Sophie

Sophie

distrib > Mandriva > 9.1 > ppc > by-pkgid > 4275f27a03145c1dd735c321a30f393b > files > 9

howto-text-nl-9.0-1mdk.noarch.rpm

  Configuratie HOWTO
  Door Guido Gonzato, ggonza at tin.it,
  Vertaald door: Ellen Bokhorst, bokkie at nl.linux.org
  Versie 1.99.6. 31 augustus 2000.

  Deze HOWTO richt zich op het sneller en eenvoudiger fijnafstemmen van
  je nieuw geïnstalleerde Linux-box. Je vindt hierin een set
  configuratietips voor de meest algemene applicaties en services.
  ______________________________________________________________________

  Inhoudsopgave























































  1. Introductie

     1.1 Waarom deze HOWTO
     1.2 Wat we zullen gaan configureren

  2. Algemene Systeemsetup

     2.1 Een paar woorden over beveiliging
     2.2 Begin een logboek!
     2.3 Toetsenbord
     2.4 Boot- en Rescue-diskette
     2.5 Kernelzaken
     2.6 Hard Disk Performance
     2.7 Parallelle Poort Zip Drive
     2.8 Device Drivers
     2.9 Geluidskaart
     2.10 Login meldingen
     2.11 Hostnaam
     2.12 Muis
     2.13 Mount Points
     2.14 Automount Points
     2.15 lilo(8) en LOADLIN.EXE
        2.15.1 Beveiligingstip
     2.16 Printer Configuratie
     2.17 SVGATextMode

  3. Algemene beheertaken

     3.1 Netwerkconfiguratie
     3.2 Netwerk voor Notebooks
     3.3 Delen van het Internet
     3.4 Netwerktoegang beperken
     3.5 NFS Exports
     3.6 Samba

  4. Software Configuratie

     4.1 bash(1)
     4.2 I18n
     4.3 ls(1)
     4.4 less(1)
     4.5 Editor
        4.5.1 emacs(1)
        4.5.2 joe(1)
        4.5.3 jed(1)
     4.6 pine(1)
     4.7 minicom(1)
     4.8 efax(1)
     4.9 Ghostscript
     4.10 TeX en Friends
        4.10.1 Uitbreiden van $TEXINPUTS
        4.10.2 Afbreekpatronen
        4.10.3 Dvips
        4.10.4 LaTeX Packages toevoegen
     4.11 Voorkom PPProblemen!
        4.11.1 Een snelle start met eznet
        4.11.2 Een snelle start met wvdial
     4.12 POP Client
     4.13 Basis Mail Filtering
     4.14 X Window Systeem (XFree86)
        4.14.1 Instellen van de X-server
        4.14.2 Numerieke toetsenblok
        4.14.3 Grafische login met xdm
        4.14.4 Window Manager
        4.14.5 Standaards voor X11 Apps
        4.14.6 Fonts toevoegen
     4.15 Gebruikers configuraties
     4.16 Maken van .rpms
     4.17 Upgraden

  5. Configuratie Software + Docs

  6. Het einde

     6.1 Copyright
     6.2 Feedback
     6.3 Disclaimer


  ______________________________________________________________________

  1.  Introductie



  1.1.  Waarom deze HOWTO

  Huidige distributies naderen de perfectie, maar fijnafstemming is nog
  steeds nodig. Veel gebruikers voelen zich geïntimideerd door de
  schijnbare complexiteit van een Linux-systeem, en als resultaat
  bemerkte ik dat in c.o.l.setup steeds weer dezelfde vragen werden
  gesteld. Om wat aan deze situatie te doen en voor mijn eigen gemak,
  schreef ik deze te-doen lijst welke leidde tot deze HOWTO. Je vindt
  hierin configuratietips en voorbeelden voor de meest gebruikelijke
  applicaties, programma's en services, die je een tamelijke hoeveelheid
  tijd en werk kunnen besparen.

  Ik realiseer me dat deze HOWTO nogal op RedHat is gebaseerd. Ik heb
  thans slechts toegang tot RedHat en Mandrake computers, met kernels
  variërend van 2.0.36 tot 2.2.15; dus behandel mijn tips niet als
  heilig als je andere distributies hebt. In voorgaande versies van deze
  HOWTO stond wat informatie voor SuSE, Debian en Caldera; maar
  aangezien ik niet langer toegang heb tot die computers, kan ik de
  details niet bijgewerkt houden. Geen informatie is beter dan niet
  accurate informatie, dus is het aan jou mijn tips aan je distributie
  aan te passen.

  Deze HOWTO kan niet, en is niet bedoeld om anderen te vervangen. Het
  lezen van docs en HOWTO's betaalt zich altijd terug, dus het wordt je
  ten zeerste aanbevolen, dit te doen.  Bovendien wordt het je hier niet
  voorgekauwd: als je je realiseert dat je iets niet begrijpt, raadpleeg
  dan de relevante HOWTO.  Laat me je er aan herinneren dat Usenet de
  juiste plaats is om naar hulp betreffende de configuratie van Linux te
  zoeken, d.w.z.  <news:comp.os.linux.setup>. Zoek alsjeblieft geen hulp
  bij mij, want ik ben al tamelijk overbeladen.

  De officiële plaats voor dit document waar tevens alle andere HOWTO's
  en een aantal vertalingen, waar ik naar refereer worden gehost, is
  <http://www.linuxdoc.org>.



  1.2.  Wat we zullen gaan configureren

  Er bestaan eindeloze hardware configuraties voor een PC, maar in mijn
  ervaring is er één zeer gebruikelijk: een PC met daarin een grote HD
  gesplitst in drie partities (één voor DOS/Windows, één voor Linux, één
  voor swap), geluidskaart, modem, CD-ROM station, printer, muis. Ook
  een parallelle poort Zip-drive is zeer algemeen. Deze computer maakt
  mogelijk deel uit van een gemengd Windows-Linux netwerk, waarbij het
  als een server fungeert.

  Ik ga ervan uit dat je deze hardware zal willen configureren, maar de
  volgende tips zijn eenvoudigweg aan verschillende configuraties aan te
  passen. Er zal impliciet vanuit worden gegaan dat je root zult zijn
  tijdens het editen/herstellen/hacken.

  En nu jongens, stroop je mouwen op.



  2.  Algemene Systeemsetup




  2.1.  Een paar woorden over beveiliging

  Zelfs voordat je het systeem boot, zou je een beslissing moeten hebben
  genomen over welk beveiligingsniveau je wilt implementeren. Verbind om
  mee te beginnen je computer niet met het netwerk voordat je besloten
  hebt wat je zal gaan doen.

  Beveiliging is een veelomvattend onderwerp dat buiten het kader van
  deze HOWTO valt; twee goede plaatsen om mee te beginnen zijn de Linux
  Security Administrator's Guide op
  <http://www.securityportal.com/lasg> en de Linux Security Guide op
  <http://nic.com/~dave/SecurityAdminGuide/index.html>. Je zou op z'n
  minst de volgende stappen in overweging moeten nemen: het gebruik van
  shadow passwords (Shadow Password HOWTO), het beperken van
  netwerktoegang tot de computer (Sectie ``Beperken van
  netwerktoegang''), het gebruik van de Secure Shell (
  <http://www.openssh.org>) of het Secure Remote Password (
  <http://srp.stanford.edu/srp/>). Veel succes.



  2.2.  Begin een logboek!

  Om je installatie in vorm te houden, is het essentieel dat je exact
  weet wat er op je computer heeft plaatsgevonden, welke packages je die
  dag installeerde, wat je verwijderde of wijzigde, enzovoort.  Dus het
  eerste dat je zal doen voordat je aan je computer komt, is het
  beginnen van een ``logboek''. Daarin zal je alles vermelden van de
  stappen die je als root maakt; in mijn eigen logboek hou ik ook een
  sectie bij van alle gewijzigde systeembestanden en extra .rpms, en
  .tar.gz die ik installeerde. In de optimale situatie zou je bij het
  teruggaan van al je stappen je installatie terug moeten kunnen
  verkrijgen.

  Maak een backup van de systeembestanden die je wijzigt. Of nog beter,
  maak gebruik van RCS; je zal alle wijzigingen terug kunnen vinden.
  Werk nooit als root zonder je stappen vast te leggen!



  2.3.  Toetsenbord


  Als je deze stap tijdens de installatie hebt gemist of inmiddels een
  ander toetsenbord hebt, zal je:


  ·  naar een passende toetsentabel moeten zoeken, te beginnen bij
     /usr/lib/kbd/keymaps/i386; bijvoorbeeld, querty/it-latin1.kmap.gz
     biedt ondersteuning voor het Italiaanse toetsenbord;


  ·  wijzig het bestand /etc/sysconfig/keyboard zodat er staat:
     KEYTABLE="it-latin1";

  ·  voor het instellen van de keyboard repeat rate (herhalingssnelheid)
     en delay time (vertragingstijd) voeg je de volgende regel toe aan
     /etc/rc.d/rc.sysinit:



       /sbin/kbdrate -s -r 16 -d 500  # of wat je ook wilt





  Roep



       /etc/rc.d/init.d/keytable start




  aan voor het laden van de toetsentabel. In de volgende secties zullen
  andere speciale toetsen aan bod komen. Voeg voor het standaard
  activeren van de NumLock toets de volgende regels toe aan
  /etc/rc.d/rc.sysinit:



       for tty in /dev/tty[1-9]*; do
         setleds -D +num < $tty
       done




  Normaal gesproken wordt er onder de Linux console geen onderscheid
  gemaakt in bijvoorbeeld de pijltjestoets en combinatie van de Shift-
  en pijltjestoets, maar een aantal applicaties (zoals bijvoorbeeld de
  editor ``Jed'') doen dit wel. Normaal gesproken zijn dergelijke key
  bindings alleen beschikbaar in een xterm. De volgende key map, die je
  naar keuze tijdens de systeemstart kunt laden, is daarbij erg handig:






















  # Laad deze keymap met: loadkey shift.map
  # Shift + Up
  shift keycode 103 = F100
  string F100 = "\033[a"
  # Shift + Left
  shift keycode 106 = F101
  string F101 = "\033[c"
  # Shift + Right
  shift keycode 105 = F102
  string F102 = "\033[d"
  # Shift + Down
  shift keycode 108 = F103
  string F103 = "\033[b"
  # Ctrl + Ins
  control keycode 110 = F104
  string F104="\033[2^"
  # Shift + Ins
  shift keycode 110 = F105
  string F105="\033[2$"
  # Shift + PgUp
  shift keycode 104 = F106
  string F106 = "\033[5$"
  # Shift + PgDn
  shift keycode 109 = F107
  string F107 = "\033[6$"
  # Shift + Home
  shift keycode 102 = F108
  string F108 = "\033[1$"
  # Shift + End
  shift keycode 107 = F109
  string F109 = "\033[4$"
  # Shift + Del
  shift keycode 111 = F110
  string F110 = "\033[3$"
  # Ctrl + Del
  control keycode 111 = F111
  string F111 = "\033[3^"







  2.4.  Boot- en Rescue-diskette

  Maak voor een nieuw geïnstalleerd systeem een paar bootdiskettes.  In
  je distributie kan een opdracht voor het aanmaken van een dergelijke
  diskette zijn opgenomen (zoals bijvoorbeeld mkbootdisk of iets dat
  daarop lijkt); zo niet, dan kun je de volgende opdrachten gebruiken:



       #~ dd if=/boot/vmlinuz-2.0.36-0.7 of=/dev/fd0  # gebruik je kernel-image
       #~ rdev /dev/fd0 /dev/hda2                     # je Linux root partitie




  Zorg er bovendien voor dat je een paar rescue-disks bij de hand hebt.
  Er is veel keuze in rescuedisks op
  <ftp://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/recovery>; als je niet weet
  welke te kiezen, raad ik je aan Tomsbtrt uit te proberen, de homepage
  daarvan is te vinden op  <http://www.toms.net/rb>.  Het is zeer
  compleet, maar een aantal utility's lijken in eerste instantie te
  ontbreken; ftp staat er niet op, maar daarvoor in de plaats krijg je
  nc. Lees alsjeblieft de bijbehorende documentatie.



