, maak
     het dan opnieuw aan.




  Als init start, maar je een melding krijgt als:

          Id xxx respawning too fast: disabled for 5 minutes




  komt het vanuit init, waarmee gewoonlijk wordt aangegeven dat getty of
  login afsterft zodra het opstart.  uitvoerbare bestanden en de
  library's waar ze afhankelijk van zijn.  Zorg ervoor dat de
  aanroepingen in /etc/inittab juist zijn.  Als je vreemde meldingen
  krijgt van getty, kan het zijn dat de aanroepende vorm in /etc/inittab
  onjuist is. De opties van de getty programma's zijn variabel; zelfs
  van verschillende versies van agetty wordt gerapporteerd dat ze
  verschillende incompatibele aanroepende vormen hebben.

  Als je een login-prompt krijgt, en je een geldige loginnaam intikt,
  maar het systeem vraagt je onmiddellijk om een andere loginnaam, kan
  het probleem te maken hebben met PAM of NSS. Zie Sectie ``PAM en
  NSS''.  Misschien dat het probleem tevens is dat je shadow passwords
  gebruikt en /etc/shadow niet naar je bootdisk kopieerde.

  Als je één of ander uitvoerbaar bestand, zoals df probeert uit te
  voeren, wat zich op je rescue-disk bevindt, maar het levert je een
  bericht op als: df: not found, controleer dan op twee zaken: (1)
  Verzeker je ervan dat de directory met het binaire bestand zich in je
  PATH bevindt, en (2) zorg ervoor dat de library's (en loaders) die het
  programma nodig heeft er zijn.



  8.  Diverse onderwerpen



  8.1.  Terugbrengen van de grootte van het root-bestandssysteem


  Soms is een root-bestandssysteem zelfs na compressie te groot voor op
  een diskette. Hier zijn een aantal manieren om de grootte van je
  bestandssysteem te beperken, opgesomd in aflopende volgorde van
  effectiviteit:



     Verhoog de dichtheid van de disk
        Standaard worden diskettes op 1440K geformatteerd, maar formaten
        met hogere dichtheden zijn beschikbaar.  fdformat zal disks met
        de volgende formaten formatteren: 1600, 1680, 1722, 1743, 1760,
        1840, en 1920. De meeste 1440K drives zullen 1722K ondersteunen
        en dit is wat ik altijd voor bootdisks gebruik. Zie de manpage
        van fdformat en /usr/src/linux/Documentation/devices.txt.


     Vervang je shell
        Een aantal van de populaire shells voor Linux, zoals bash en
        tcsh, zijn groot en vereisten heel wat library's.  Lichtgewicht
        alternatieven bestaan, zoals ash, lsh, kiss en smash, die heel
        veel kleiner zijn en waarvoor minder (of geen) library's nodig
        zijn. De meeste van deze vervangingen van de shell zijn
        beschikbaar vanaf
        <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/shells/>. Zorg ervoor
        dat iedere shell die je gebruikt capabel is commando's in alle
        rc bestanden uit te voeren die je op je bootdisk opneemt.


     Strip library's en binary's

        Veel library's en binary's zijn kenmerkend niet gestript
        (waaronder debugging symbolen). Het uitvoeren van 'file' op deze
        bestanden zal je aangeven  'not stripped' als dit zo is. Het is
        bij het kopiëren van binaire bestanden naar je root-
        bestandssysteem een goede gewoonte gebruik te maken van:


                objcopy --strip-all FROM TO



     Gebruik bij het kopiëren van library's:


             objcopy --strip-debug FROM TO





     Verplaats niet-kritieke bestanden naar een utility-disk
        Als een aantal van je binary's niet onmiddellijk nodig zijn om
        te booten of in te loggen, kun je ze naar een utility-disk
        verplaatsen.  Zie voor details sectie ``Bouwen van een utility-
        disk''.  Bovendien zou je kunnen overwegen tevens modules naar
        een utility-disk te verplaatsen.



  8.2.  Niet-ramdisk root-bestandssystemen



  In de sectie ``Bouwen van een root-bestandssysteem'' werden
  instructies gegeven voor het bouwen van een gecomprimeerd root-
  bestandssysteem die naar ramdisk wordt geladen zodra het systeem boot.
  Deze methode heeft vele voordelen, de reden dat het in het algemeen
  wordt gebruikt. Een aantal systemen met weinig geheugen kunnen het
  zich echter niet de RAM die hiervoor nodig is veroorloven, en hierop
  moet het root-bestandssysteem direct vanaf de diskette worden gemount.

  Dergelijke bestandssystemen zijn in feite eenvoudiger te bouwen dan
  gecomprimeerde root-bestandssystemen omdat ze op een diskette kunnen
  worden gebouwd in plaats van op een ander device, en ze niet hoeven te
  worden gecomprimeerd. We zullen de procedure waarin het verschilt van
  de instructies hiervoor uiteenzetten. Houd in gedachten dat als je
  hiervoor kiest, je veel minder ruimte beschikbaar zal hebben.


  1. Bereken hoeveel ruimte je beschikbaar zal hebben voor root-
     bestanden.

     Als je een enkele boot/root-disk aan het bouwen bent, moet je alle
     blokken voor de kernel plus alle blokken voor het root-
     bestandssysteem op die ene disk passen.

  2. Door gebruik te maken van mke2fs, maak je een root-bestandssystem
     op een diskette van passende grootte.

  3. Stel het bestandssysteem samen zoals hiervoor beschreven.

  4. Unmount het bestandssysteem wanneer je klaar bent en transporteeer
     het naar een diskbestand, maar comprimeer het niet.

  5. Transporteer de kernel naar een diskette, zoals hiervoor is
     beschreven.  Bij het berekenen van het ramdisk word, stel je bit 14
     op nul, om aan te geven dat het root-bestandssysteem niet naar
     ramdisk zal worden geladen. Voer rdev's zoals beschreven uit.

  6. Transporteer als voorheen het root-bestandssysteem.

  Er zijn verscheidene shortcuts te nemen. Als je een uit twee disk
  bestaande set aan het bouwen bent, kun je het complete root-
  bestandssysteem direct op de tweede disk bouwen en hoef je het niet
  naar een harddiskbestand en dan weer terug te transporteren.  Ook is
  het zo dat als je een enkele boot/root-disk aan het bouwen bent en
  gebruik maakt van LILO, je een enkel bestandssysteem op de gehele
  disk, met de kernel, LILO en root-bestanden kunt bouwen en als laatste
  stap gewoonweg LILO kunt uitvoeren.



  8.3.  Bouwen van een utility-disk



  Het bouwen van een utility-disk is relatief eenvoudig --- maak gewoon
  een bestandssysteem aan op een geformatteerde disk en kopieer er
  bestanden naar.  Mount het handmatig nadat het systeem is geboot om
  het met een bootdisk te gebruiken.

  In de instructies hiervoor, gaven we al aan dat de utility-disk als
  /usr gemount zou kunnen worden.  In dit geval, zouden binaire
  bestanden in een /bin directory op je utility-disk geplaatst kunnen
  worden, zodat het plaatsen van /usr/bin in je path ze zal benaderen.
  Extra library's benodigd voor de binary's worden op de utility-disk
  geplaatst in /lib.

  Er zijn verscheidene belangrijke punten om in gedachten te houden
  wanneer je een utility-disk aan het ontwerpen bent:


  1. Plaats kritieke systeembinary's of library's niet op de utility-
     disk, aangezien het niet te mounten zal zijn totdat het systeem is
     geboot.

  2. Je kunt een diskette en een floppy tape-drive niet simultaan
     benaderen.  Dit betekent dat als je een floppy tape-drive hebt, het
     niet mogelijk zal zijn het te benaderen als je utility-disk is
     gemount.

  3. Toegang tot de bestanden op de utility-disk zal traag zijn.

  In appendix ``Voorbeeld utility disk directory listing'' worden
  voorbeeldbestanden op een utility-disk getoond.  Hier zijn een aantal
  ideeën voor bestanden die je wellicht van nut vindt: programma's voor
  het bestuderen en manipuleren van disks format, fdisk) en
  bestandssystemen (mke2fs, fsck, debugfs, isofs.o), een lichtgewicht
  teksteditor (elvis, jove), compressie en archief- utility's (gzip,
  tar, cpio, afio), tape utility's (mt, tob, taper), communicatie-
  utility's (ppp.o, slip.o, minicom) en utility's voor devices
  (setserial, mknod).


  9.  Hoe de pro's het doen


  Misschien dat je opmerkt dat de bootdisks die door belangrijke
  distributies zoals Slackware, RedHat of Debian geraffineerder lijken
  dan wat in dit document is beschreven. Professionele distributie
  bootdisks zijn op dezelfde principes gebaseerd als hierin is
  uiteengezet, maar investeren in diverse truuks omdate hun bootdisks
  aanvullende vereisten hebben.  Ten eerste moeten ze kunnen werken met
  een brede variëteit aan hardware, dus moeten er een interactie met de
  gebruiker plaats kunnen vinden en moet het mogelijk zijn diverse
  device-drivers te laden.  Ten tweede moeten ze zodanig zijn
  geprepareerd dat ze met vele verschillende installatie-opties werken,
  met diverse graden van automatisering.  Als laatste combineren
  distributie bootdisks gewoonlijk installatie en rescue mogelijkheden.


  Een aantal bootdisks gebruikt een mogelijkheid genaamd initrd (initial
  ramdisk).  Dit mogelijkheid werd zo rond 2.0.x geïntroduceerd en maakt
  het mogelijk een kernel in twee fasen te booten. Wanneer de kernel als
  eerste boot, laadt het een initiële ramdisk image vanaf de bootdisk.
  Deze initiële ramdisk is een root-bestandssysteem waarop een programma
  staat dat wordt uitgevoerd voordat het feitelijke root fs wordt
  geladen. Dit programma inspecteert gewoonlijk de omgeving en/of vraagt
  de gebruiker diverse bootopties te selecteren, zoals het device van
  waaraf de echte rootdisk te booten. Het laadt typisch extra modules
  die niet in de kernel zijn gebouwd. Wanneer dit initiële programma
  beëindigt, laadt de kernel het feitelijke root-image en wordt het
  booten normaal Zie /usr/src/linux/Documentation/initrd.txt en
  <ftp://elserv.ffm.fgan.de/pub/linux/loadlin-1.6/initrd-example.tgz>
  voor verdere informatie over initrd.

  Wat volgt zijn samenvattingen van hoe de installatiedisks van iedere
  distributie schijnen te werken, gebaseerd op het inspecteren van hun
  bestandssystemen en/of source-code.  We garanderen niet dat deze
  informatie volledig accuraat is, of dat ze niet zijn gewijzigd sinds
  de vermelde versies.

  Slackware (v.3.1) gebruikt een recht-door-zee LILO-boot vergelijkbaar
  met wat is beschreven in sectie ``Transporteren van de kernel met
  LILO''. De Slackware bootdisk drukt een opstartmelding af (``Welcome
  to the Slackware Linux bootkernel disk!'') door gebruik te maken van
  LILO's message parameter.  Hiermee wordt de gebruiker geïnstrueerd
  zonodig een bootparameterregel in te voeren. Na het booten wordt een
  root-bestandssysteem geladen vanaf een tweede disk. De gebruiker roept
  een setup script aan waarmee de installatie wordt gestart. Slackware
  vorziet in vele verschillende kernels in plaats dat het gebruik maakt
  van een modulaire kernel en het hangt van de gebruiker af degene te
  selecteren die overeenkomt met zijn of haar hardwarebenodigdheden.

  RedHat (v.4.0) maakt ook gebruik van een LILO-boot. Het laadt een
  gecomprimeerde ramdisk op de eerste disk, waarmee een aangepast init
  programma wordt uitgevoerd.  Dit programma ondervraagt voor drivers en
  laadt vervolgens extra bestanden vanaf een supplemental disk als dit
  nodig is.

  Debian (v.1.3) is waarschijnlijk het meest geraffineerd van de
  installatie diskssets.  Het maakt gebruik van de SYSLINUX loader om
  diverse load opties te regelen, vervolgens gebruikt het een initrd
  image om de gebruiker door de installatie te leiden. Het schijnt zowel
  gebruik te maken van een aangepaste init als een aangepaste shell.



  10.  Lijst met veelgestelde vragen


  V. Ik boot vanaf mijn boot/root-disks en er gebeurt niks. Wat kan ik
  doen?



  Zie hiervoor de sectie ``Probleemoplossing''.

  V. Hoe werkt de Slackware/Debian/RedHat bootdisk?


  Zie sectie ``Hoe de pro's het doen'', above.


  V. Hoe kan ik een bootdisk maken met een XYZ-driver?


  De eenvoudigste manier is een Slackware kernel vanaf je
  dichtsbijzijnde Slackware mirror site te verkrijgen.  Slackware
  kernels zijn algemene kernels waarin geprobeerd wordt drivers voor
  zoveel mogelijk devices op te nemen, dus als je een SCSI of IDE
  controller hebt, bestaat de kans dat er een driver voor in de
  Slackware kernel is opgenomen.

  Ga naar de directory a1 en selecteer óf IDE óf een SCSI-kernel
  afhankelijk van het type controller dat je hebt. Controleer het
  bestand xxxxkern.cfg voor de geselecteerde kernel om de drivers die in
  die kernel zijn opgenomen te zien. Als het device in die lijst
  voorkomt, dan zou met de corresponderende kernel de computer moeten
  booten.  Download het bestand xxxxkern.tgz en kopieer het naar je
  bootdiskette zoals in de sectie over het maken van bootdisks hiervoor
  is beschreven.

  Je moet vervolgens met behulp van het commando rdev het root-device in
  de kernel controleren:

          rdev zImage



  rdev zal dan het huidige root-device in de kernel weergeven.  Als dit
  niet hetzelfde is als het gewenste root-device, gebruik dan rdev om
  het te wijzigen.  De kernel die ik bijvoorbeeld probeerde was
  ingesteld op /dev/sda2, maar mijn root SCSI-partitie is /dev/sda8.  Om
  een root-diskette te gebruiken, zou je het volgende commando hebben
  gebruikt:


          rdev zImage /dev/fd0



  Als je tevens wilt weten hoe je een Slackware root-disk in kunt
  stellen, nou ja, jammer dan, dat valt buiten het kader van deze HOWTO,
  dus raad ik je aan de Linux Install Guide te raadplegen of de
  Slackware distributie op te halen. Zie de sectie in deze HOWTO
  getiteld ``Referenties''.

  V. Hoe update ik mijn boot-diskette met een nieuwe kerenl?


  Kopieer de kernel voor een boot-diskette zonder bestandssysteem met
  het dd commando naar je boot-diskette of gebruik het cp commando voor
  een boot/root-disk. Raadpleeg in deze HOWTO de sectie getiteld
  ``Boot'' voor details over het aanmaken van een boot-disk.  De
  beschrijving geldt evenzo voor het updaten van een kernel op een
  bootdisk.