  2.5.  Kernelzaken


  IMHO is het eerste dat je vervolgens zou moeten doen een kernel te
  bouwen die het beste bij je systeem past. Het is zeer eenvoudig te
  doen, maar raadpleeg in elk geval, het bestand README in
  /usr/src/linux/ of de Kernel HOWTO.  Hints:


  ·  overweeg zorgvuldig wat je nodig hebt. Het uitkiezen van een
     kernelconfiguratie, toepassen van de patches en het voor eens en
     voor altijd compileren is productiever dan het iedere maand
     herconfigureren en compileren; dit is vooral waar als je Linux-box
     een server is.  Vergeet niet de ondersteuning voor alle hardware
     die je waarschijnlijk in de toekomst toe zult voegen, op te nemen
     (b.v. SCSI, Zip, netwerkkaarten, enz); gebruik van modules is
     gewoonlijk de beste keuze;

  ·  notebook gebruikers: als je van plan bent een PCMCIA modem/fax te
     gaan gebruiken, denk er dan aan seriële ondersteuning in de kernel
     te compileren. Compileer het niet als een module want dan zal je
     PCMCIA modem niet werken;

  ·  denk er aan alles wat je nodig hebt te compileren; d.w.z. vergeet
     de pcmcia modules of de ALSA geluidsdrivers niet;

  ·  om de volgende keer dat je de kernel herconfigureert en
     hercompileert tijd te besparen is het een goed idee je configuratie
     naar een bestand weg te schrijven en het op een veilige plaats te
     bewaren. Als je de kernel upgrade en gebruik maakt van ``make
     oldconfig'', zal je oude config bestand worden genomen en voor alle
     niet opgenomen features zal worden gevraagd of ze moeten worden
     opgenomen, wat resulteert in een nieuw, bijgewerkt config bestand.



  2.6.  Hard Disk Performance


  De performance van je (E)IDE harddisk kan enorm worden verbeterd door
  zorgvuldig gebruik te maken van hdparm(8).  Als het niet in je Linux
  distributie is opgenomen, kun je het vinden op
  <ftp://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/hardware>; zoek naar een
  bestand met de naam hdparm-X.Y.tar.gz.

  Aangezien veel details afhankelijk zijn van je harddisk en HD-
  controller, kan ik je geen algemene richtlijnen geven. Je riskeert je
  bestandssysteem te roosteren, dus lees de manpage zorgvuldig door
  voordat je een aantal van de opties gaat gebruiken. Op z'n eenvoudigst
  zou je de volgende regel aan /etc/rc.d/rc.sysinit toe kunnen voegen:



       /sbin/hdparm -c1 /dev/hda  # uitgaande van de eerste IDE-drive




  waarmee (E)IDE 32-bit I/O ondersteuning wordt geactiveerd.  Betreft de
  `-m' optie, emailde de auteur Mark Lord van hdparm me het volgende:


       (...) als je systeemcomponenten van de afgelopen paar jaar
       [< 1997], gebruikt, zal het goed gaan. Er *zou* een probleem
       op kunnen treden (onwaarschijnlijk) met oudere componenten.
       De werkelijke fouten bevattende chips waren de CMD0646 en
       RZ1000 chips, die *op grote schaal* op 486 en (eerdere) 586
       moederborden van ongeveer 2-3 jaar geleden werden gebruikt.


  Voor recente computers, zouden deze instellingen prima moeten werken:



       /sbin/hdparm -c1 -A1 -m16 -d1 /dev/hda






  2.7.  Parallelle Poort Zip Drive

  In stock kernels is zowel de driver voor de oude (ppa) als de nieuwe
  (imm) Zip-drives ingesloten. Als je de kernel opnieuw compileert, zorg
  er dan voor dat SCSI-ondersteuning en SCSI-diskondersteuning zijn
  geactiveerd. Denk er aan dat er conflicten op kunnen treden tussen de
  printer en de Zip drive als ze beiden op dezelfde parallelle poort
  zijn aangesloten, dus je kunt beter kernelmodules gebruiken.

  Zip disks worden op partitie /dev/sda4 voorgeformatteerd verkocht.
  Voeg het volgende toe aan /etc/rc.d/rc.sysinit om de Zip te activeren:



       # Activeer de Zip-drive
       /sbin/modprobe ppa  # imm voor recente modellen




  Zip disks kunnen zoals hieronder wordt getoond worden gemount via
  /etc/fstab, of via Mtools door het toevoegen van de volgende regel aan
  het bestand /etc/mtools.conf:



       drive z: file="/dev/sda4" exclusive




  bovendien maakt de opdracht mzip het mogelijk de status te
  ondervragen, de ZIP-disks eruit te werpen, en met een wachtwoord te
  beveiligen; zie man mzip voor details.  De Mtools home page is te
  vinden op <http://linux.wauug.org/pub/knaff/mtools>.



  2.8.  Device Drivers


  Devices in /dev (of nog beter, koppelingen naar de feitelijke device
  drivers) kunnen ontbreken. Controleer met welke devices je muis,
  modem, en CD-ROM drive corresponderen, en geef vervolgens de opdracht:



  ~# cd /dev
  /dev# ln -s ttyS0 mouse; ln -s ttyS1 modem; ln -s hdb cdrom; ln -s sda4 zip




  In de meeste notebooks is /dev/psaux het mouse device: houd hier bij
  het configureren van X11 rekening mee. Als je dit wenst, pas dan een
  chmod 666 toe op deze devices waardoor ze voor iedere gebruiker
  volledig toegankelijk zullen zijn.




  2.9.  Geluidskaart


  Mijn desktop PC is voorzien van een oude Sound Blaster 16; zelfs als
  je iets anders hebt, kun je het volgende als leidraad nemen.

  Ik compileerde de ondersteuning voor de geluidskaart als een module
  (sb.o).  Vervolgens plaatste ik dit in /etc/conf.modules:



       options sb io=0x220 irq=5 dma=1 dma16=5 mpu_io=0x330
       alias sound sb




  Zorg voor het activeren van het geluid dat modprobe sound in
  /etc/rc.d/rc.sysinit wordt aangeroepen.  Haal als alternatief de tool
  sndconfig van de site van RedHat.

  Naast de standaardkernel geluidsdrivers zijn de Alsa drivers (
  <http://www.alsa-project.org>) een uitstekende keuze.  Vreemd genoeg
  echter zijn de geluidskanalen standaard gedempt.  Gebruik aumix en het
  bestand /etc/aumixrc om het volume op 100% in te stellen:



       vol:100:100:P
       synth:100:100:P
       pcm:100:100:P
       line:100:100:P
       mic:100:100:R
       cd:100:100:P






  2.10.  Login meldingen


  Als je de loginmeldingen aan wilt passen, kijk dan of je
  /etc/rc.d/rc.local het bestand /etc/issue en /etc/motd overschrijft.
  (RedHat doet dit) Als dit zo is, haal je editor dan voor de dag.

  Als je een login melding in kleur wilt, kun je rc.local zodanig
  aanpassen door er regels in te voegen als:



  # plaats een echt escape teken in plaats van ^[. Dit doe je in:
  # emacs met: ^Q ESC in vi met: ^V ESC in joe met:  ` 0 2 7  in jed met: ` ESC
  ESC="^["  # een echt escape character
  BLUE="$ESC[44;37m"
  NORMAL="$ESC[40;37m"
  CLEAR="$ESC[H$ESC[J"

  > /etc/issue
  echo "$CLEAR" >> /etc/issue
  echo "$BLUE   Welkom op MijnServer (192.168.1.1)   " >> /etc/issue
  echo "$NORMAL " >> /etc/issue
  echo "" >> /etc/issue






  2.11.  Hostnaam


  Mogelijk is het uitvoeren van de opdracht hostname nieuwe_host_naam
  niet genoeg. Volg de volgende stappen op om het geduchte vastlopen van
  sendmail te voorkomen, (alleen van toepassing op een stand-alone
  computer):


  ·  wijzig /etc/sysconfig/network en verander daarin de hostnaam (b.v.
     je.nieuwe.domeinnaam);

  ·  wijzig /etc/HOSTNAME dienovereenkomstig;

  ·  voeg de nieuwe hostnaam toe aan de regel in /etc/hosts:


       127.0.0.1       localhost  je.nieuwe.domeinnaam







  2.12.  Muis


  gpm mouse services zijn handig voor het knippen en plakken in tty
  mode, en om de muis in een aantal applicaties te gebruiken.  Zorg dat
  je een bestand genaamd /etc/sysconfig/mouse hebt en dat hierin staat:



       MOUSETYPE="Microsoft"
       XEMU3=yes




  Bovendien heb je een bestand /etc/rc.d/init.d/gpm nodig waarin je
  aanvullende opdrachtregel parameters plaatst. In de mijne staat:






  ...
         daemon gpm -t $MOUSETYPE -d 2 -a 5 -B 132 # twee-knops muis
  ...




  Uiteraard dien je ervoor te zorgen dat deze configuratie juist is voor
  je muis. In de meeste notebooks, is MOUSETYPE ``PS/2''.

  Als je onder de console graag menu's gebruikt met Ctrl-knop,
  configureer dan gpm-root. Wijzig het standaardmenu in /etc/gpm-
  root.conf, en start vanuit /etc/rc.d/rc.local gmp-root op.



  2.13.  Mount Points


  Het is handig om mountpoints voor de diskette, andere devices en via
  NFS geëxporteerde directory's te hebben. Je kunt bijvoorbeeld het
  volgende doen:



       ~# cd /mnt; mkdir floppy cdrom win zip server




  Hiermee worden mountpoints voor een DOS/Win diskette, de CD-ROM, de
  Windows partitie, de parallelle poort Zip-drive en een NFS directory
  aangemaakt.

  Wijzig nu het bestand /etc/fstab en voeg daaraan de volgende regels
  toe:



       /dev/fd0        /mnt/floppy     auto            user,noauto 0 1
       /dev/cdrom      /mnt/cdrom      iso9660         ro,user,noauto 0 1
       /dev/zip        /mnt/zip        vfat            user,noauto,exec 0 1
       /dev/hda1       /mnt/win        vfat            user,noauto 0 1
       server:/export  /mnt/server     nfs             defaults




  Uiteraard moet je in het eerste veld het juiste device gebruiken.

  Let op het type bestandssysteem `auto' in de eerste regel; dit maakt
  het mogelijk zowel ext2 als vfat (DOS/Windows) diskettes te mounten,
  maar je hebt een recente versie van mount nodig.  Wellicht dat je de
  mtools prettiger vindt.