  V. Hoe werk ik mijn root-diskette bij met nieuwe bestanden?



  De eenvoudigste manier is het bestandssysteem van de rootdisk naar het
  gebruikte DEVICE terug te kopiëren (vanuit de sectie ``Aanmaken van
  het bestandssysteem'' van hiervoor).  Mount vervolgens het
  bestandssysteem en maak de wijzigingen. Je zult moeten onthouden waar
  je root-bestandssysteem begon en hoeveel blokken het in beslag nam:


          dd if=/dev/fd0 bs=1k skip=ROOTBEGIN count=BLOCKS | gunzip > DEVICE
          mount -t ext2 DEVICE /mnt



  Na het maken van de wijzigingen ga je verder als voorheen (in Sectie
  ``Het samenpakken'') en transporteer het root-bestandssysteem terug
  naar de disk.  Het is niet nodig de kernel te hertranspoteren of het
  ramdisk word te herberekenen als je de startpositie van het nieuwe
  root-bestandssysteem niet wijzigt.


  V. Hoe verwijder ik LILO zodat ik DOS weer kan gebruiken om te booten?


  Dit is niet echt een Bootdisk onderwerp, maar het wordt vaak gevraagd.
  Onder Linux, kun je opgeven:



               /sbin/lilo -u




  Je kunt ook het commando dd gebruiken om de door LILO bewaarde backup
  naar de bootsector te kopiëren.  Raadpleeg de LILO-documentatie als je
  dit wilt doen.

  Onder DOS en Windows kun je het DOS-commando gebruiken:


               FDISK /MBR




  MBR staat voor Master Boot Record, en het vervangt de bootsector door
  een opgeschoond DOS-exemplaar, zonder effect te hebben op de partitie-
  tabel.  Een aantal puristen zijn het hier niet mee eens, maar zelfs de
  auteur van LILO, Werner Almesberger raadt het aan.  Het is eenvoudig
  en het werkt.


  V. Hoe kan ik booten als ik mijn kernel en mijn bootdisk niet meer
  heb?


  Als je geen bootdisk bij de hand hebt, is waarschijnlijk de
  eenvoudigste methode een Slackware kernel voor je type diskcontroller
  (IDE of SCSI) te verkrijgen zoals hiervoor is beschreven in ``Hoe maak
  ik een bootdisk met een XXX driver?''. Je kunt je computer dan met
  behulp van deze kernel booten, en de opgelopen schade herstellen.

  De kernel die je krijgt is mogelijk niet ingesteld op het root-device
  voor het type disk en de partitie die je wilt.  Slackware's algemene
  SCSI-kernel heeft het root-device bijvoorbeeld ingesteld op /dev/sda2,
  terwijl mijn root Linux-partitie zich bevindt op /dev/sda8. In dit
  geval zal het root-device in de kernel moeten worden gewijzigd.
  Je kunt nog steed het root-device en de ramdisk instellingen in de
  kernel wijzigeen ook als heb je alleen een kernel en een ander
  besturingssysteem zoals DOS.

  rdev wijzigt kernel-instellingen door het wijzigen van de waarden op
  vastgestelde offsets in het kernelbestand, dus je kunt hetzelfde doen
  als je een hex-editor beschikbaar hebt onder welk systeem je dan ook
  draait -- zoals bijvoorbeeld met de Norton Utilities Disk Editor onder
  DOS.  Je moet dan op de volgende offsets de waarden in de kernel
  controleren en zonodig wijzigen:



       HEX     DEC  DESCRIPTION
       0x01F8  504  Low byte van RAMDISK word
       0x01F9  505  High byte van RAMDISK word
       0x01FC  508  Root minor device nummer - zie hieronder
       0X01FD  509  Root major device nummer - zie hieronder




  De interpretatie van het ramdisk is hiervoor beschreven in Sectie
  ``Instellen van het ramdisk word''.

  De major en minor device-nummers moeten worden ingesteld naar het
  device waarop je je root-bestandssysteem wilt mounten.  Een aantal
  nuttige uit te kiezen waarden zijn:



       DEVICE          MAJOR MINOR
       /dev/fd0            2     0   1e diskettestation
       /dev/hda1           3     1   partitie 1 op 1e IDE-disk
       /dev/sda1           8     1   partitie 1 op 1e SCSI-disk
       /dev/sda8           8     8   partitie 8 op 1e SCSI-disk




  Zodra je deze waarden hebt ingesteld, kun je het bestand naar een
  diskette met behulp van óf de Norton Utilities Disk Editor, óf een
  programma genaamd rawrite.exe wegschrijven. Dit programma is in alle
  distributies opgenomen. Het is een DOS-programma waarmee een bestand
  naar ``raw'' disk wordt weggeschreven, te beginnen bij de bootsector,
  in plaats dat het naar het bestandssysteem wordt weggeschreven.  Als
  je Norton Utilities gebruikt, moet je het bestand naar een fysieke
  disk wegschrijven te beginnen aan het begin van de disk.

  V. Hoe kan ik extra kopieën maken van boot/root-diskettes?


  Omdat magnetiche media mettertijd verslechteren, zou je verscheidene
  kopiën van je rescue-disk moeten bewaren, voor het geval het origineel
  onleesbaar is.

  De eenvoudigste wijze om kopiën van een diskette te maken, waaronder
  opstarbare en utility-diskettes, is gebruik te maken van het commando
  dd om de inhoud van de oorspronkelijke diskette naar een bestand op je
  harddisk te kopiëren en dan hetzelfde commando te gebruiken om het
  bestand terug naar een nieuw diskette te kopiëren.  Het is niet nodig
  de diskettes te mounten en je zou dit ook niet moeten doen, omdat dd
  gebruik maakt van de raw device interface.

  Typ voor het kopiëren van het origineel het commando:

          dd if=DEVICENAME of=FILENAME
          waar    DEVICENAME is de device naam van de diskette drive
          en      FILENAME de naam is van het (hard-disk) uitvoerbestand




  Het achterwege laten van de parameter count  zorgt ervoor dat dd de
  gehele diskette kopieert (2880 blokken voor een high-density disk).

  Doe de nieuwe diskette in het station en tik het omgekeerde commando
  in om het resulterende bestand naar een nieuwe diskette terug te
  kopiëren:


               dd if=FILENAME of=DEVICENAME




  In deze beschrijving wordt ervan uitgegaan dat je slechts één
  diskettestation hebt. Als je er twee van hetzelfde type hebt, kun je
  diskettes met een commando kopiëren als:



               dd if=/dev/fd0 of=/dev/fd1




  V. Hoe kan ik booten zonder ieder keer "ahaxxxx=nn,nn,nn" in te
  tikken?


  Waar een diskdevice niet automatisch kan worden gedetecteerd is het
  nodig de kernel met een commando een device parameterstring op te
  geven, zoals:


               aha152x=0x340,11,3,1




  Deze parameterstring kan op verscheidene manieren met behulp van LILO
  worden aangeleverd:


  ·  Door het iedere keer op de commandoregel in te voeren als het
     systeem wordt geboot via LILO. Dit is echter vervelend.

  ·  Door gebruik te maken van het LILO ``lock'' sleutelwoord om te
     maken dat de commandoregel als de standaard commandoregel wordt
     bewaard, zodat LILO iedere keer dat het boot dezelfde opties zal
     gebruiken.

  ·  Door het gebruik van het append= statement in het LILO
     configuratiebestand. De parameterstring moet worden omsloten door
     aanhalingstekens.

  Een voorbeeld van een commandoregel door gebruik te maken van de
  parameterstring van hierboven zou zijn:



          zImage  aha152x=0x340,11,3,1 root=/dev/sda1 lock




  Hiermee zou de parameterstring van het device worden doorgegeven, en
  ook de kernel worden gevraagd het rootdevice op /dev/sda1 in te
  stellen en de gehele commandoregel op te slaan en het voor alle
  toekomstige boots te hergebruiken.

  Een voorbeeldopdracht van APPEND is:


               APPEND = "aha152x=0x340,11,3,1"




  De parameterstring moet op de commandoregel NIET door dubbele
  aanhalingstekens worden omsloten, maar in de APPEND-opdracht MOET het
  wel door dubbele aanhalingstekens worden omsloten.

  Merk ook op dat de kernel de driver voor dat type disk moet bevatten
  waarop de parameterstring betrekking heeft. Als dit niet zo is, dan is
  er niets luisterend voor de parameterstring, en zal je de kernel
  opnieuw moeten bouwen waarbij je de benodigde driver insluit.  cd naar
  /usr/src/linux en lees de README en lees de Linux FAQ en Installatie
  HOWTO voor details over het opnieuw bouwen van de kernel.  Als
  alternatief zou je een algemene kernel voor het type disk kunnen
  verkrijgen en dat installeren.

  Lezers worden sterk aangespoord de LILO documentatie te lezen voordat
  zij met de LILO-installatie gaan experimenteren.  Onzorgvuldig gebruik
  van het BOOT statement kan partities beschadigen.

  V. Tijdens het booten krijg ik de fout "A: cannot execute B". Waarom?


  Er zijn verscheidene gevallen waarbij namen van programma's in diverse
  utilities zijn ingeprogrammeerd (hardcoded). Deze gevallen vinden niet
  overal plaatst, maar het kan een verklaring geven waarom een
  uitvoerbaar bestand blijkbaar niet op je systeem is te vinden, zelfs
  al zie je dat het er is.  Je kunt er achter komen of een gegeven
  programma de naam van een ander programma heeft ingeprogrammeerd door
  gebruik te maken van het commando strings en de uitvoer door grep te
  sturen.

  Bekende voorbeelden van hardcoding zijn:

  ·  Shutdown heeft in een aantal versies /etc/reboot ingeprogrammeerd,
     dus moet reboot in de directory /etc directory worden geplaatst.

  ·  init heeft voor tenminste één persoon problemen veroorzaakt,
     waarbij de kernel niet in staat is init op te sporen.

  Om deze problemen te herstellen, verplaats je deze programma's óf naar
  de juiste directory, of wijzig je de configuratiebestanden (b.v.
  /inittab) dat ze naar de juiste directory verwijzen.  Plaats bij
  twijfel de programma's in dezelfde directory's als waar ze op je
  harddisk staan, en gebruik dezelfde inittab en /etc/rc.d bestanden
  zoals ze op je harddisk voorkomen.

  V. Mijn kernel heeft ondersteuning voor een ramdisk, maar
  initialiseert ramdisks van 0K


  Waar dit plaatsvindt, zal tijdens het booten van de kernel een
  vergelijkbare melding als de volgende verschijnen:


          Ramdisk driver initialized : 16 ramdisks of 0K size



  Dit komt waarschijnlijk doordat de grootte tijdens de systeemstart
  door kernelparameters op 0 is ingesteld.  Dit zou kunnen zijn
  veroorzaakt door een over het hoofd geziene parameter in het
  configuratiebestand van LILO:



       ramdisk= 0




  Dit kwam voor in voorbeelden van configuratiebestanden van LILO in een
  aantal oudere distributies, en was daar geplaatst om een eventuele
  voorgaande kernelinstelling te overschrijven. Verwijder een dergelijke
  regel als 't voorkomt.

  Als je probeert een ramdisk te gebruiken die is ingesteld op 0K, het
  gedrag onvoorspelbaar kan zijn, en het in kernel panics kan
  resulteren.



  K.  Bronnen en verwijzingen.


  Neem altijd de laatste versie wanneer je een package ophaalt, tenzij
  je er een goede reden voor hebt dit niet te doen.


  K.1.  Voorgefabriceerde bootdisks.


  Deze bronnen zijn voor distributie-bootdisks.  Maak alsjeblieft
  gebruik van één van de mirror-sites om de load op deze computer te
  beperken.


  ·  Slackware bootdisks
     <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/distributions/slackware/bootdsks.144/>,
     rootdisks
     <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/distributions/slackware/rootdsks/>

     en Slackware mirror sites <http://www.slackware.com/getslack/>

  ·  RedHat bootdisks
     <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/distributions/redhat/current/i386/images/>
     en Red Hat mirror sites <http://www.redhat.com/mirrors.html>

  ·  Debian bootdisks
     <ftp://ftp.debian.org/pub/debian/dists/stable/main/disks-
     i386/current/> en Debian mirror sites
     <ftp://ftp.debian.org/pub/debian/README.mirrors.html>

  In aanvulling op de distributie-bootdisks, zijn de volgende rescue-
  diskimages beschikbaar. Tenzij anders is aangegeven, zijn ze
  beschikbaar in de directory
  <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/recovery/!INDEX.html>
  ·  tomsrtbt, door Tom Oehser, is een uit enkele disk bestaande
     boot/root-disk gebaseerd op kernel 2.0, met een grote set
     mogelijkheden en ondersteuningsprogramma's. Hiermee worden IDE,
     SCSI, tape, netwerk-adapters, PCMCIA en meer ondersteunt. Er zijn
     ongeveer 100 utility-programma's en tools opgenomen voor het
     herstellen en terugzetten van disks. In het package zijn ook
     scripts opgenomen voor het de-assembleren en herconstrueren van de
     images zodat zonodig nieuw materiaal kan worden toegevoegd.



  ·  rescue02, door John Comyns, is een rescue-disk gebaseerd op kernel
     1.3.84, met ondersteuning voor IDE en Adaptec 1542 en NCR53C7,8xx.
     Het maakt gebruik van ELF binaries, maar het heeft genoeg
     commando's voor gebruik op ieder systeem. Er zijn modules die na
     het booten kunnen worden geladen voor alle andere SCSI-kaarten. Het
     zal waarschijnlijk niet werken op systemen met 4 mb ram aangezien
     het gebruik maakt van een 3 mb ramdisk.




  ·  resque_disk-2.0.22, door Sergei Viznyuk, is een full-featured
     boot/root-disk gebaseerd op kernel 2.0.22 met ingebouwde
     ondersteuning voor, veel verschillende SCSI-controllers, en
     ELF/AOUT. Ook opgenomen zijn veel modules en handige utilities voor
     het repareren en herstellen van een harddisk.



  ·  cramdisk images, gebaseerd op de 2.0.23 kernel, beschikbaar voor 4
     meg en 8 meg computers. Hierin zijn math emulatie en
     netwerkondersteuning opgenomen (PPP en dialin script, NE2000,
     3C509), of ondersteuning voor de parallelle poort ZIP-drive. Deze
     diskette-images zullen op een 386'r booten met 4MB RAM. MSDOS-
     ondersteuning is opgenomen dus je kunt het downloaden vanaf het net
     naar een DOS-partitie.

     <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/recovery/images>




  K.2.  Rescue packages.