  2.14.  Automount Points


  Als je het mounten/unmounten niet prettig vindt, overweeg dan het
  gebruik van autofs(5). Je geeft de autofs daemon op wat automatisch te
  mouten en waar te beginnen met het bestand, /etc/auto.master.  De
  structuur ervan is eenvoudig:


       /misc   /etc/auto.misc
       /mnt    /etc/auto.mnt




  In dit voorbeeld geef je autofs op de media in /misc en /mnt
  automatisch te mounten, waarvan de mountpoints zijn opgegeven in
  /etc/auto.misc en /etc/auto.mnt. Een voorbeeld van /etc/auto.misc:



       # een NFS export
       server          -ro                     my.buddy.net:/pub/export
       # verwijderbare media
       cdrom           -fstype=iso9660,ro      :/dev/hdb
       floppy          -fstype=auto            :/dev/fd0




  Start de automounter. Van nu af aan, zal wanneer je een niet bestaand
  mount point /misc/cdrom probeert te benaderen, het worden aangemaakt
  en zal de CD-ROM worden gemount.



  2.15.  lilo(8) en LOADLIN.EXE


  Veel gebruikers draaien zowel Linux als DOS/Windows op hun PC en
  willen tijdens de systeemstart kiezen welk os ze zullen gaan
  gebruiken; dit zou tijdens de installatie moeten zijn geregeld, maar
  slechts voor het geval dat, doe je wat hierna volgt. Laten we er
  hierbij vanuit gaan dat /dev/hda1 de DOS/Windows drive is en /dev/hda2
  Linux.



       ~# fdisk
       Using /dev/hda as default device!

       Command (m for help):a
       Partition number (1-4): 2

       Command (m for help):w
       ~#




  Hiermee wordt de Linux-partitie opstartbaar gemaakt. Schrijf
  vervolgens dit basis /etc/lilo.conf bestand:













  boot = /dev/hda2
  compact                # kan een conflict opleveren met "linear"
  delay = 100            # 10 seconden
  linear                 # voor het afgeraken van het "1024 cylinder" probleem
  message = /boot/bootmesg.txt  # schrijf er zelf een als je dat wilt
  root = current
  image = /boot/vmlinuz  # boot standaard linux als dit het eerste record is
    label = linux
    read-only
  #  append="mem=128M"   # om meer geheugen dan 64M te zien
  other = /dev/hda1
    table = /dev/hda
    label = win




  Roep nu /sbin/lilo aan en je bent klaar. Omdat lilo een kritiek
  onderdeel van je installatie uitmaakt, wordt je sowieso geadviseerd de
  documentatie ervan te lezen.

  Om Linux vanuit DOS/Windows zonder een reset te booten, plaats je
  LOADLIN.EXE in een directory (in de DOS-partitie!) opgenomen in het
  DOS-path; kopieer dan de kernel naar, laten we uitgaan van,
  C:\TEMP\VMLINUZ. Het volgende eenvoudige .BATch bestand zal Linux
  booten:



       rem   linux.bat
       smartdrv /C
       loadlin c:\temp\vmlinuz root=/dev/hda2 ro




  Als je Windows 9x gebruikt, stel de eigenschappen van deze .BATch dan
  zo in dat Windows in MS-DOS mode start.



  2.15.1.  Beveiligingstip


  Het maken van een backup van je MBR vóór het installeren van Linux is
  een veilige stap. Prepareer een Windows rescue-diskette, en zorg
  ervoor dat hierop FDISK.EXE is geplaatst.  Voor het herstellen van de
  MBR, geef je de opdracht



       A:\> fdisk /mbr








  2.16.  Printer Configuratie


  Alle distributies die ik ken hebben een configuratietool voor het
  instellen van de printer (printtool, yast, of magicfilter); als je het
  niet hebt, is hier de basis van een handmatige configuratie.
  Laten we ervan uitgaan dat je geen PostScript printer hebt (en ook
  geen printer die alleen voor Windows is bestemd!) welke je wilt
  gebruiken om onopgemaakte tekst op af te drukken (zoals b.v.. C
  bronbestanden) en PostScript bestanden via Ghostscript, waarbij wordt
  verondersteld dat dit reeds is geïnstalleerd.

  Het instellen van de printer beslaat een paar stappen:


  ·  zoek uit wat het parallelle afdrukdevice is: probeer



       ~# echo "hello, world" > /dev/lp0
       ~# echo "hello, world" > /dev/lp1





  en neem in acht welke werkt.

  ·  maak twee spooldirectory's aan:



       ~# cd /var/spool/lpd
       /var/spool/lpd/# mkdir raw; mkdir postscript





  ·  als je printer neigt naar het ``staircase effect'' (dit geldt voor
     de meeste inktjets) heb je een filter nodig.  Probeer twee regels
     af te drukken met



       ~# echo "eerste regel" > /dev/lp1 ; echo "tweede regel" > /dev/lp1





  en als de uitvoer er ongeveer zo uitziet:



       eerste regel
                 tweede regel





  bewaar dit script dan als /var/spool/lpd/raw/filter:



       #!/bin/sh
       # Dit filter elimineert het "staircase effect"
       awk '{print $0, "\r"}'



  en maak het uitvoerbaar met chmod 755 /var/spool/lpd/raw/filter.

  ·  maak een filter voor PostScript emulatie. Schrijf het volgende
     filter weg als /var/spool/lpd/postscript/filter:



       #!/bin/sh

       DEVICE=djet500
       RESOLUTION=300x300
       PAPERSIZE=a4
       SENDEOF=

       nenscript -TUS -ZB -p- |
       if [ "$DEVICE" = "PostScript" ]; then
         cat -
       else
         gs -q -sDEVICE=$DEVICE \
           -r$RESOLUTION \
           -sPAPERSIZE=$PAPERSIZE \
           -dNOPAUSE \
           -dSAFER \
           -sOutputFile=- -
       fi

       if [ "$SENDEOF" != "" ]; then
         printf "\004"
       fi





  (in dit voorbeeld werd uitgegaan van een HP DeskJet printer. Pas het
  aan je printer aan).

  ·  voeg tenslotte de volgende regels toe aan /etc/printcap:



       # /etc/printcap
       lp|ps|PS|PostScript|djps:\
               :sd=/var/spool/lpd/postscript:\
               :mx#0:\
               :lp=/dev/lp1:\
               :if=/var/spool/lpd/postscript/filter:\
               :sh:
       raw:\
               :sd=/var/spool/lpd/raw:\
               :mx#0:\
               :lp=/dev/lp1:\
               :if=/var/spool/lpd/raw/filter:\
               :sh:





  Voor complexere of exotischer afdrukconfiguraties is er een Printing-
  HOWTO.

  Als je printtool gebruikt, wees je er dan van bewust dat het GSDEVICE
  door Printtool uitgekozen wel zal werken, maar dat het niet
  noodzakelijkerwijs het beste is voor je printer. Je zou kunnen
  overwegen wat met het bestand postscript.cfg te knoeien; ik wijzigde
  GSDEVICE bijvoorbeeld van cdj500 in djet500 en nu komen de afdrukken
  er veel sneller uit.



  2.17.  SVGATextMode


  Dit utility, beschikbaar vanaf
  <ftp://tsx-11.mit.edu/pub/linux/sources/sbin>, is handig voor het
  wijzigen van de schermresolutie, het font, en de cursorvorm van de
  console. Gebruikers wiens taal geaccentueerde tekens bevat zullen deze
  in console applicaties kunnen gebruiken, terwijl notebook gebruikers
  de cursorvorm zodanig kunnen veranderen dat deze beter zichtbaar is.

  Wijzig /etc/TextConfig of /etc/TextMode, te beginnen met de standaard
  VGA definitie. Europeanen zullen verheugd zijn met deze ``LoadFont''
  sectie:



       Option "LoadFont"
       FontProg "/usr/bin/setfont"
       FontPath "/usr/lib/kbd/consolefonts"
       FontSelect "lat1u-16.psf"   8x16 9x16 8x15 9x15
       FontSelect "lat1u-14.psf"   8x14 9x14 8x13 9x13
       FontSelect "lat1u-12.psf"   8x12 9x12 8x11 9x11
       FontSelect "lat1u-08.psf"   8x8  9x8  8x7  9x7




  Probeer zodra je klaar bent, je configuratie met een opdracht als
  SVGATextMode "80x34x9", en als alles prima lijkt te werken, verwijder
  dan de waarschuwingsmeldingen uit /etc/TextMode en neem deze regel op
  in etc/rc.d/rc.sysinit:



       # SVGATextMode
       /usr/sbin/SVGATextMode "80x34x9"





  Merk alsjeblieft op dat de blokcursor alleen onder een aantal modussen
  werkt; op mijn notebook "80x30x9".



  3.  Algemene beheertaken


  Hier begint de pret. Deze sectie gaat over netwerken, alhoewel nog
  veel andere taken je staan te wachten.

  Netwerken beslaan een veelomvattend onderwerp welke hier niet volledig
  kan worden behandeld. De referentie hiervoor is de NET-3 HOWTO, en de
  meeste distributies voorzien in documentatie over het instellen van
  netwerkservices.  Slechts een paar punten zullen hier worden belicht.

  Een rappe te-doen lijst voor de services die je wellicht wilt
  installeren: cron en geplande taken zoals calendar of reminder, Http,
  Samba telnet/ssh access, anonymous ftp, POP/IMAP server, NFS...

  3.1.  Netwerkconfiguratie


  Als je netwerkkaart tijdens de installatie niet werd herkend, maak je
  dan geen zorgen: in de meeste gevallen is het óf compatibel met NE2000
  óf 3c59x. Geef de opdracht modprobe ne of modprobe 3c59x en kijk of de
  relevante module is geladen en voeg vervolgens de volgende regel toe
  aan /etc/conf.modules:



       alias eth0 ne  # of 3c59x




  Nu ben je zover netcfg of een vergelijkbare tool te gaan gebruiken om
  de netwerkconfiguratie in te stellen. De relevante bestanden zijn
  /etc/HOSTNAME, etc/hosts, /etc/resolv.conf, /etc/sysconfig/network, en
  /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0; services, te vinden in
  /etc/rc.d/init.d zouden met scripts moeten worden gestart.

  Dit is een voorbeeld van etc/hosts:



       127.0.0.1               localhost
       192.168.1.1             paleo.eocene.net        paleo
       192.168.1.2             nautilus.eocene.net     nautilus




  Dit is een voorbeeld van /etc/resolv.conf:



       search df.unibo.it,eocene.net
       nameserver 195.210.91.100




  Dit is /etc/sysconfig/network (Red Hat-afhankelijk):



       NETWORKING=false
       FORWARD_IPV4=true
       HOSTNAME=nautilus.eocene.net
       DOMAINNAME=eocene.net




  En tenslotte /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0. Ook dit is Red
  Hat afhankelijk; het moet uitvoerbaar zijn.









  DEVICE=eth0
  IPADDR=192.168.1.2
  NETMASK=255.255.255.0
  NETWORK=192.168.1.0
  BROADCAST=192.168.1.255
  ONBOOT=no




  Alhoewel de werkelijke methode van je distributie om netwerkservices
  in te stellen veel complexer kan zijn, zou het volgende script
  voldoende moeten zijn om van start te gaan:



       #!/bin/sh

       # net-up.sh: instellen van netwerktoegang

       DEVICE=eth0
       IPADDR=192.168.1.100
       NETMASK=255.255.255.0
       NETWORK=192.168.1.0
       GATEWAY=192.168.1.1

       ifconfig $DEVICE $IPADDR netmask $NETMASK up
       route add -net $NETWORK netmask $NETMASK $DEVICE
       route add default gw $GATEWAY




  Dit script is handig voor het activeren van netwerktoegang wanneer je
  een rescue-disk gebruikt. Uiteraard laat het je alleen naar de
  buitenwereld pingen, ftp-en en telnetten; het zal geen daemon
  opstarten.