  Verscheidene packages voor het aanmaken van rescue-disks zijn
  beschikbaar op metalab.unc.edu. Met deze packages kan je een set
  bestanden aangeven die moeten worden opgenomen en de software
  automatiseert (in verschillende mate) de aanmaak van een bootdisk.
  Zie  <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/recovery/!INDEX.html>
  voor meer informatie. Controleer de bestandsdata zorgvuldig -- een
  aantal van deze packages is verscheidene jaren niet bijgewerkt en zal
  de aanmaak van een gecomprimeerd root-bestandssysteem naar ramdisk
  niet ondersteunen. Zover we weten, is Yard het enige package die dat
  wel doet.



  K.3.  Graham Chapman's shell scripts


  Graham Chapman heeft een set scripts geschreven die van pas kunnen
  komen als voorbeelden van hoe bootdisks kunnen worden aangemaakt. In
  vorige versies van deze HOWTO verschenen de scripts in een bijlage,
  maar ze zijn uit het document verwijderd en op een webpage geplaatst:
  <http://www.zeta.org.au/~grahamc/linux.html>

  Misschien dat je het prettig vindt van deze scripts gebruik te maken,
  maar lees de instructies zorgvuldig door, als je dit doet -- als je
  bijvoorbeeld het verkeerde swap-device specificeert, zal je bemerken
  dat je root-bestandssysteem geheel en permanent is verwijderd.
  Overtuig jezelf ervan dat je het correct hebt geconfigureerd, voordat
  je het gebruikt!



  K.4.  LILO -- de Linux loader.


  Geschreven door Werner Almesberger. Uitstekende bootloader, en de
  documentatie bevat informatie over de inhoud van de bootsector en de
  beginfasen van het bootproces.

  Ftp vanaf  <ftp://tsx-11.mit.edu/pub/linux/packages/lilo/>. Het is ook
  beschikbaar van Metalab en mirrors.


  K.5.  Linux FAQ en HOWTO's


  Deze zijn vanaf veel bronnen beschikbaar. Kijk naar de usenet
  nieuwsgroepen news.answers en comp.os.linux.announce.

  De FAQ is beschikbaar vanaf  <http://linuxdoc.org/FAQ/Linux-FAQ.html>
  en de HOWTO's vanaf  <http://linuxdoc.org/HOWTO/HOWTO-INDEX.html>.  De
  meeste documentatie voor Linux is te vinden op de homepage van het
  Linux Documentatie Project <http://linuxdoc.org/>.


  K.6.  Ramdisk usage.


  Een uitstekende beschrijving van hoe de nieuwe ramdisk code werkt is
  te vinden in de documentatie die met de Linux-kernel wordt geleverd.
  Zie /usr/src/linux/Documentation/ramdisk.txt. Het is geschreven door
  Paul Gortmaker en bevat een sectie over het aanmaken van een
  gecomprimeerde ramdisk.

  Voor meer details over het Linux-bootproces zijn hier wat
  verwijzingen:


  ·  De Linux System Administrators' Guide heeft een sectie over het
     booten, zie  <http://linuxdoc.org/LDP/sag/c1596.html>.

  ·  De LILO ``Technical overview''
     <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/boot/lilo/lilo-t-21.ps.gz>
     heeft de definitieve technische, low-level beschrijving van het
     bootproces, tot aan waar de kernel wordt gestart.

  ·  De broncode is de definitieve leidraad. Hieronder vind je een
     aantal kernelbestanden gerelateerd aan het bootproces. Als je de
     sourcecode van de Linux-kernel hebt, vind je deze op je computer
     onder /usr/src/linux; als alternatief heeft Shigio Yamaguchi
     (shigio@tamacom.com) een zeer fraaie kernelbrowser gebaseerd op
     hypertekst op  <http://www.tamacom.com/tour/linux/index.html>.
     Hier zijn een aantal van de relevante bestanden:




     arch/i386/boot/bootsect.S,setup.S
        Bevat assembleercode voor de bootsector.


     arch/i386/boot/compressed/misc.c
        Bevat code voor het decomprimeren van de kernel.


     arch/i386/kernel/
        Directory met kernel-initialisatiecode. setup.c bevat het
        ramdisk word.


     drivers/block/rd.c
        Bevat de ramdisk-driver. De procedures rd_load en rd_load_image
        laden blokken vanaf een device naar een ramdisk. De procedure
        identify_ramdisk_image stelt het gevonden bestandssysteem vast
        en of het is gecomprimeerd.





  L.  LILO boot foutcodes.


  Vragen over deze fouten worden zo vaak in Usenet gesteld, dat we ze
  hier als een publieke service hebben opgenomen. Deze samenvatting is
  ontleend uit Werner Almsberger's LILO User Documentatie, beschikbaar
  op  <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/boot/lilo/lilo-
  u-21.ps.gz>.

  Als LILO zichzelf laadt, geeft het 't woord ``LILO'' weer. Iedere
  letter wordt voor of na het uitvoeren van een specifieke actie
  afgedrukt. Als LILO op een bepaald punt faalt, kunnen de tot dusverre
  afgedrukte letters worden gebruikt om het probleem te identificeren.



     (niets)
        Geen enkel onderdeel van LILO werd geladen. LILO is óf niet
        geïnstalleerd, óf de partitie waarop de bootsector is
        gelokaliseerd is niet actief.


     L  De eerste fase van de bootloader is geladen en gestart, maar het
        kan de tweede fase van de bootloader niet laden. De foutcode
        bestaande uit twee cijfers geeft het type probleem aan.  (Zie
        ook de sectie ``Disk foutcodes''.)  Deze situatie geeft meestal
        een media failure of niet passende geometrie aan (b.v. slechte
        diskparameters)


     LI Het lukte de eerste fase van de bootloader de tweede fase van de
        bootloader te laden, maar het faalde in het uitvoeren ervan. Dit
        kan óf door een niet passende geometrie zijn veroorzaakt óf door
        het verplaatsen van /boot/boot.b zonder het uitvoeren van de
        map-installer.


     LIL
        De tweede fase van de bootloader is gestart, maar het kan de
        descriptor tabel vanuit het map-bestand niet laden. Dit wordt
        typisch veroorzaakt door een media-failure of door een een niet
        passende geometrie.

     LIL?
        De tweede fase van de bootloader is op een onjuist adres
        geladen. Dit wordt typisch veroorzaakt door een subtiel niet
        passende geometrie of door het verplaatsen van /boot/boot.b
        zonder het uitvoeren van de map-installer.


     LIL-
        De descriptor tabel is corrupt. Dit kan óf door een niet
        passende geometrie worden veroorzaakt óf door het verplaatsen
        van /boot/map zonder de map-installer uit te voeren.


     LILO
        Alle onderdelen van LILO zijn succesvol geïnstalleerd.


  Als de BIOS een fout signaleert wanneer LILO een boot-image probeert
  te laden, dan wordt de daarop betrekking hebbende foutcode
  weergegeven.  Deze codes liggen in het bereik van 0x00 tot en met
  0xbb. Zie de LILO User Guide voor een uitleg hierover.



  M.  Voorbeeld rootdisk directory listings


  Hieronder vind je de inhoud van een voorbeeld root-bestandssysteem en
  een utility-diskette.





