  3.2.  Netwerk voor Notebooks


  Wanneer je de PC netwerkkaart erin plugt, zal het script
  /etc/pcmcia/network worden uitgevoerd. Hiervoor is alleen een juiste
  instelling nodig in /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0.

  Het instellen van een netwerk kan echter wat lastiger zijn. Je moet in
  feite voorzien in de juiste instellingen voor ieder netwerk waar je
  een verbinding mee opzet, als ook voor het notebook wanneer het niet
  met een netwerk is verbonden.

  Ik draaide een globale maar functionele oplossing in elkaar. Ik
  gebruik mijn notebook als een stand-alone machine, verbonden met het
  net via PPP; thuis met IP-adres 192.168.1.2; en op de universiteit met
  IP 137.204.x.y. Dus maakte ik voor ieder netwerk een set
  configuratiebestanden aan; deze worden bewaard in /etc/mobnet. Voor
  het selecteren van een netwerkomgeving wordt een script gebruikt.  Dit
  is bijvoorbeeld /etc/mobnet/home.cfg:







  # /etc/mobnet/home.conf

  HOSTNAME=nautilus.eocene.net    # volledige hostnaam
  DOMAINNAME=eocene.net           # je domein
  IPADDR=192.168.1.2
  NETMASK=255.255.255.0
  NETWORK=192.168.1.0
  BROADCAST=192.168.1.255
  GATEWAY=192.168.1.1
  FORWARD_IPV4=true
  NAMESERVER=195.210.91.100       # vereist
  SEARCH=df.unibo.it,eocene.net   # optioneel
  SERVICES="inet httpd smb sshd"




  Dit is mnet, het script waar ik gebruik van maak om een netwerkprofile
  uit te kiezen:















































  #!/bin/sh
  # mnet: script om de configuratie van het "mobiele netwerk" in te stellen
  # Laatst gewijzigd: 15 juli 2000

  # start of stop services
  activate_services()
  {
    for service in $(echo $SERVICES) ; do
      [ -x /etc/rc.d/init.d/$service ] && /etc/rc.d/init.d/$service $1
    done
  }

  # usage
  if [ $# = 0 ] ; then
    echo "Gebruik: mnet <config name>"
    echo "Voorbeeld: mnet office"
    exit 1
  fi

  # controleer of de configuratie voorkomt
  if [ ! -e /etc/mobnet/$1.conf ]; then
    echo "Deze configuratie bestaat niet."
    exit 1
  fi

  # lees de configuratie in
  . /etc/mobnet/$1.conf

  # stel de hostnaam in
  echo $HOSTNAME > /etc/HOSTNAME
  /bin/hostname $HOSTNAME

  # stel de naamserver(s) in
  cat <<EOF > /etc/resolv.conf
  # /etc/resolv.conf
  search $SEARCH
  nameserver $NAMESERVER
  EOF

  # stop eerdere services, als die er zijn
  if [ -f /etc/mobnet/services.prev ]; then
    NEWSERVICES=$SERVICES
    . /etc/mobnet/services.prev
    activate_services stop
    SERVICES=$NEWSERVICES
  fi

  if [ $1 != "none" ]; then
  # stel de netwerkparameters in
    cat <<EOF > /etc/sysconfig/network
    NETWORKING=yes
    FORWARD_IPV4=true
    HOSTNAME=$HOSTNAME
    DOMAINNAME=$DOMAINNAME
    GATEWAY=$GATEWAY
    GATEWAYDEV=eth0
  EOF

    cat <<EOF > /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0
    DEVICE=eth0
    IPADDR=$IPADDR
    NETMASK=$NETMASK
    NETWORK=$NETWORK
    BROADCAST=$BROADCAST
    ONBOOT=no
  EOF
    /bin/chmod +x /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0

    # kopieer de andere config bestanden
    /bin/cp -f /etc/mobnet/hosts.$1       /etc/hosts
    /bin/cp -f /etc/mobnet/smb.conf.$1    /etc/smb.conf

    echo -n "Voeg de PC netwerkkaart in en druk op <enter> wanneer je klaar bent: "
    read

    # OK, start nu de services
    activate_services start
    echo "SERVICES=\"$SERVICES\"" > /etc/mobnet/services.prev

  else # het is niet "none"

    cat <<EOF > /etc/sysconfig/network
    NETWORKING=false
    FORWARD_IPV4=false
    HOSTNAME=$HOSTNAME
    DOMAINNAME=$DOMAINNAME
  EOF
    /bin/rm -f /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0*
    /sbin/ifconfig eth0 down
    echo "SERVICES=$SERVICES" > /etc/mobnet/services.prev
    echo "Nu kun je de PC kaart verwijderen."
    exit 0

  fi

  # einde mnet.




  Zoals ik al zei, het is globaal opgezet en het is zelfs niet compleet:
  het kan zijn dat andere bestanden afhankelijk zijn van het netwerk,
  zoals bv /etc/fstab, /etc/exports, en /etc/printcap. Denk ook aan
  netwerkprinters en NFS shares.  Pas deze oplossing met de
  allerbelangrijkste elementen gerust aan aan je behoeften.



  3.3.  Delen van het Internet


  Een van de meest nuttige taken voor een Linux server. Thans worden de
  meeste stock kernels standaard met IP-firewalling, masquerading en
  forwarding geactiveerd; raadpleeg de IP-Masquerade mini-HOWTO als je
  twijfelt om te leren hoe je ze kunt activeren.  Installeer vervolgens
  ipfwadm (kernels 2.0.x; <http://www.xos.nl/linux/ipfwadm/>) of
  ipchains (kernels 2.2.x;
  <http://www.adelaide.net.au/~rustcorp/ipfwchains/ipfwchains.html>).
  Denk er aan de kernelmodules voor de services die je nodig hebt, te
  activeren, b.v. voor ftp zal je de volgende regel toe moeten voegen
  aan /etc/rc.d/rc.sysconfig:



       /sbin/modprobe ip_masq_ftp




  Andere modules zijn gewoonlijk te vinden in /lib/modules/KERNEL-
  VERSION/ipv4.

  Het activeren van IP-masquerading voor andere computers in je lokale
  netwerk is erg simpel. Controleer als eerste de netwerk
  initialisatiescripts (/etc/sysconfig/network zou de juiste plek
  hiervoor moeten zijn) om te zien of hierin een regel met
  FORWARD_IPV4=true staat. Het wordt gebruikt om
  /proc/sys/net/ipv4/ip_forward op 1 in te stellen wanneer het
  netwerksubsysteem de lucht in gaat.

  Voeg deze regels toe aan /etc/rc.d/rc.sysinit:



       # default: packets kunnen de buitenwereld niet bereiken
       /sbin/ipfwadm -F -p deny
       # maak het voor alle computers mogelijk het Internet te bereiken
       /sbin/ipfwadm -F -a m -S 192.168.1.0/24 -D 0.0.0.0/0
       # sta dit als alternatief alleen toe voor deze twee computers
       # /sbin/ipfwadm -F -a m -S 192.168.1.100/24 -D 0.0.0.0/0
       # /sbin/ipfwadm -F -a m -S 192.168.1.101/24 -D 0.0.0.0/0




  Als je gebruik maakt van een kernel in de serie 2.2.x gebruik dan
  ipfwadm-wrapper in plaats van ipfwadm om snel van start te gaan. Meer
  informatie op  <http://ipmasq.cjb.net>.

  Nu iets om de clientcomputers de ISP te laten bellen; Ik gebruik
  hiervoor Mserver ( <http://cpwright.villagenet.com/mserver/>). Wijzig
  etc/mserver.conf; de enige regels die je zou moeten wijzigen zijn
  ``checkhost'', ``shadow'', en ``cname''. Definieer dan je
  verbinding(en).  Uiteraard installeer je een geschikte client op de
  clientcomputers.



  3.4.  Netwerktoegang beperken


  Laten we er eens vanuit gaan dat je een verbinding hebt met het
  Internet via PPP. Zodra je een verbinding tot stand hebt gebracht kan
  je computer kwetsbaar zijn voor aanvallen van buitenaf.  Plaats dit in
  /etc/hosts.allow:



       # sta alleen de toegang toe tot localhost
       ALL: 127.




  en dit in /etc/hosts.deny:



       # ontzeg iedereen de toegang
       ALL: ALL




  Als je computer onderdeel uitmaakt van een netwerk met directe toegang
  tot het Internet, kun je om beveiligingsredenen beter finger, telnet
  en mogelijk nog andere services deactiveren; gebruik ssh in plaats van
  telnet. Het te wijzigen bestand is /etc/inet.conf. Als alternatief kun
  je netwerktoegang beperken door het volgende in /etc/hosts.allow te
  plaatsen:



       in.telnetd: 192.168.1., .ander.betrouwbaar.netwerk
       in.ftpd: 192.168.1., .ander.betrouwbaar.netwerk




  en dit in /etc/hosts.deny:



       in.telnetd: ALL
       in.ftpd: ALL






  3.5.  NFS Exports




  Het is gebruikelijk om home-directory's naar de server te exporteren;
  er doet zich een probleem voor als een gebruikers-ID en GID op
  verschillende computers niet consistent zijn. Als gebruiker guido
  UID/GID gelijk aan 500 heeft op de server en UID/GID gelijk aan 512 op
  de client, is het volgende een comfortabele configuratie:




       # /etc/exports
       /tmp            mijn.client.machine(rw)
       /home/guido     mijn.client.machine(rw,all_squash,anonuid=512,anongid=512)







  3.6.  Samba

  Bijna dagelijkse routine, maar er is altijd nog wel wat te doen.  Als
  je een verbinding op wilt zetten met Windows 98/NT clients, dacht je
  er dan wel aan de docs te lezen, en voor het geval dat, wachtwoorden
  in gewone tekst te activeren? In de distributie zijn .reg bestanden
  opgenomen voor Win9x/NT/2000; als je clients geen verbinding met de
  Linux-server kunnen maken, laad ze dan op iedere client.

  Samba wordt met een tamelijk compleet voorbeeld van /etc/smb.conf
  geleverd, maar vreemd genoeg ontbreekt er een sectie in waarin wordt
  getoond hoe verwijderbare media te (un)mounten.  Hiervoor zijn de
  preexec en postexec clausules:






  [cdrom]
    comment = CD-ROM
    path = /mnt/cdrom
    public = yes
    read only = yes
  ; mogelijk moet je "root preexec/postexec" gebruiken
    preexec = mount /mnt/cdrom
    postexec = umount /mnt/cdrom




  Bovendien: je weet wat Swat is, nietwaar? Activeer het door deze regel
  in /etc/inetd.conf toe te voegen:



       swat      stream  tcp     nowait.400      root /usr/sbin/swat swat




  en dit in /etc/services:



       swat            901/tcp




  Herstart inetd met SIGHUP, en laat je browser verwijzen naar
  http://localhost:901.



  4.  Software Configuratie


  We gaan de volgende configuratiebestanden aanpassen: /etc/profile
  /etc/bashrc .bashrc .bashrc .bash_profile .bash_logout .inputrc .less
  .lessrc .xinitrc .fvwmrc .fvwm2rc95 .Xmodmap .Xmodmap.num .Xdefaults
  .jedrc .abbrevs.sl .joerc .emacs.  Voeg geen gebruikers toe totdat je
  de systeemconfiguratie klaar hebt; je plaatst bestanden beginnend met
  een punt in /etc/skel.