  Root directory:
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 bin
  drwx--x--x   2 root     root         4096 Nov  1 15:39 dev
  drwx--x--x   3 root     root         1024 Nov  1 15:39 etc
  drwx--x--x   4 root     root         1024 Nov  1 15:39 lib
  drwx--x--x   5 root     root         1024 Nov  1 15:39 mnt
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 proc
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 root
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 sbin
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 tmp
  drwx--x--x   7 root     root         1024 Nov  1 15:39 usr
  drwx--x--x   5 root     root         1024 Nov  1 15:39 var

  /bin:
  -rwx--x--x   1 root     root        62660 Nov  1 15:39 ash
  -rwx--x--x   1 root     root         9032 Nov  1 15:39 cat
  -rwx--x--x   1 root     root        10276 Nov  1 15:39 chmod
  -rwx--x--x   1 root     root         9592 Nov  1 15:39 chown
  -rwx--x--x   1 root     root        23124 Nov  1 15:39 cp
  -rwx--x--x   1 root     root        23028 Nov  1 15:39 date
  -rwx--x--x   1 root     root        14052 Nov  1 15:39 dd
  -rwx--x--x   1 root     root        14144 Nov  1 15:39 df
  -rwx--x--x   1 root     root        69444 Nov  1 15:39 egrep
  -rwx--x--x   1 root     root          395 Nov  1 15:39 false
  -rwx--x--x   1 root     root        69444 Nov  1 15:39 fgrep
  -rwx--x--x   1 root     root        69444 Nov  1 15:39 grep
  -rwx--x--x   3 root     root        45436 Nov  1 15:39 gunzip
  -rwx--x--x   3 root     root        45436 Nov  1 15:39 gzip
  -rwx--x--x   1 root     root         8008 Nov  1 15:39 hostname
  -rwx--x--x   1 root     root        12736 Nov  1 15:39 ln
  -rws--x--x   1 root     root        15284 Nov  1 15:39 login
  -rwx--x--x   1 root     root        29308 Nov  1 15:39 ls
  -rwx--x--x   1 root     root         8268 Nov  1 15:39 mkdir
  -rwx--x--x   1 root     root         8920 Nov  1 15:39 mknod
  -rwx--x--x   1 root     root        24836 Nov  1 15:39 more
  -rws--x--x   1 root     root        37640 Nov  1 15:39 mount
  -rwx--x--x   1 root     root        12240 Nov  1 15:39 mt
  -rwx--x--x   1 root     root        12932 Nov  1 15:39 mv
  -r-x--x--x   1 root     root        12324 Nov  1 15:39 ps
  -rwx--x--x   1 root     root         5388 Nov  1 15:39 pwd
  -rwx--x--x   1 root     root        10092 Nov  1 15:39 rm
  lrwxrwxrwx   1 root     root            3 Nov  1 15:39 sh -> ash
  -rwx--x--x   1 root     root        25296 Nov  1 15:39 stty
  -rws--x--x   1 root     root        12648 Nov  1 15:39 su
  -rwx--x--x   1 root     root         4444 Nov  1 15:39 sync
  -rwx--x--x   1 root     root       110668 Nov  1 15:39 tar
  -rwx--x--x   1 root     root        19712 Nov  1 15:39 touch
  -rwx--x--x   1 root     root          395 Nov  1 15:39 true
  -rws--x--x   1 root     root        19084 Nov  1 15:39 umount
  -rwx--x--x   1 root     root         5368 Nov  1 15:39 uname
  -rwx--x--x   3 root     root        45436 Nov  1 15:39 zcat

  /dev:
  lrwxrwxrwx   1 root     root            6 Nov  1 15:39 cdrom -> cdu31a
  brw-rw-r--   1 root     root      15,   0 May  5  1998 cdu31a
  crw-------   1 root     root       4,   0 Nov  1 15:29 console
  crw-rw-rw-   1 root     uucp       5,  64 Sep  9 19:46 cua0
  crw-rw-rw-   1 root     uucp       5,  65 May  5  1998 cua1
  crw-rw-rw-   1 root     uucp       5,  66 May  5  1998 cua2
  crw-rw-rw-   1 root     uucp       5,  67 May  5  1998 cua3
  brw-rw----   1 root     floppy     2,   0 Aug  8 13:54 fd0
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  36 Aug  8 13:54 fd0CompaQ
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  84 Aug  8 13:55 fd0D1040
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  88 Aug  8 13:55 fd0D1120
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  12 Aug  8 13:54 fd0D360
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  16 Aug  8 13:54 fd0D720
  brw-rw----   1 root     floppy     2, 120 Aug  8 13:55 fd0D800
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  32 Aug  8 13:54 fd0E2880
  brw-rw----   1 root     floppy     2, 104 Aug  8 13:55 fd0E3200
  brw-rw----   1 root     floppy     2, 108 Aug  8 13:55 fd0E3520
  brw-rw----   1 root     floppy     2, 112 Aug  8 13:55 fd0E3840
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  28 Aug  8 13:54 fd0H1440
  brw-rw----   1 root     floppy     2, 124 Aug  8 13:55 fd0H1600
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  44 Aug  8 13:55 fd0H1680
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  60 Aug  8 13:55 fd0H1722
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  76 Aug  8 13:55 fd0H1743
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  96 Aug  8 13:55 fd0H1760
  brw-rw----   1 root     floppy     2, 116 Aug  8 13:55 fd0H1840
  brw-rw----   1 root     floppy     2, 100 Aug  8 13:55 fd0H1920
  lrwxrwxrwx   1 root     root            7 Nov  1 15:39 fd0H360 -> fd0D360
  lrwxrwxrwx   1 root     root            7 Nov  1 15:39 fd0H720 -> fd0D720
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  52 Aug  8 13:55 fd0H820
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  68 Aug  8 13:55 fd0H830
  brw-rw----   1 root     floppy     2,   4 Aug  8 13:54 fd0d360
  brw-rw----   1 root     floppy     2,   8 Aug  8 13:54 fd0h1200
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  40 Aug  8 13:54 fd0h1440
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  56 Aug  8 13:55 fd0h1476
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  72 Aug  8 13:55 fd0h1494
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  92 Aug  8 13:55 fd0h1600
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  20 Aug  8 13:54 fd0h360
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  48 Aug  8 13:55 fd0h410
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  64 Aug  8 13:55 fd0h420
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  24 Aug  8 13:54 fd0h720
  brw-rw----   1 root     floppy     2,  80 Aug  8 13:55 fd0h880
  brw-rw----   1 root     disk       3,   0 May  5  1998 hda
  brw-rw----   1 root     disk       3,   1 May  5  1998 hda1
  brw-rw----   1 root     disk       3,   2 May  5  1998 hda2
  brw-rw----   1 root     disk       3,   3 May  5  1998 hda3
  brw-rw----   1 root     disk       3,   4 May  5  1998 hda4
  brw-rw----   1 root     disk       3,   5 May  5  1998 hda5
  brw-rw----   1 root     disk       3,   6 May  5  1998 hda6
  brw-rw----   1 root     disk       3,  64 May  5  1998 hdb
  brw-rw----   1 root     disk       3,  65 May  5  1998 hdb1
  brw-rw----   1 root     disk       3,  66 May  5  1998 hdb2
  brw-rw----   1 root     disk       3,  67 May  5  1998 hdb3
  brw-rw----   1 root     disk       3,  68 May  5  1998 hdb4
  brw-rw----   1 root     disk       3,  69 May  5  1998 hdb5
  brw-rw----   1 root     disk       3,  70 May  5  1998 hdb6
  crw-r-----   1 root     kmem       1,   2 May  5  1998 kmem
  crw-r-----   1 root     kmem       1,   1 May  5  1998 mem
  lrwxrwxrwx   1 root     root           12 Nov  1 15:39 modem -> ../dev/ttyS1
  lrwxrwxrwx   1 root     root           12 Nov  1 15:39 mouse -> ../dev/psaux
  crw-rw-rw-   1 root     root       1,   3 May  5  1998 null
  crwxrwxrwx   1 root     root      10,   1 Oct  5 20:22 psaux
  brw-r-----   1 root     disk       1,   1 May  5  1998 ram
  brw-rw----   1 root     disk       1,   0 May  5  1998 ram0
  brw-rw----   1 root     disk       1,   1 May  5  1998 ram1
  brw-rw----   1 root     disk       1,   2 May  5  1998 ram2
  brw-rw----   1 root     disk       1,   3 May  5  1998 ram3
  brw-rw----   1 root     disk       1,   4 May  5  1998 ram4
  brw-rw----   1 root     disk       1,   5 May  5  1998 ram5
  brw-rw----   1 root     disk       1,   6 May  5  1998 ram6
  brw-rw----   1 root     disk       1,   7 May  5  1998 ram7
  brw-rw----   1 root     disk       1,   8 May  5  1998 ram8
  brw-rw----   1 root     disk       1,   9 May  5  1998 ram9
  lrwxrwxrwx   1 root     root            4 Nov  1 15:39 ramdisk -> ram0
  ***  Ik heb alleen devices opgenomen voor de IDE-partities die ik gebruik.
  ***  Als je SCSI gebruikt, gebruik in plaats daarvan dan de /dev/sdXX devices.
  crw-------   1 root     root       4,   0 May  5  1998 tty0
  crw--w----   1 root     tty        4,   1 Nov  1 15:39 tty1
  crw-------   1 root     root       4,   2 Nov  1 15:29 tty2
  crw-------   1 root     root       4,   3 Nov  1 15:29 tty3
  crw-------   1 root     root       4,   4 Nov  1 15:29 tty4
  crw-------   1 root     root       4,   5 Nov  1 15:29 tty5
  crw-------   1 root     root       4,   6 Nov  1 15:29 tty6
  crw-------   1 root     root       4,   7 May  5  1998 tty7
  crw-------   1 root     tty        4,   8 May  5  1998 tty8
  crw-------   1 root     tty        4,   9 May  8 12:57 tty9
  crw-rw-rw-   1 root     root       4,  65 Nov  1 12:17 ttyS1
  crw-rw-rw-   1 root     root       1,   5 May  5  1998 zero