  4.1.  bash(1)


  Na de kernel het belangrijkste stukje software. Voor het aanpassen van
  het functioneren van bash zijn de belangrijkste te wijzigen bestanden:


  ·  /etc/bashrc bevat systeemomvattende aliassen en functies;

  ·  /etc/profile bevat systeemomvattende omgevingszaken en
     opstartprogramma's;

  ·  $HOME/.bashrc bevat gebruikersaliassen en functies;

  ·  $HOME/.bash_profile bevat gebruikersomgevingszaken en
     opstartprogramma's;


  ·  $HOME/.inputrc bevat key bindings en andere kleine zaken.

  Voorbeelden van deze bestanden worden hieronder gegeven.  Als eerste
  de allerbelangrijkste: /etc/profile. Het wordt gebruikt om veel van de
  features in je Linux box te configureren, zoals je in de volgende
  secties zult zien. Let alsjeblieft op de (achterwaartse)
  aanhalingstekens!



























































  ______________________________________________________________________
  # /etc/profile

  # Systeemomvattende omgeving en opstartprogramma's
  # Functies en aliassen gaan in /etc/bashrc

  # In dit bestand worden de volgende features en programma's ingesteld:
  # path, prompts, een paar omgevingsvariabelen, colour ls, less,
  # rxvt, functioneren van de Backspace toets, xterm titel.
  #
  # Gebruikers kunnen deze instellingen overschrijven en/of anderen toevoegen in
  # $HOME/.bash_profile

  # als eerste: root of normale gebruiker? Stel dienoverenkomstig PATH en
  # umask in. Het PATH wordt normaal gesproken door login(1) ingesteld, maar
  # wat als je de computer benaderd via ssh?

  if [ $(id -gn) = $(id -un) -a $(id -u) -gt 14 ]; then
    umask 002  # normale gebruiker
    PATH="/usr/local/bin:/bin:/usr/bin:."
  else
    umask 022  # root
    PATH="/sbin:/bin:/usr/sbin:/usr/bin"
  fi

  # Breid nu het PATH uit.
  PATH="$PATH:/usr/X11R6/bin:$HOME/bin:." # !!! Let op ./ !!!

  # stel de gebruiker in kennis: login of geen login shell.
  # Bij een loginshell is de prompt blauw, anders is het magenta.
  # Root's prompt is root.
  # Zie de Colour-ls mini HOWTO voor een uitleg van deze escape codes.
  USER=$(whoami)
  if [ $LOGNAME = $USER ] ; then
    COLOUR=44  # blue
  else
    COLOUR=45  # magenta
  fi

  if [ $USER = 'root' ] ; then
    COLOUR=41  # red
    PATH="$PATH:/usr/local/bin" # mijn keuze
  fi

  ESC="\033"
  PROMPT='\h'    # hostnaam
  STYLE='m'      # gewoon
  # PROMPT='\u'  # gebruikersnaam
  # STYLE=';1m'  # benadrukt
  PS1="\[$ESC[$COLOUR;37$STYLE\]$PROMPT:\[$ESC[37;40$STYLE\]\w\\$ "
  PS2="> "

  # Ulimits: geen geheugendumps, max bestandsgrootte 200 Mb.
  ulimit -c 0 -f 200000

  # een paar variabelen
  USER=$(id -un)
  LOGNAME=$USER
  MAIL="/var/spool/mail/$USER"  # sendmail, postfix, smail
  # MAIL="$HOME/Mailbox"        # qmail
  NNTPSERVER=news.myisp.it      # wijzig dit
  VISUAL=jed
  EDITOR=jed
  HOSTNAME=$(/bin/hostname)
  HISTSIZE=1000
  HISTFILESIZE=1000
  export PATH PS1 PS2 USER LOGNAME MAIL NNTPSERVER
  export VISUAL EDITOR HOSTNAME HISTSIZE HISTFILESIZE

  # activeer ls in kleur
  eval $(dircolors /etc/DIR_COLORS -b)
  export LS_OPTIONS='-s -F -T 0 --color=yes'

  # less aanpassen
  LESS='-M-Q'
  LESSEDIT="%E ?lt+%lt. %f"
  LESSOPEN="| lesspipe.sh %s"
  LESSCHARDEF=8bcccbcc13b.4b95.33b. # toon kleuren in ls -l | less
  # LESSCHARSET=latin1
  PAGER=less
  export LESS LESSEDIT LESSOPEN VISUAL LESSCHARDEF PAGER

  # wellicht dat je dit moet corrigeren voor de backspace in rxvt/xterm
  stty erase ^H  # alternatief: ^?

  # stel de titel in van xterm: volledig pad
  case $TERM in
    xterm*|rxvt)
      PROMPT_COMMAND='echo -ne "\033]0;${USER}@${HOSTNAME}: ${PWD}\007"'
      ;;
  esac

  for i in /etc/profile.d/*.sh ; do
    if [ -x $i ]; then
      . $i # let op - variabelen en aliassen zouden kunnen worden overschreven!
    fi
  done

  # roep fortune aan, als dit beschikbaar is
  if [ -x /usr/games/fortune ] ; then
  echo ; /usr/games/fortune ; echo
  fi
  ______________________________________________________________________



  Dit is een voorbeeld van /etc/bashrc:

























  ______________________________________________________________________
  # /etc/bashrc

  # Systeemomvattende functies en aliassen
  # Omgevingszaken gaan in /etc/profile
  # Voeg hier PS1 definities in als je problemen ervaart.

  export CDPATH="$CDPATH:~"

  # common aliases
  alias cp='cp -i'
  alias l=less
  alias ls="ls $LS_OPTIONS"
  alias mv='mv -i'
  alias rm='rm -i'
  alias rmbk='/bin/rm -f .*~ *~ *aux *bak *log *tmp 2> /dev/null'
  alias u='cd ..'
  alias which="type -path"
  alias x=startx

  # Een paar handige functies
  c ()    # cd naar de nieuwe directory en toon de inhoud ervan
  {
    cd $1 ; ls
  }

  inst()  # Installeer een .tar.gz archief in de huidige directory
  {
    if [ $# != 0 ]; then tar zxvf $1; fi
  }

  cz()    # Toon de inhoud van een .zip archief
  {
    if [ $# != 0 ]; then unzip -l $*; fi
  }

  ctgz()  # Toon de inhoud van een .tar.gz archief
  {
    for file in $* ; do
      tar ztf ${file}
    done
  }

  tgz()   # Maak een .tgz archief a la zip.
  {
    if [ $# != 0 ]; then
      name=$1.tar; shift; tar -rvf ${name} $* ; gzip -9 ${name}
    fi
  }

  crpm()  # toon informatie over een .rpm bestand
  {
    if [ $# != 0 ]; then rpm -qil $1 | less; fi
  }
  ______________________________________________________________________



  Dit is een voorbeeld .bashrc:







  ______________________________________________________________________
  # $HOME/.bashrc
  # Source globale definities

  if [ -f /etc/bashrc ]; then
    . /etc/bashrc
  fi

  # dit is nodig om de gebruiker opmerkzaam te maken dat ze zich bevinden in
  # een niet login shell
  if [ "$GET_PS1" = "" ] ; then
    COLOUR=45; ESC="\033"; STYLE=';1m';  # STYLE='m'
    USER=$(whoami)
    export PS1="\[$ESC[$COLOUR;37$STYLE\]$USER:\[$ESC[37;40$STYLE\]\w\\$ "
  fi

  # persoonlijke aliassen
  alias backup='tar -Mcvf /dev/fd0'
  alias dial='eznet up myisp'
  alias f='cd ~/fortran'
  alias hangup='eznet down'
  alias lyx='lyx -width 580 -height 450'
  alias restore='tar -M -xpvf /dev/fd0'

  # persoonlijke functies
  xj()    # Start xjed en een bestand in de achtergrond
  {
    xjed $1 &
  }
  ______________________________________________________________________



  Dit is een voorbeeld .bash_profile:


  ______________________________________________________________________
  # $HOME/.bash_profile

  # Gebruikers specifieke omgeving en opstartprogramma's
  # Dit bestand bevat gebruikersgedefinieerde instellingen die de instellingen
  # in /etc/profile overschrijven.

  # Haal de gebruikersaliassen en functies op
  if [ -f ~/.bashrc ]; then
    GET_PS1="NO"  # de kleur van de prompt niet wijzigen
    . ~/.bashrc
  fi

  # stel een paar `default' directory's in
  export CDPATH="$CDPATH:$HOME:$HOME/text:$HOME/text/geology"
  ______________________________________________________________________



  Dit is een voorbeeld .inputrc:










  ______________________________________________________________________
  # $HOME/.inputrc

  # key bindings
  "\e[1~": beginning-of-line
  "\e[3~": delete-char
  "\e[4~": end-of-line
  # (F1 .. F5) are "\e[[A" ... "\e[[E"
  "\e[[A": "info \C-m"

  set bell-style visible          # beep alsjeblieft niet
  set meta-flag On                # sta 8-bit invoer toe (d.w.z. accenttekens)
  set convert-meta Off            # strip 8-bit tekens niet
  set output-meta On              # toon 8-bit tekens correct
  set horizontal-scroll-mode On   # scroll lange opdrachtregels
  set show-all-if-ambiguous On    # nadat TAB is ingedrukt
  ______________________________________________________________________



  Om ervoor te zorgen dat de backspace en delete toetsen in xterm en
  andere X11 applicaties juist werken, is tevens het volgende nodig:


  ·  plaats dit in .xinitrc:



       usermodmap=$HOME/.Xmodmap
       xmodmap $usermodmap





  ·  dan zal er in .Xmodmap staan:



       keycode 22 = BackSpace
       keycode 107 = Delete





  dit corrigeert de console. Voor het corrigeren van xterm:

  ·  plaats je dit in .Xdefaults:



       xterm*VT100.Translations: #override <Key>BackSpace: string(0x7F)\n\
               <Key>Delete:        string(0x1b) string("[3~")\n\
               <Key>Home:          string(0x1b) string("[1~")\n\
               <Key>End:           string(0x1b) string("[4~")\n\
               Ctrl<Key>Prior:     string(0x1b) string("[40~")\n\
               Ctrl<Key>Next:      string(0x1b) string("[41~")

       nxterm*VT100.Translations: #override <Key>BackSpace: string(0x7F)\n\
               <Key>Delete:        string(0x1b) string("[3~")\n\
               <Key>Home:          string(0x1b) string("[1~")\n\
               <Key>End:           string(0x1b) string("[4~")\n\
               Ctrl<Key>Prior:     string(0x1b) string("[40~")\n\
               Ctrl<Key>Next:      string(0x1b) string("[41~")

  rxvt is wat gecompliceerder, aangezien een aantal opties op te geven
  tijdens de compilatie het functioneren beïnvloeden.  Zie /etc/profile
  hiervoor.

  Meer info in bash(1) en readline(3) man pages.

  Verwacht niet dat iedere applicatie juist werkt!  Als je joe
  bijvoorbeeld in xterm draait, werken een aantal toetsen niet;
  hetzelfde geldt voor een aantal versies van rxvt.



  4.2.  I18n


  (Deze sectie is niet van toepassing voor gebruikers met Engels als
  moedertaal).

  A.l.a. ``internationalisatie''. Gasp. Dit lange woord betekent ``Linux
  aanpassen aan lokale conventies: taal, datumformaat, valuta enz.''.

  Alhoewel Red Hat een eigen methode heeft om i18n middels
  (/etc/sysconfig/i18n) in te stellen, wil je de taal misschien wel
  slechts in een paar situaties aanpassen.  Mijzelf als voorbeeld
  nemend, activeer i18n in kdm (via kdmconfig) en xfce, maar wil Engelse
  berichten lezen als ik onder de console of in een xterm werk.

  Kijk eens naar de volgende regels:



       LANG=it # kies je taal: fr, de, es, ...
       LANGUAGE=it
       LC_ALL=it
       export LANG LANGUAGE LC_ALL




  Als je ze in .xinitrc of .xsession plaats, net voor de regel waarin de
  window manager wordt opgestart, krijg je internationale berichten -
  inclusief die in xterms die vanuit de window manager worden opgestart.
  Maar als je liever Engelse berichten krijg, stel de taal dan in op
  ``en'' en plaats dezelfde regels in .bash_profile.



  4.3.  ls(1)


  ls kan directorylistings in kleur weergeven om verschillende type
  bestanden te belichten. Hiervoor heb je slechts een paar regels nodig
  in /etc/profile. Dit werkt echter niet met oude versies van rxvt;
  gebruik in plaats daarvan een of andere variant van xterm.  Het ziet
  er naar uit dat een aantal oude rxvts een bug bevatten waarbij in een
  aantal omstandigheden de omgeving niet juist wordt geërfd.



  4.4.  less(1)


  Met deze uitstekende pager kun je niet alleen door gewone
  tekstbestanden bladeren, maar ook door die met gzip gecomprimeerd, tar
  en zip archieven, man pages, en wat je ook maar hebt. De configuratie
  ervan beslaat een aantal stappen:
  ·  om het met de verplaatsingstoetsen te kunnen gebruiken, maak je dit
     gewone ASCII-bestand .lesskey aan voor in je homedirectory:





       ^[[A   back-line
       ^[[B   forw-line
       ^[[C   right-scroll
       ^[[D   left-scroll
       ^[OA   back-line
       ^[OB   forw-line
       ^[OC   right-scroll
       ^[OD   left-scroll
       ^[[6~  forw-scroll
       ^[[5~  back-scroll
       ^[[1~  goto-line
       ^[[4~  goto-end
       ^[[7~  goto-line
       ^[[8~  goto-end





  start dan de opdracht lesskey. (Dit zijn escape sequences voor op
  vt100 lijkende terminals.) Hiermee wordt een binair bestand .less
  aangemaakt met de key bindings.


  ·  schrijf het volgende bestand weg als /usr/bin/lesspipe.sh:


     ___________________________________________________________________
     #!/bin/sh
     # Dit is een preprocessor voor 'less'. Het wordt gebruikt wanneer de
     # omgevingsvariabele van `less' is gezet:
     # LESSOPEN="|lesspipe.sh %s"

     lesspipe() {
       case "$1" in
       *.tar) tar tf $1 2>/dev/null ;; # Bekijk de inhoud van .tar en .tgz bestanden
       *.tgz|*.tar.gz|*.tar.Z|*.tar.z) tar ztf $1 2>/dev/null ;;
       *.Z|*.z|*.gz) gzip -dc $1  2>/dev/null ;; # Bekijk gecomprimeerde files correct
       *.bz2) bzip2 -dc $1  2>/dev/null ;;
       *.zip) unzip -l $1 2>/dev/null ;; # Bekijk archieven
       *.arj) unarj -l $1 2>/dev/null ;;
       *.rpm) rpm -qpil $1 2>/dev/null ;;
       *.cpio) cpio --list -F $1 2>/dev/null ;;
       *.1|*.2|*.3|*.4|*.5|*.6|*.7|*.8|*.9|*.n|*.l|*.man) FILE=`file -L $1`
         FILE=`echo $FILE | cut -d ' ' -f 2`
         if [ "$FILE" = "troff" ]; then
           groff -s -p -t -e -Tascii -mandoc $1
         fi ;;
       *) file $1 | grep text > /dev/null ;
         if [ $? = 1 ] ; then # het is niet een of andere tekst
           strings $1
         fi ;;
       esac
     }

     lesspipe $1
     ___________________________________________________________________


  maak het vervolgens uitvoerbaar met chmod 755 lesspipe.sh.

  ·  plaats variabelen die effect hebben op less in /etc/profile.



  4.5.  Editor


  Slechts de populairste zullen hier worden behandeld.



  4.5.1.  emacs(1)


  Ik gebruik zelden emacs, dus heb ik slechts een paar tips voor je.
  Een aantal emacs distributies worden niet voorgeconfigureerd geleverd
  met kleuren en het benadrukken van de syntax.  Plaats dit in .emacs:



       (global-font-lock-mode t)
       (setq font-lock-maximum-decoration t)




  Dit werkt alleen onder X11. Bovendien voeg je de volgende regel toe
  voor geaccentueerde tekens:



       (standard-display-european 1)






  Ik zal het aan jou overlaten om alle documentatie van emacs zorgvuldig
  door te lezen om uit te zoeken hoe je het naar behoefte aan kunt
  passen --- mogelijkerwijs, kan het hacken een aantal maanden in beslag
  nemen.  De Dotfile generator (Sectie ``Configuration Software'') is
  hierbij een goede hulp.

  4.5.2.  joe(1)


  Een aantal versies van joe werken in console niet met kleuren en ook
  werken een aantal speciale toetsen niet.  Een snelle en niet zo'n
  mooie (en onelegante) oplossing voor het eerder genoemde probleem is
  dit:



       ~$ export TERM=vt100
       ~$ joe myfile
          (edit your file)
       ~$ export TERM=linux




  Om de speciale toetsen werkend te krijgen, hoef je slechts .jstarrc of
  je favoriete emulatie te wijzigen; je kunt beginnen bij de
  systeemomvattende configuratiebestanden in /usr/lib/joe.  Zoek naar de
  vierde sectie (key bindings). Hiermee worden Home en End geactiveerd:



       bol ^[ [ 1 ~    Ga naar het begin van de regel
       eol ^[ [ 4 ~    Ga naar het einde van de regel




  Je kunt achter de gewenste ESC sequences komen door het typen van cat
  gevolgd door de speciale toetsen.



  4.5.3.  jed(1)


  Dit is mijn favoriete editor: het doet wat het moet doen, het is
  lichter en eenvoudiger te configureren dan emacs, en emuleert tamelijk
  goed andere editors.  Veel gebruikers op de universiteit waar ik zit
  maken gebruik van jed om EDT, VMS' systeemeditor te emuleren.

  De configuratiebestanden van jed zijn .jedrc en /usr/lib/jed/lib/*; de
  eerstgenoemde kan worden aangepast vanuit jed.rc in de laatstgenoemde
  directory.


  ·  als blijkt dat xjed de DEL toets niet herkent, voeg dan de volgende
     regels toe aan .jedrc:



       #ifdef XWINDOWS
         x_set_keysym (0xFFFF, 0, "\e[3~");
         setkey (``delete_char_cmd'', "\e[3~");
       #endif





  ·  je hoeft slechts een paar regels in .jedrc aan te passen om ervoor
     te zorgen dat jed EDT (of andere editors) emuleert.  ALs je wilt
     dat de `+' op het numerieke toetsenblok woorden verwijdert in
     plaats van een enkel teken, voeg het volgende dan toe aan .jedrc:



       unsetkey("\eOl");
       unsetkey("\eOP\eOl");
       setkey("edt_wdel", "\eOl");
       setkey("edt_uwdel", "\eOP\eOl");





  na de regel met () = evalfile("edt") (of vergelijkbaar);

  ·  voeg het volgende in .Xmodmap om ervoor te zorgen dat xjed het
     numerieke toetsenblok voor EDT emulatie gebruikt:



  keycode 77  = KP_F1
  keycode 112 = KP_F2
  keycode 63  = KP_F3
  keycode 82  = KP_F4
  keycode 86  = KP_Separator





  ·  aanpassen van kleuren voor xjed gebeurt door het toevoegen van
     regels zoals de volgende in .Xdefaults:



       xjed*Geometry: 80x32+150+50
       xjed*font: 10x20
       xjed*background: midnight blue
       # enzovoort...






  ·  de ``afkorting'' feature is een onschatbare tijdsbespaarder.
     Schrijf een bestand zoals het volgende als $HOME/.abbrevs.sl (je
     kunt deze naam wijzigen door het invoegen van variable Abbrev_File
     = "/usr/lib/jed/abbrev.sl"; in .jedrc):




       create_abbrev_table ("Global", "0-9A-Za-z");
       define_abbrev ("Global", "GG", "Guido Gonzato");
       create_abbrev_table ("TeX", "\\A-Za-z0-9");
       define_abbrev ("TeX", "\\beq", "\\begin{equation}");
       define_abbrev ("TeX", "\\eeq", "\\end{equation}");
       % and so on...





  en typ ESC x abbrev_mode om het te activeren.  Voeg aan .jedrc de
  volgende regels toe om afkortingen standaard te activeren:



       define text_mode_hook ()
       {
         set_abbrev_mode (1);
       }
       %
       define fortran_hook ()
       {
         set_abbrev_mode (1);
         use_abbrev_table ("Fortran");
       }
       % enzovoort...






  4.6.  pine(1)


  Wijzig de globale configuratie in /usr/lib/pine.conf, let daarbij op
  z'n minst op de volgende velden: user-domain, smtp-server, en nntp-
  server. Merk op dat inbox-path afhankelijk is van je MTA: als je
  sendmail of postfix gebruikt, is dat var/spool/mail/$USER; met Qmail,
  /home/$USER/Mailbox (maar root maakt gebruik van
  /var/qmail/alias/Mailbox.



  4.7.  minicom(1)


  Gebruikers kunnen geen gebruik maken van minicom tenzij door root een
  globale configuratie is ingesteld. Denk eraan het aan te maken.



  4.8.  efax(1)


  Dit package is waarschijnlijk het meest comfortabel voor het eenvoudig
  zenden/ontvangen van faxen. Je moet het script /usr/bin/fax of
  (mandrake) /etc/fax.config aanpassen; eenvoudige taak, maar een paar
  grillen bezorgde me hoofdpijn:


  ·  Om erachter te komen of je modem een class 1, 2, of 2.0 is, gebruik
     je minicom of een vergelijkbaar programma om het commando
     at+fclass=? uit te voeren. Het antwoord kan iets zijn als 0,1,2; 1
     en 2 zijn de classes die door je modem worden ondersteund;

  ·  DIALPREFIX: de kans bestaat dat het simpelweg plaatsen van `T' of
     `P' in een aantal landen niet werkt (tenminste, in Italië) Schrijf
     in plaats daarvan `ATDT' of `ATDP';

  ·  INIT en RESET: deze strings bestaan uit de initialisaties `-i' en
     `-k', benodigd voor efax. Als je een AT commando toe wilt voegen,
     voeg het dan toe aan de daarvoor geschikte string en laat `AT' weg,
     en laat de rest voorafgaan met `-i' of `-k'.  Voorbeeld: toevoegen
     van het `ATX3' commando aan INIT, voeg `-iX3' toe.