  /etc:
  -rw-------   1 root     root          164 Nov  1 15:39 conf.modules
  -rw-------   1 root     root          668 Nov  1 15:39 fstab
  -rw-------   1 root     root           71 Nov  1 15:39 gettydefs
  -rw-------   1 root     root          389 Nov  1 15:39 group
  -rw-------   1 root     root          413 Nov  1 15:39 inittab
  -rw-------   1 root     root           65 Nov  1 15:39 issue
  -rw-r--r--   1 root     root          746 Nov  1 15:39 ld.so.cache
  ***  ld.so.cache is door ldconfig aangemaakt en caches library locaties.
  ***  Er is veel dat tijdens het booten niet werkt als ld.so.cache ontbreekt.
  ***  Je kunt het na het aanmaken van de bootdisk óf opnieuw aanmaken,
  ***  óf ldconfig op de bootdisk opnemen en het vanuit een rc.x-script
  ***  uitvoeren om de cache bij te werken.
  -rw-------   1 root     root           32 Nov  1 15:39 motd
  -rw-------   1 root     root          949 Nov  1 15:39 nsswitch.conf
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 pam.d
  -rw-------   1 root     root          139 Nov  1 15:39 passwd
  -rw-------   1 root     root          516 Nov  1 15:39 profile
  -rwx--x--x   1 root     root          387 Nov  1 15:39 rc
  -rw-------   1 root     root           55 Nov  1 15:39 shells
  -rw-------   1 root     root          774 Nov  1 15:39 termcap
  -rw-------   1 root     root           78 Nov  1 15:39 ttytype
  lrwxrwxrwx   1 root     root           15 Nov  1 15:39 utmp -> ../var/run/utmp
  lrwxrwxrwx   1 root     root           15 Nov  1 15:39 wtmp -> ../var/log/wtmp

  /etc/pam.d:
  -rw-------   1 root     root          356 Nov  1 15:39 other

  /lib:
  *** Ik heb een ELF-systeem met glibc, dus heb ik de ld-2.so loader nodig.
  -rwxr-xr-x   1 root     root        45415 Nov  1 15:39 ld-2.0.7.so
  lrwxrwxrwx   1 root     root           11 Nov  1 15:39 ld-linux.so.2 -> ld-2.0.7.so
  -rwxr-xr-x   1 root     root       731548 Nov  1 15:39 libc-2.0.7.so
  lrwxrwxrwx   1 root     root           13 Nov  1 15:39 libc.so.6 -> libc-2.0.7.so
  lrwxrwxrwx   1 root     root           17 Nov  1 15:39 libcom_err.so.2 -> libcom_err.so.2.0
  -rwxr-xr-x   1 root     root         6209 Nov  1 15:39 libcom_err.so.2.0
  -rwxr-xr-x   1 root     root       153881 Nov  1 15:39 libcrypt-2.0.7.so
  lrwxrwxrwx   1 root     root           17 Nov  1 15:39 libcrypt.so.1 -> libcrypt-2.0.7.so
  -rwxr-xr-x   1 root     root        12962 Nov  1 15:39 libdl-2.0.7.so
  lrwxrwxrwx   1 root     root           14 Nov  1 15:39 libdl.so.2 -> libdl-2.0.7.so
  lrwxrwxrwx   1 root     root           16 Nov  1 15:39 libext2fs.so.2 -> libext2fs.so.2.4
  -rwxr-xr-x   1 root     root        81382 Nov  1 15:39 libext2fs.so.2.4
  -rwxr-xr-x   1 root     root        25222 Nov  1 15:39 libnsl-2.0.7.so
  lrwxrwxrwx   1 root     root           15 Nov  1 15:39 libnsl.so.1 -> libnsl-2.0.7.so
  -rwx--x--x   1 root     root       178336 Nov  1 15:39 libnss_files-2.0.7.so
  lrwxrwxrwx   1 root     root           21 Nov  1 15:39 libnss_files.so.1 -> libnss_files-2.0.7.so
  lrwxrwxrwx   1 root     root           14 Nov  1 15:39 libpam.so.0 -> libpam.so.0.64
  -rwxr-xr-x   1 root     root        26906 Nov  1 15:39 libpam.so.0.64
  lrwxrwxrwx   1 root     root           19 Nov  1 15:39 libpam_misc.so.0 -> libpam_misc.so.0.64
  -rwxr-xr-x   1 root     root         7086 Nov  1 15:39 libpam_misc.so.0.64
  -r-xr-xr-x   1 root     root        35615 Nov  1 15:39 libproc.so.1.2.6
  lrwxrwxrwx   1 root     root           15 Nov  1 15:39 libpwdb.so.0 -> libpwdb.so.0.54
  -rw-r--r--   1 root     root       121899 Nov  1 15:39 libpwdb.so.0.54
  lrwxrwxrwx   1 root     root           19 Nov  1 15:39 libtermcap.so.2 -> libtermcap.so.2.0.8
  -rwxr-xr-x   1 root     root        12041 Nov  1 15:39 libtermcap.so.2.0.8
  -rwxr-xr-x   1 root     root        12874 Nov  1 15:39 libutil-2.0.7.so
  lrwxrwxrwx   1 root     root           16 Nov  1 15:39 libutil.so.1 -> libutil-2.0.7.so
  lrwxrwxrwx   1 root     root           14 Nov  1 15:39 libuuid.so.1 -> libuuid.so.1.1
  -rwxr-xr-x   1 root     root         8039 Nov  1 15:39 libuuid.so.1.1
  drwx--x--x   3 root     root         1024 Nov  1 15:39 modules
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 security