  Als je dat hebt gedaan, zijn er een paar permissies te herstellen die
  niet-root gebruikers toestaan faxen te sturen en te ontvangen. De
  directory's /var/lock en /var/spool/fax moeten schrijfbaar zijn.  Om
  dit te doen, maak je een groep faxusers aan, voegt er gebruikers aan
  toe en tikt dan in:



       ~# chown root.faxusers /var/lock
       ~# mkdir /var/spool/fax # als het nog niet bestaat
       ~# chown root.faxusers /var/spool/fax; chmod g+w /var/spool/fax




  Als een normale gebruiker roep je voor het zenden van een fax de
  opdracht newgrp faxusers aan.





  4.9.  Ghostscript


  Dit essentiële hulpmiddel leidt aan een kleine onhebbelijkheid. In het
  bezit van de wel-bekende export reglementen in de USA, werkt het
  utility pdf2psniet op versleutelde .pdf-bestanden. Doet er niet toe:
  richt je browser op  <http://www.ozemail.com.au/~geoffk/pdfencrypt>,
  download het bestand pdf_sec.ps en zet het in plaats van het bestand
  met dezelfde naam dat met de distributie van Ghostscript wordt
  meegeleverd.

  4.10.  TeX en Friends


  De ``root'' van een TeX systeem is de directory $TEXMF, in teTeX is
  dit /usr/share/texmf; voor andere distributies is dit mogelijk anders
  (zoek op je systeem naar ``texmf'').  Normaal gesproken voeg je dingen
  toe of knoei je wat met de bestanden.



  4.10.1.  Uitbreiden van $TEXINPUTS



  Om PostScript afbeeldingen of TeX bestanden die in subdirectory's
  staan op te nemen, is het comfortabel om het zoekpad van TeX uit te
  breiden door hier subdirectory's in op te nemen. Plaats deze opdracht
  in .bash_profile:



       export TEXINPUTS="$HOME/mylib::./figures"




  wat maakt dat TeX in $HOME/mylib zoekt voordat het in de
  standaarddirectory's gaat zoeken, en daarna in de directory ./figures.



  4.10.2.  Afbreekpatronen


  Voor het configureren van afbreekpatronen in je taal, wijzig je het
  bestand $TEXMF/tex/generic/config/language.dat, en geeft dan op:



       ~# texconfig init ; texconfig hyphen




  Zelfs al schrijf je niets in de Engelse taal, verwijder dan niet het
  veld ``english''; TeX verslikt zich zonder.



  4.10.3.  Dvips


  Het te wijzigen bestand om dvips aan te passen is
  $TEXMF/dvips/config/config.ps. Wees je ervan bewust dat de velden
  betreffende de standaardresolutie ook effect hebben op het
  functioneren van xdvi; als je hinderlijke pogingen ervaart iedere keer
  dat je het draait fonts aan te maken, plaats dan de regel



       XDvi*mfmode:




  in .Xdefault. Dit zou moeten helpen.



  4.10.4.  LaTeX Packages toevoegen


  Extra LaTeX packages zijn beschikbaar vanaf je dichtsbijzijnde CTAN
  (Comprehensive TeX Archive Network) mirror site, b.v.
  <ftp://ftp.dante.de/pub/tex>. Pak het package uit onder
  $TEXMF/tex/latex.

  Als geen .sty bestand bestaat, start dan de opdracht latex
  newstyle.ins of latex newstyle.dtx om het aan te maken, voer
  vervolgens de opdracht texhash uit, zodat teTeX het nieuwe package
  herkent.



  4.11.  Voorkom PPProblemen!

  Ik neem aan dat er in je kernel PPP + TCP/IP ondersteuning is
  gecompileerd, dat loopback is geactiveerd, en dat je reeds het pppd
  package correct hebt geïnstalleerd en, naar wens als, suid root.
  Uiteraard moet je ISP PPP ondersteunen.

  Er zijn nu twee manieren om PPP aan de gang te krijgen: a) handmatige
  configuratie, en b) een configuratie programma dat het automatisch
  herkent. Welke optie je ook kiest, zorg dat je de volgende informatie
  bij de hand hebt:


  ·  het telefoonnummer van je ISP;

  ·  de naam, mail en newsserveradres van je ISP;

  ·  het domain van je ISP;

  ·  je gebruikersnaam en wachtwoord.


  Handmatige configuratie is geestdodend werk.  Het betreft het wijzigen
  van bestanden en het schrijven van scripts; niet te veel werk, maar je
  maakt gemakkelijk fouten en nieuwkomers schrikken ervan terug.
  Hiervoor is de PPP HOWTO. Als alternatief bestaan er hulpmiddelen die
  om de hierboven genoemde informatie vragen en je al het werk uit
  handen nemen.

  Gnome en KDE bevatten respectievelijk gnome-ppp en kppp welke
  eenvoudig genoeg zijn om in te stellen. Ik raad je aan dat je ook eens
  kijkt naar een aantal tools die zijn gebaseerd op tty, wvdial en
  eznet. Je voert het telefoonnummer van je ISP, je gebruikersnaam en je
  wachtwoord in, en je hebt je taak volbracht.  Hun homepages zijn te
  vinden op <http://www.worldvisions.ca/wvdial> en
  <http://www.hwaci.com/sw/eznet>. Beide zijn zeer goed, maar mijn
  voorkeur gaat uit naar de laatstgenoemde.
  4.11.1.  Een snelle start met eznet


  Maak als eerste als volgt een /etc/resolv.conf bestand aan:



       naamserver w.x.y.z




  waar je het adres van de naamserver van je ISP invult.  Voor het
  aanmaken van een account met eznet, geef je de volgende opdracht:



       #~ eznet add service=YOUR_ISP user=NAME password=PASSWORD phone=PHONE





  waarmee het bestand /var/eznet/eznet.conf wordt aangemaakt, met als
  eigenaar root.root en permissies 600; chmod in 666 als je wilt dat het
  voor iedereen leesbaar is.  Probeer nu bij je ISP in te bellen met
  eznet up JE_ISP.  Probeer het volgende commando, als je modem blijft
  wachten op de kiestoon en geen verbinding maakt:



       #~ eznet change YOUR_ISP init0=atx3




  Gebruik om op te hangen de opdracht eznet down. Dat is alles!



  4.11.2.  Een snelle start met wvdial


  De setup voor wvdial is zelfs beknopter. Typ wvdialconf
  /etc/wvdial.conf, wijzig vervolgens het resulterende bestand door er
  je gebruikersnaam, wachtwoord en telefoonnummer in op te nemen.
  Probeer het uit met wvdial, en duimen maar. Hang op met Ctrl-C als je
  wilt stoppen.



  4.12.  POP Client

  Om mail van een POP3 server op te halen, heb je een POP-client nodig.
  De meeste clients vereisen dat je een MTA zoals sendmail, qmail of
  postfix draaiende hebt; dit is wat overmatig op goedkope computers. Er
  zijn echter clients die zonder een MTA werken.  De eerste soort is
  fetchmail; de tweede fetchpop of frenchie. Sites:
  <ftp://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/mail/pop>,
  <http://www.lowcountry.com/~jscottb/tcltk.shtml>.

  Om deze clients te configureren:


  ·  fetchpop: de eerste keer dat je het opstart, zul je wat informatie
     op moeten geven. Beantwoord de vragen en het is ingesteld. fetchpop
     moet met de switch -r worden gebruikt, als de POP3-server van je
     ISP het commando LAST niet juist implementeert.

  ·  frenchie: als hierboven, wijzig  /.frenchie/frenchierc;

  ·  fetchmail: pas dit voorbeeld van .fetchmailrc aan:



       # $HOME/.fetchmailrc
       poll mbox.myisp.com with protocol pop3;
         user john there with password _Loo%ny is john here






  Een gebruiker meldde dat het toevoegen van ``smtphost localhost'' aan
  de tweede regel een enorme performance verbetering opleverde.

  Je moet de permissies van dit bestand met het commando chmod 600
  .fetchmailrc instellen, anders zal fetchmail terecht weigeren op te
  starten.  Dit voorbeeld is echt een basis; er zijn eindeloze
  configuratie-mogelijkheden.  Kijk het na op .




  4.13.  Basis Mail Filtering

  Je zal jezelf willen beschermen tegen spam of zeer grote
  mailberichten.  Er zijn twee situtaties: 1) permanente verbinding met
  het net, 2) een POP link. In de eerste situatie kun je een .procmailrc
  bestand schrijven, terwijl er voor de tweede situatie tools zijn voor
  het controleren van de mail voordat het wordt opgehaald.

  Een zeer eenvoudig .procmailrc waarin een aantal regels worden
  definieerd:



       # $HOME/.procmailrc

       MAILDIR=$HOME/mail # zorg dat het bestaat

       # Sla berichten gestuurd naar de mailinglist "foo" op in $HOME/mail/foo
       :0
       * ^To:.*foo
       foo

       # Verwerp berichten die niet expliciet naar mij of één van
       # de mailinglijsten waarop ik mij heb aangemeld zijn gezonden.
       :0
       * !^TO(guido|jed|lugvr|ldp|nobody)
       /dev/null

       # idem voor berichten groter dan 50k.
       :0
       * > 50000
       /dev/null





  man procmailex voor meer voorbeelden.

  POP gebruikers willen wellicht gebruik maken van poppy, een nuttig
  Perl-script voor het controleren van mail voordat het wordt opgehaald.
  Haal het vanaf <ftp://metalab.unc.edu/system/mail/pop>.



  4.14.  X Window Systeem (XFree86)



  4.14.1.  Instellen van de X-server


  Kom op, het is bij lange na niet meer zo moeilijk als het ooit was...
  Alle grotere distributies hebben een tool voor het instellen van X11
  (b.v. XConfigurator, sax, XF86Setup, of in ieder geval xf86config).
  Het configureren van X gaat tegenwoordig vrijwel automatisch, maar het
  zou kunnen dat een paar videokaarten voor hoofdbrekers zorgen.

  Kijk als eerste op de XFree86 site ( <http://www.xfree86.org>) of je
  videokaart wordt ondersteund.  Als dit zo is, probeer dan deze
  procedure:


  ·  installeer de gewone VGA-server;

  ·  ga naar <ftp://ftp.XFree86.org/pub/XFree86/current/binaries>, cd
     naar de juiste Linux subdirectory, en download de archieven
     X_version_bin.tgz, X_version_set.tgz, en alle servers.  Te midden
     van andere programma's bevat het eerste archief het meest
     bijgewerkte SuperProbe;

  ·  pak X_version_bin.tgz in een tijdelijke directory uit, cd naar die
     directory en start ./SuperProbe. Als je videokaart wordt herkend
     bestaat de kans dat je het in zal kunnen stellen. Zo niet, dan
     pech;

  ·  installeer de servers en X_version_set.tgz vanaf /usr/X11R6/, start
     vervolgens  XF86Setup.

  Bij mij heeft dit altijd gewerkt, maar het kan zijn dat het voor jou
  anders uitpakt. Merk alsjeblieft op dat X11 meestal niet opstart omdat
  je de verkeerde specs voor je monitor koos! Start met conservatieve
  instellingen, d.w.z. 800x600 en 256 kleuren. Waarschuwing: deze
  bewerkingen zin gevaarlijk en kunnen je monitor beschadigen!

  Als je kaart niet wordt ondersteund, kun je of: 1) wachten op de
  volgende versie van XFree86; 2) een commerciële X-server kopen; 3) een
  ondersteunde videokaart kopen.



  4.14.2.  Numerieke toetsenblok


  We hebben hiervoor gezien hoe we een paar speciale toetsen werkend
  krijgen.  Het voorbeeldbestand .Xmodmap werkt goed als je Xjed wilt
  gebruiken, maar het maakt het numerieke toetsenbord onbruikbaar.  Je
  heb dan een ander config bestand nodig, wat we .Xmodmap.num zullen
  noemen:




  ! Definities zijn te vinden in <X11/keysymdef.h>

  keycode 77  = Num_Lock
  keycode 112 = KP_Divide
  keycode 63  = KP_Multiply
  keycode 82  = KP_Subtract
  keycode 86  = KP_Add
  keycode 79  = KP_7
  keycode 80  = KP_8
  keycode 81  = KP_9
  keycode 83  = KP_4
  keycode 84  = KP_5
  keycode 85  = KP_6
  keycode 87  = KP_1
  keycode 88  = KP_2
  keycode 89  = KP_3
  keycode 90  = KP_0
  keycode 91  = KP_Decimal




  Zorg dat de volgende drie regels niet in /etc/X11/XF86Config
  voorkomen:



         ServerNumLock
         Xleds
         XkbDisable




  en als dit wel zo is, plaats er dan een commentaarteken voor.  Voor
  het heractiveren van het numerieke toetsenblok roep je de opdracht
  xmodmap .Xmodmap.num aan.



  4.14.3.  Grafische login met xdm


  Om te worden begroet door een grafische login, wijzig je het bestand
  /etc/inittab, waarin een regel als de volgende zou moeten zijn
  opgenomen:



       x:5:respawn:/usr/bin/X11/xdm -nodaemon # ook kdm of gdm




  waar 5 het runlevel is dat met X11 correspondeert. Wijzig de regel
  waarin het standaardrunlevel wordt gedefinieerd (gewoonlijk 2 of 3),
  het wijzig het zoals in:



       id:5:initdefault:





  Het aantal kleuren wordt opgegeven in /etc/X11/xdm/Xserver:



       :0 local /usr/X11R6/bin/X :0 -bpp 16 vt07  # eerste X-server, 65K kleuren
       :1 local /usr/X11R6/bin/X :1 -bpp 32 vt08  # tweede X server, true color




  Als je reeds een .xinitrc hebt, kopieer dit dan naar .xsession en maak
  de laatste uitvoerbaar met chmod +x .xsession. Roep nu de opdracht
  telinit 5 aan.



  4.14.4.  Window Manager


  Zodra X werkt, zijn er eindeloze configuratiemogelijkheden; dit is
  afhankelijk van de in gebruik zijnde window manager, er zijn er
  tientallen om uit te kiezen. Meestal komt het neer op het wijzigen van
  één of meer ASCII-bestanden in je home-directory; in andere gevallen
  hoef je helemaal niets te wijzigen en maak je gebruik van een applet
  of een menu.

  Wat voorbeelden:


  ·  de fvwm familie: kopieer /etc/X11/fvwm/system.fvwmrc (of
     vergelijkbaar) naar je homedirectory met de van toepassing zijnde
     naam, blader er doorheen, en begin met experimenteren. Mogelijk
     verlies je heel wat tijd eer je de precieze look en feel hebt die
     je graag wilt;

  ·  WindowMaker: het heeft verscheidene config bestanden te vinden
     onder $HOME/GNUstep, en een gaaf configuratie applet;

  ·  KDE, Gnome, xfce en anderen: niets om hier handmatig te wijzigen,
     alles kan via het menu worden gedaan.

  Samengevat: als je het niet erg vindt een config bestand te wijzigen,
  kies dan iets uit als icewm, fvwm*, blackbox enz; als het je wel iets
  uitmaakt, dan is de keuze thans beperkt tot KDE, Gnome, WindowMaker,
  en Xfce. Email me als ik er naast zit.

  Het is belanglijk een goed .xinitrc te hebben. Een voorbeeld:



















  #!/bin/sh
  # $HOME/.xinitrc

  usermodmap=$HOME/.Xmodmap
  xmodmap $usermodmap

  xset s noblank  # zet de screensaver uit
  xset s 300 2    # screen saver start na 5 min
  xset m 10 5     # stel de muisacceleratie in

  rxvt -cr green -ls -bg black -fg white -fn 7x14 \
    -geometry 80x30+57+0 &

  if [ "$1" = "" ] ; then  # default
    WINMGR=wmaker
  else
    WINMGR=$1
  fi

  $WINMGR




  Alhoewel het niet strict vereist schijnt te zijn, maak je het
  uitvoerbaar met chmod +x .xinitrc.

  De .xinitrc hiervoor laat je de window manager uitkiezen: probeer


       $ startx startkde # of andere w.m.






  4.14.5.  Standaards voor X11 Apps


  Zoek uit waar de app-defaults directory is (het zou
  /usr/X11R6/lib/X11/app-defaults moeten zijn).  Verscheidene apps
  bewaren hier een configuratiebestand.



  4.14.6.  Fonts toevoegen


  Recente versies van XFree86 (zoals > 3.3.4) maken gebruik van een X
  Font Server welke PostScript Type 1 en True Type fonts ondersteunen,
  dus kun je gebruik maken van de overvloed aan beschikbare fonts op het
  net.  Je volgt hiervoor een eenvoudige procedure.

  Veronderstel dat je een verzameling Type 1 fonts download, b.v.
  Freefont ( <ftp://ftp.gimp.org/pub/gimp/fonts/freefonts-0.10.tar.gz>).
  Om het zichtbaar te maken aan de fontserver, pak je het archief uit in
  /usr/X11R6/lib/X11/fonts/. Wijzig dan het bestand /etc/X11/fs/config,
  voeg een veld toe met de nieuwe directory, en herstart de fontserver.

  Als je je eigen font verzameling samenstelt, moet je de bestanden
  fonts.dir en fonts.scale aanvullen; het hulpmiddel waarmee je ze maakt
  is type1inst, beschikbaar vanaf
  <http://http://goblet.anu.edu.au/~m9305357/type1inst.html>.


  Betreft de True Type fonts, groepeer ze in een directory van je keuze
  en maak fonts.dir aan met ttmkfdir > fonts.dir, opgenomen in het
  Freetype archief;  <http://www.freetype.org>. Ga dan verder zoals
  hierboven beschreven. Als je bijvoorbeeld de Windowsfonts in
  /mnt/win/windows/fonts wilt gebruiken, ga dan naar die directory,
  start ttmkfdir, wijzig /etc/X11/fs/config en herstart de fontserver.

  Het begon allemaal bij de oorspronkelijke True Type X fontserver:
  <http://http://www.dcs.ed.ac.uk/home/jec/programs/xfsft/>.



  4.15.  Gebruikers configuraties

  Als je klaar bent met het wijzigen van de dot files (bestanden die
  beginnen met een punt), kopieer deze dan naar /etc/skel zoals in
  Sectie ``Software Configuratie''.

  4.16.  Maken van .rpms


  rpm is zo'n prachtige methode om packages onder beheer te houden, dat
  ik met weerzin .tar.gz archieven installeer, maar in slechts een paar
  gevallen (b.v., beveiliging). Als je ooit een tar-archief installeert,
  overweeg het dan om te zetten in een .rpm-archief, installeer het
  vervolgens opnieuw; raadpleeg de RPM-HOWTO. Ik adviseer je het
  volgende in je /etc/rpmrc te plaatsen, als je gebruik maakt van
  moderne gcc-versies, zoals egcs of pgcc:




       optflags: i386 -O2 -mpentiumpro






  4.17.  Upgraden


  Als je je machine upgrade, maak dan zoals gewoonlijk een backup en
  denk er aan een aantal extra bestanden te bewaren.  Een aantal daarvan
  zouden kunnen zijn /etc/X11/XF86Config, /usr/bin/fax, alles in
  /usr/local, de kernel configuratie, de volledige inhoud van /etc, en
  alle mail in /var/spool/mail.

  Dan is het tijd applicaties te upgraden (in zeldzame gevallen,
  downgraden!)  die met je distributie worden geleverd, en extra
  packages toe te voegen.  Houd hier een lijst van bij.

  5.  Configuratie Software + Docs


  Er zijn verscheidene programma's die ervoor zorgen dat Linux eenvoudig
  is in te stellen en configureren. Een aantal daarvan worden zo
  langzamerhand een standaard: Red Hat, Caldera en andere distributies
  worden geleverd met applicaties zoals setup, printtool, netcfg,
  usertool, enz, terwijl S.u.S.E. wordt geleverd met een uitgebreid
  configuratieprogramma genaamd Yast. Andere handige programma's zijn:


  ·  De Dotfile Generator: prima X app met modules om packages zoals
     emacs, bash, procmail en meer te configureren.  De pagina ervan is
     te vinden op <http://www.imada.ou.dk/~blackie/dotfile>;
  ·  Linuxconf: het ultieme configuratie hulpmiddel. Het kan alles,
     zowel in console als onder X. Ga onmiddelijk naar
     <http://www.solucorp.qc.ca/linuxconf>.

  Documenten over Linux configuratie duiken overal op. Een van de meest
  volledige is TrinityOS,
  <http://www.ecst.csuchico.edu/~dranch/LINUX/index-linux.html>.  Val de
  auteur ermee lastig dat hij het document in prettiger formaten omzet.

  Een leuke goede pagina is  <http://dotfiles.com>. Net wat het zegt -
  een verzameling met configuratiebestanden.



  6.  Het einde



  6.1.  Copyright


  Copyright (c) door Guido Gonzato, ggonza at tin.it. Dit document mag
  alleen onderworpen aan de voorwaarden en termen uiteengezet in de LDP
  Licentie op <http://www.linuxdoc.org/COPYRIGHT.html> worden
  gedistribueerd, behalve dat dit document niet zonder toestemming van
  de auteur in gewijzigde vorm mag worden gedistribueerd.

  Raadpleeg alsjeblieft de homepage van het Linux Documentatie Project
  <http://www.linuxdoc.org> als je vragen hebt.


  6.2.  Feedback


  Misschien wel meer dan met andere HOWTO's, verwelkomt deze je
  suggesties, kritiek, en contributies.  Feedback is niet alleen welkom:
  het is nodig: Als je denkt dat er iets ontbreekt of niet klopt, mail
  me dan alsjeblieft.  Als je een andere distributie dan Red
  Hat/Mandrake hebt en je config bestanden zijn anders of komen in
  andere directory's voor, laat me dit dan alsjeblieft weten en ik zal
  je tips invoegen.  Ik streef er naar om het werken met Linux zo
  gemakkelijk mogelijk te maken.

  Er zijn voor Linux een enorm aantal packages, dus het is onmogelijk
  voor al deze packages aanwijzigingen op te nemen.  Beperk je
  vragen/suggesties alsjeblieft tot de ``meest redelijke'' programma's
  --- Ik zal het aan je gezonde verstand overlaten.



  6.3.  Disclaimer

  Dit document wordt geleverd zoals het is. Ik heb veel moeite gedaan
  dit zo accuraat mogelijk te schrijven, maar je gebruikt de informatie
  hierin op eigen risico. In geen geval zal ik verantwoordelijk kunnen
  worden gesteld voor enige schade voortvloeiend uit het gebruik van dit
  werk.

  Veel dank aan alle andere HOWTO auteurs en manpage
  schrijvers/beheerders, wiens werk ik schaamteloos heb ontfutseld; en
  aan alle mensen die me van feedback voorzagen.

  Ik hoop echter dat dit werk bruikbaar voor je is. Wanneer ik een
  nieuwe Linux box installeer, vind ik dat in elk geval wel...


  Veel plezier,

  Guido   =8-)