  /lib/modules:
  drwx--x--x   4 root     root         1024 Nov  1 15:39 2.0.35

  /lib/modules/2.0.35:
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 block
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 cdrom

  /lib/modules/2.0.35/block:
  -rw-------   1 root     root         7156 Nov  1 15:39 loop.o

  /lib/modules/2.0.35/cdrom:
  -rw-------   1 root     root        24108 Nov  1 15:39 cdu31a.o

  /lib/security:
  -rwx--x--x   1 root     root         8771 Nov  1 15:39 pam_permit.so

  ***  Directory stubs voor het mounten
  /mnt:
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 SparQ
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 cdrom
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 floppy

  /proc:

  /root:
  -rw-------   1 root     root          176 Nov  1 15:39 .bashrc
  -rw-------   1 root     root          182 Nov  1 15:39 .cshrc
  -rw-------   1 root     root           47 Nov  1 15:39 .glintrc
  -rwx--x--x   1 root     root          455 Nov  1 15:39 .profile
  -rw-------   1 root     root         4014 Nov  1 15:39 .tcshrc

  /sbin:
  -rwx--x--x   1 root     root        23976 Nov  1 15:39 depmod
  -rwx--x--x   2 root     root       274600 Nov  1 15:39 e2fsck
  -rwx--x--x   1 root     root        41268 Nov  1 15:39 fdisk
  -rwx--x--x   1 root     root         9396 Nov  1 15:39 fsck
  -rwx--x--x   2 root     root       274600 Nov  1 15:39 fsck.ext2
  -rwx--x--x   1 root     root        29556 Nov  1 15:39 getty
  -rwx--x--x   1 root     root         6620 Nov  1 15:39 halt
  -rwx--x--x   1 root     root        23116 Nov  1 15:39 init
  -rwx--x--x   1 root     root        25612 Nov  1 15:39 insmod
  -rwx--x--x   1 root     root        10368 Nov  1 15:39 kerneld
  -rwx--x--x   1 root     root       110400 Nov  1 15:39 ldconfig
  -rwx--x--x   1 root     root         6108 Nov  1 15:39 lsmod
  -rwx--x--x   2 root     root        17400 Nov  1 15:39 mke2fs
  -rwx--x--x   1 root     root         4072 Nov  1 15:39 mkfs
  -rwx--x--x   2 root     root        17400 Nov  1 15:39 mkfs.ext2
  -rwx--x--x   1 root     root         5664 Nov  1 15:39 mkswap
  -rwx--x--x   1 root     root        22032 Nov  1 15:39 modprobe
  lrwxrwxrwx   1 root     root            4 Nov  1 15:39 reboot -> halt
  -rwx--x--x   1 root     root         7492 Nov  1 15:39 rmmod
  -rwx--x--x   1 root     root        12932 Nov  1 15:39 shutdown
  lrwxrwxrwx   1 root     root            6 Nov  1 15:39 swapoff -> swapon
  -rwx--x--x   1 root     root         5124 Nov  1 15:39 swapon
  lrwxrwxrwx   1 root     root            4 Nov  1 15:39 telinit -> init
  -rwx--x--x   1 root     root         6944 Nov  1 15:39 update

  /tmp:

  /usr:
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 bin
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 lib
  drwx--x--x   3 root     root         1024 Nov  1 15:39 man
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 sbin
  drwx--x--x   3 root     root         1024 Nov  1 15:39 share
  lrwxrwxrwx   1 root     root           10 Nov  1 15:39 tmp -> ../var/tmp

  /usr/bin:
  -rwx--x--x   1 root     root        37164 Nov  1 15:39 afio
  -rwx--x--x   1 root     root         5044 Nov  1 15:39 chroot
  -rwx--x--x   1 root     root        10656 Nov  1 15:39 cut
  -rwx--x--x   1 root     root        63652 Nov  1 15:39 diff
  -rwx--x--x   1 root     root        12972 Nov  1 15:39 du
  -rwx--x--x   1 root     root        56552 Nov  1 15:39 find
  -r-x--x--x   1 root     root         6280 Nov  1 15:39 free
  -rwx--x--x   1 root     root         7680 Nov  1 15:39 head
  -rwx--x--x   1 root     root         8504 Nov  1 15:39 id
  -r-sr-xr-x   1 root     bin          4200 Nov  1 15:39 passwd
  -rwx--x--x   1 root     root        14856 Nov  1 15:39 tail
  -rwx--x--x   1 root     root        19008 Nov  1 15:39 tr
  -rwx--x--x   1 root     root         7160 Nov  1 15:39 wc
  -rwx--x--x   1 root     root         4412 Nov  1 15:39 whoami

  /usr/lib:
  lrwxrwxrwx   1 root     root           17 Nov  1 15:39 libncurses.so.4 -> libncurses.so.4.2
  -rw-r--r--   1 root     root       260474 Nov  1 15:39 libncurses.so.4.2

  /usr/sbin:
  -r-x--x--x   1 root     root        13684 Nov  1 15:39 fuser
  -rwx--x--x   1 root     root         3876 Nov  1 15:39 mklost+found

  /usr/share:
  drwx--x--x   4 root     root         1024 Nov  1 15:39 terminfo

  /usr/share/terminfo:
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 l
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 v

  /usr/share/terminfo/l:
  -rw-------   1 root     root         1552 Nov  1 15:39 linux
  -rw-------   1 root     root         1516 Nov  1 15:39 linux-m
  -rw-------   1 root     root         1583 Nov  1 15:39 linux-nic

  /usr/share/terminfo/v:
  -rw-------   2 root     root         1143 Nov  1 15:39 vt100
  -rw-------   2 root     root         1143 Nov  1 15:39 vt100-am

  /var:
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 log
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 run
  drwx--x--x   2 root     root         1024 Nov  1 15:39 tmp

  /var/log:
  -rw-------   1 root     root            0 Nov  1 15:39 wtmp

  /var/run:
  -rw-------   1 root     root            0 Nov  1 15:39 utmp

  /var/tmp:








  N.  Voorbeeldlisting van een directory op een utility-disk:




       total 579
       -rwxr-xr-x   1 root     root        42333 Jul 28 19:05 cpio*
       -rwxr-xr-x   1 root     root        32844 Aug 28 19:50 debugfs*
       -rwxr-xr-x   1 root     root       103560 Jul 29 21:31 elvis*
       -rwxr-xr-x   1 root     root        29536 Jul 28 19:04 fdisk*
       -rw-r--r--   1 root     root       128254 Jul 28 19:03 ftape.o
       -rwxr-xr-x   1 root     root        17564 Jul 25 03:21 ftmt*
       -rwxr-xr-x   1 root     root        64161 Jul 29 20:47 grep*
       -rwxr-xr-x   1 root     root        45309 Jul 29 20:48 gzip*
       -rwxr-xr-x   1 root     root        23560 Jul 28 19:04 insmod*
       -rwxr-xr-x   1 root     root          118 Jul 28 19:04 lsmod*
       lrwxrwxrwx   1 root     root            5 Jul 28 19:04 mt -> mt-st*
       -rwxr-xr-x   1 root     root         9573 Jul 28 19:03 mt-st*
       lrwxrwxrwx   1 root     root            6 Jul 28 19:05 rmmod -> insmod*
       -rwxr-xr-x   1 root     root       104085 Jul 28 19:05 tar*
       lrwxrwxrwx   1 root     root            5 Jul 29 21:35 vi -> elvis*